...°C.
7o
Sterk gekoppeld aan dit gebied is een groep werk
zaamheden die verband houdt met de plaatsbepa
ling in kontinentaal verband en op landelijke schaal.
Die komt hoofdzakelijk neer op het meten van grote
netwerken voor het bepalen van de onderlinge lig
ging van punten die tientallen of honderden kilo
meters van elkaar zijn verwijderd. Elk ontwikkeld
land heeft zo'n netwerk (voor Nederland is dat de
Rijksdriehoeksmeting), met een verdichting die kan
gaan tot puntafstanden van enkele kilometers. Het
zelfde geldt voor de bepaling van de hoogten (in
Nederland: het NAP, Nieuw Amsterdams Peil).
Aktueel is de aaneensluiting vai i verscf miéi ióë natio-
nale opmetingssystemen, onder andere op het
Europese kontinent.
Het maatschappelijk belang van dit onderdeel is
het verschaffen van een nauwkeurige en uniforme
grondslag voor al het landmeetkundig werk. Dit is
onder meer van belang voor het maken van kaarten
voor diverse doeleinden. Van direkt praktisch be
lang is zeker ook het verschaffen van nauwkeurige
grondslagen voor exploratie- en civieltechnische
werken ter zee, bijvoorbeeld op het kontinentale plat
en/of in het kader van off-shore projekten.
Het gaat hier om toegepaste geodetische werk
zaamheden; ze worden uitgevoerd door geodetisch
ingenieurs in dienst van de overheid (bijvoorbeeld
Kadaster, Rijkswaterstaat) en bedrijfsleven (bijvoor
beeld exploratie- en oliemaatschappijen).
33
schriften van den aannemer, het werk betreffende, moeten
op gezegeld papier gesteld en door de borgen mede onder
teekend worden.
2°. De aannemer is verplicht te betalen de kosten .van
zegel en leges van alle, het Werk betreffende, beschikkingen
van den Minister van Oorlog en eventueel te sluiten wijzi
gingsovereenkomsten.
HOOFDSTUK VII.
Bepalingen betrekkelijk de beschrijving.
§41. Aanduidingen en verkortingen.
i°. In deze Algemeene Voorwaarden, evenals in het
Bestek en in alle daarop betrekking hebbende teekeningen
en verdere bescheiden zijn de navolgende verkorte aan-
duidingen geldend
A.V. voorïlêze Algemeene Voorwaarden;
B.W. Burgerlijk Wetboek;
Commandant voor: Commandant in het Genie-Comman-
dement
E.a.I.
voorEerstaanwezend-Ingenieur
P.v.O.U.
Post voor Onvoorziene Uitgaven;
S.G.
soortelijk gewicht;
Scli.T.
scheepston iooo Kilogram;
Sch.L.
scheepskist 2000 Kilogram;
A.l'.
Amsterclamsch neil
N.A.P.
herzien Amsterdamsch peil
V.
een ander ais vergehjkmgsvlak voorge
schreven peil
L.W.
gemiddeld laag water;
H.W.
hoog water;
V.Z.
volzee of hoog water;
M.R.
middelbaren rivier-zomerstand
Z.P.
zomerpeil
graden Celsius;
ten honderd;
D.N.P.
Duitsch Normaal Profiel voor gewalst ijzer:
E.L.
enkele leden;
D.L.
dubbele leden;
3
Fig. 2. Pagina uit de Algemene Voorwaarden, Uitvoering van Wer
ken, Dienst der Genie, oktober 1921
Fig. 3. Nieuw Amsterdams Peil" staat vermeld op het witte bord
ongeveer midden op de foto.
de uitgave van de Uitkomsten der Rijkswaterpassing.
Er is geen verklaring gegeven voor de ,,N" in het
NAP.
6. De eerste uitgave van het leerboek der landmeet
kunde door prof. ir. W. Schermerhorn en ir. H. J. van
Steenis, Delft, najaar 1941, geeft enige opheldering.
Op de pagina's 86 en 88 komen voetnoten voor,
waarin de begrippen AP en NAP nog eens uit de doe
ken worden gedaan. Alleen in dit leerboek wordt er
dan ook nadrukkelijk op gewezen, dat niet mag wor
den gelezen Nieuw Amsterdams Peil, maar waarom
niet staat er niet bij. Het verschil tussen AP en NAP
240
heeft alleen betrekking op de waterpassingen verricht
vóór 1875, en NAP op de waterpassingen na 1875.
Uit vorengenoemde punten blijkt duidelijk, dat van de zij
de van de Rijkswaterstaat weinig is gedaan aan het be
grip N „normaal" c.q. duidelijkheid is betracht. In ieder
geval kan men pas vanaf 1 januari 1891 (de ministeriële
beschikking) spreken, dat er officieel sprake is van NAP.
In geen geval zijn er dus drie eeuwen NAP.
Over het Amsterdams Peil is al heel veel geschreven,
maar alle schrijvers zijn van mening, dat men niet kan
aangeven wat het precies voorstelt. Het zou te ver voe
ren om hierop nader in te gaan; de hoofdlandmeter van
Amsterdam bijvoorbeeld heeft al vijf vervolgartikelen ge
wijd aan dit AP in 1920.
Bekend is een reeds in 1565 uitgegeven ordonnantie
onder artikel XI, welke luidt: ,,dat niemand op 't water
(het tegenwoordige Damrak), op de Burgwallen, noch in
de stegen, die geen middelstraten hebben, zijn strate zal
mogen maken, noch doen maken, hoger dan vier voeten
boven de peyl daar op het Ywater inne gelaten werd.
Duidelijk werd reeds toen verwezen naar de waterstand
destijds van het Y.
Ook een sententie van 15 september 1545 door de
Koningin van Hongarije, regentes van de Keizerlijke
Majesteit in zijn erflanden, spreekt reeds over een peil.
Zeker is, dat het AP niet zo algemeen werd gebruikt als
wordt aangenomen, zoals blijkt uit de instelling van het
Slapersdijkpeil.
De zeedijkhoogte in die tijd werd niet bepaald ten op
zichte van het AP, maar ten opzichte van de deksteen
van de sluis in Muiden. Het gebruik van de naam stads-
peil komt niet eerder voor dan omstreeks 1670. SP als
stadspeil te betitelen is ook onjuist, want omstreeks 1624
Fig. 4. Folder Geodesie. Uitgave Afdeling der Geodesie, TH Delft.
NGT GEODESIA 87