Meer- en minderwaarden In de beginfase van de ruilverkaveling gebeurt de classi ficatie van de gronden naar gelang hun cultuur- en/of bedrijfswaarde, onafhankelijk van alle gegevens die geen verband houden met deze waarde. Echter naast deze werkelijke, doch theoretische inbreng van de intrinsieke waarde toegewezen op het ogenblik van de classificatie bepaald bij artikel 19, kunnen zekere gegevens bestaan, die de basiswaarde in de praktijk beïnvloeden. Om de concrete totale inbreng van iedere eigenaar en vruchtgebruiker in de ruilverkaveling te bepalen, heeft de wet in de toekenning van meer- of minderwaarden voorzien, al naargelang het in aanmerking genomen ele ment de cultuur- en bedrijfswaarde, die op absolute en theoretische wijze werd vastgesteld op het ogenblik van de classificatie van de gronden, vermeerdert of vermin dert (artikel 20). De vergoedingen voor meer- of minder waarden betreffen uitsluitend de eigenaars en vruchtge bruikers op wier naam zij in rekening worden gebracht [17]. Voor de berekening van de meer- en minderwaarden zal het ruilverkavelingscomité in elk geval afzonderlijk reke ning moeten houden met de concrete terugslag van het element dat de meer- of minderwaarde heeft doen ont staan op de cultuur- en bedrijfswaarde van de beoogde kavel, en dikwijls zelfs van het geheel van het betrokken bedrijf. Zo kan het gebeuren, dat een eigenaar vóór de ruilverkaveling twee weiden bezat, elk voorzien van een waterwinplaats, en dat na ruilverkaveling deze eigenaar één enkele weide met één enkele waterwinplaats ver krijgt, maar gelijkwaardig aan de vroegere twee water- winplaatsen en beantwoordend aan de behoeften van het herverkaveld bedrijf. In dit geval is er compensatie tussen deze twee meerwaarden die in feite dezelfde waarde hebben. Zo ook heeft een paal van een hoog spanningsnet een geringe weerslag op de cultuur- en be drijfswaarde, wanneer hij zich in de hoek van een groot perceel bevindt; de minderwaarde zal echter belangrijker zijn, wanneer de paal zich bevindt op een kleiner perceel of in het midden van het perceel; insgelijks zal de min derwaarde belangrijker zijn, wanneer de paal zich be vindt op een akkerland dan wel op een weide of gras land. Vergoeding voor cultuurschade De wet voorziet een vergoeding voor schade ten gevolge van de uitvoering van de werken. Deze schade, kortweg cultuurschade genoemd, omvat overeenkomstig artikel 25 1, lid 5: 1. schade aan de gewassen; 2. hinder in het genot van de gronden; 3. schade wegens het afbreken van onroerende goede ren. Zo zal ingeval bepaalde percelen ten gevolge van de uit voering van de werken voor een bepaalde periode voor het vee ontoegankelijk zijn gebleven, hiervoor door het ruilverkavelingscomité een vergoeding worden uitge keerd. Deze vergoeding dient het volledige verlies te dekken zoals bij onteigening, met dien verstande dat dit beperkt is tot de schade aan de gewassen en wegens het afbreken van onroerende goederen en tot de hinder in het genot van de gronden. Een verlies van het eigen domsrecht wordt geregeld via de herverkavelingsproce dure. Verlies van fruitbomen ten gevolge van de werken wordt vergoed door de cultuurschade; verlies van fruit bomen ten gevolge van de herverkaveling wordt ver goed door de minder- en meerwaarden. Bij betwisting 174 dient een vordering te worden ingeleid bij de vrede rechter. Gronden van betwisting bij de herverkaveling De rechtsvorderingen die vallen onder artikel 43 1, lid 1, kunnen slaan op volgende betwistingen: a. ,,De oppervlakten die in elke waardezone worden toegewezen", en niet de oppervlakte van een bepaal de kavel, omdat een eventueel verschil in een bepaal de kavel kan worden gecompenseerd door een ver schil voor een andere kavel. b. ,,De berekening van de globale waarden en van de opleg die er uit voortspruit". 1De globale waarden bestaan (overeenkomstig arti kel 19, 3° van de wet) uit de totalen van de opper vlakten in elke waardezone, van de globale opper vlakten en van de overeenstemmende waarden. 2. De opleg wordt toegekend aan de eigenaars en de vruchtgebruikers, wanneer de globale waarde van de kavels die hen worden toebedeeld naar verhou ding niet gelijk is aan die van de kavels die zij vóór de ruilverkaveling bezaten (artikel 34,2°). Alleen de berekening van de globale waarden en van de opleg kan worden betwist, niet de globale waar den noch de opleg zelf. c. ,,Het bedrag van de vergoedingen wegens meer- of minderwaarden". De vergoedingen voor meer- of minderwaarden betreffen uitsluitend de eigenaars en vruchtgebruikers (artikel 34, 2°). Als voorbeelden van minder- of meerwaarden kunnen uit de rechtspraak worden geciteerd: verlies van een drinkwaterput voor het vee, verlies van de mogelijkheid het vee te dren ken bij de oorsprong van een bron [18], verlies van fruitbomen ten gevolge van de herverkaveling, om zetting van akkerland in weiland of in fruitaanplan- tingen [19], configuratie van de percelen, verlies van schuilplaats voor het vee ten gevolge van de herver kaveling, nabijheid van een bos, aanwezigheid van een hoogspanningspyloon van elektriciteits- of tele foonpalen, verlies aan meerwaarde die de aansluiting aan een gemeentelijk waterbedelingsnet uitmaakt [20], insluiting van een kavel [21]. Ook werd vergoeding toegekend voor tijdelijke ver mindering van arbeidsinkomen en voor herinrichting van de percelen [22]. De vermindering van de lengte van de kavels palend aan de straat geeft daarentegen geen recht op minderwaarde [23], Bij het toekennen van meer- of minderwaarde dient rekening te worden gehouden met het geheel van de aan ruilverkaveling onderworpen gronden van een belanghebbende [24]. d. ,,De vergoeding voor gebruiksverlies". Artikel 34, 3° preciseert dat de vergoeding voor gebruiksverlies al leen de gebruiker betreft. Waarde van de kavels Bij de geschillen die bij de vrederechter aanhangig wor den gemaakt naar aanleiding van de herverkaveling, vormt de waardebepaling van de gronden ongetwijfeld een belangrijk twistpunt. Bepaalde bij de ruilverkaveling betrokken eigenaars zijn van oordeel, dat niet enkel de cultuur- en gebruiks waarde van de landbouwgronden in acht genomen moet worden, maar dat men bovendien rekening moet hou den met de venale waarde verkeerswaarde) en zelfs met de toekomstwaarde en de gevoelswaarde. Hiervoor steunen zij zich impliciet of expliciet op de principes die NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 6