Een kwaliteitsvergelijking tussen de
minuut- en GBKN-kaart van Barneveld
Beide matrices O^,1 en Q^1 zijn singulier, terwijl ook de
som Qd singulier is. Volgens de theorie mogen we deze
singuliere matrix met behulp van de additionele term
VjVj* regulariseren. Daar V2 van de vorm
(51)
is, volgt dat we de covariantiematrix Qd van (50) mogen
vervangen door
(52)
Q 1
22
0<2>
22
4 0
'1 1
1
7 3>
0
1 1
3
3 3
Deze matrix is regulier.
Het uniek zijn van Qj' (d - d)
Volgens (13 a&b) wordt de term Qd 1 (d
als
(53)
d) berekend
QjjV 3) Qj' - d
Volgens de theorie moet deze term onafhankelijk zijn
van de gekozen coördinaatdefinities en van een even
tuele regularisering van Qd. In tabel 2 is de berekening
van (53) voor de hierboven genoemde vier gevallen van
aansluiting in stappen uitgevoerd, en inderdaad zien we
dat de matrix Qd 1 - Qd 1V^[Vf Qd Qd 1 en de
vector Qd 1 (d d) voor alle vier de gevallen identiek
zijn.
Literatuur
1. Teunissen, P. J. G., M. A. Salzmann en H. M. de Heus, Over
het aansluiten van puntenvelden (1) Het rangdefecte lineaire
tweede standaardvraagstuk. NGT Geodesia 1987, no. 5, p.
181-188.
2. Baarda, W., Statistical Conceptsin Geodesy. Netherlands Geo
detic Commission, Publications on Geodesy, New Series, Vol.
2, No. 4. Delft, 1967.
3. Baarda, W., A Testing Procedure for Use in Geodetic Net
works. Netherlands Geodetic Commission, Publications on
Geodesy, New Series, Vol. 2, No. 5. Delft, 1969.
4. Teunissen, P. J. G., The Geometry of Geodetic Inverse Linear
Mapping and Non-Linear Adjustment. Netherlands Geodetic
Commission, Publications on Geodesy, New Series, Vol. 8, No.
1. Delft, 1985.
5. Adam, J., F. Halmos and M. Varga, On the Concepts of Com
bination of Doppler Satellite and Terrestrial Geodetic Networks.
Acta Geodaet., Geophys. et Montanist. Acad. Sic. Hung., Vol.
7 (2), p. 147-170.
6. Peterson, A. E., Merging of the Canadian Triangulation Net
work with the 1973 Doppler Satellite Data. The Canadian Sur
veyor, Vol. 28, No. 5, p. 487-495.
7. Rummel, R., Geodetisch gebruik van traagheidsnavigatie en
van het Global Positioning Systeem. NGT Geodesia 1987, no.
1, p. 2-9.
8. Teunissen, P. J. G., Some Remarks Concerning RETrig Phase
III. IAG, Section l-Networks, Subcommission for the New
Adjustment of the European Triangulation (RETrig), Publ. no.
16, p. 156-160, München, 1986.
door AM. Molen, werkzaam bij de gemeente Barneveld.
SUMMARY
Quality comparison between maps of 1830 and 1980
With a view on the advent of digital mapping, this article describes a quality comparison between a
cadastral minute-plan 1830) and a recent the latest cadastral analogue map, the Large Scale
Base Map of the Netherlands 1980).
Also the general way of production of both maps is described.
Nu het Kadaster ruim 150 jaar bestaat en de analoge
kaart plaats maakt voor de digitale, vind ik het interes
sant om de eerste kadastrale analoge kaart (het minuut
plan Barneveld D1) te vergelijken met de laatste (de
GBKN 168.4610). Het betreft hier een bijna „ambachte
lijke" vergelijking van blijvende topografie, die op beide
kaarten is voorgesteld.
Het kadastrale minuutplan, ingevoerd in 1832, is puur
ambachtelijk vervaardigd in de periode 1812-1831.
Tot de invoering van het Kadaster werd besloten bij kei
zerlijk decreet van 11 oktober 1811 (Napoleontische tijd).
In 1812 is een aanvang gemaakt met de kadastrering van
het gehele land. De manier van werken was beschreven
in de „Recueil Méthodique" (een verzameling werkvoor
schriften op Franse leest geschoeid). Het doel van de
kadastrering was gegevens te verzamelen, waarbij een
evenredige berekeningswijze van de grondbelasting
mogelijk was.
De kaartvervaardiging is in 1812 voortvarend aangepakt,
maar na het verdwijnen van de Franse bezetting en het
terugkeren van het souvereine Koninkrijk Nederland
zakte het werktempo, al ging men met de meetwerk-
zaamheden door. In 1825 kreeg het (meet)werk een
nieuwe impuls, omdat het ontwerp van een nieuw Bur-
NGT GEODESIA 87
gerlijk Wetboek gereed was. In dat Burgerlijk Wetboek
werd het hypothecaire stelsel geregeld met het kadas
trale perceel als basis.
Gedurende de (korte) periode 1825 - 1832 is bijna de helft
van de kaarten gemaakt, wat twijfels oproept over de
kwaliteit van die kaarten. De door mij „geteste" minuut-
kaart is in 1927 vervaardigd door de landmeter der eerste
klasse 14/. Horsting. De kadastrale werkzaamheden ston
den in elk departement onder leiding van een ingenieur
verificateur.
Voorafgaand aan de (grondslag)meting werd de ge
meentegrens geregistreerd in het proces van grensbepa
ling. Deze is door de landmeter van het Kadaster opge
maakt en bevat de letterlijke beschrijving van de ge
meentegrens, die in samenspraak met de burgermees
ters der buurgemeenten is opgemaakt. De tekst is vaak
aangevuld met gedetailleerde schetsen.
Om de percelen te kunnen inmeten, moest eerst een
meetkundige grondslag in het te meten gebied worden
gerealiseerd. Gekozen werd voor een net van driehoeken
over het te meten gebied. Dat waren goed zichtbare
hoge palen („lange juffers") en als belangrijkste de
meest centraal gelegen kerktoren in het gebied. Die
kerktoren werd aangenomen als nulpunt (oorsprong).
235