u> r M r M r Over het aansluiten van puntenvelden (2): De aansluitingsvereffening1) M 1 H2>. l fxP'l i i 1 IK! door dr. ir. P. J. G. Teunissen, ir. M. A. Salzmann en ir. H. M. de Heus, Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit Delft. SUMMARY On the adjustment for the connection of pointfields In this article a general method is derived for connecting overlapping pointfields. In particular attention is given to rankdeficiencies in the coordinate covariance matrices. A regularization method for singular covariance matrices is given. It is shown that the linear least-squares estimators of the coordinates and transformation parameters are invariant for the regularization method. No explicit use is made of the theory of generalized inverses. Some numerical examples are given. 1. Inleiding In het eerste artikel 1 ]2) is het model van het rang- defecte lineaire tweede standaardvraagstuk uitgebreid behandeld. In [1] hebben we onder andere laten zien, dat het rangdefect van de designmatrix kon worden op geheven door het introduceren van zgn. gewogen mini mumcondities. De eigenschappen van de berekende LKK-schatters, zoals de zuiverheid van de schatters en de rang van hun covariantiematrices, zijn sterk afhanke lijk van de gekozen set van gewogen minimumcondities. Bij de zogenaamde aansluitingsvereffening, waarbij men met twee (of meer) coördinaatbestanden te maken heeft, welke in de regel op verschillende coördinaatdefi nities zijn gebaseerd, zal men dus terdege rekening moe ten houden met de genoemde afhankelijkheid. Men zal bijvoorbeeld rekening moeten houden met eventuele singulariteiten in de covariantiematrices van de coördi naten. In dit artikel wordt een algemeen aansluitingsmodel voor het aansluiten van twee (of meer) coördinaatbestanden geformuleerd. Er wordt rekening gehouden met een eventueel rangverlies in de covariantiematrices. Twee oplossingsmethoden worden gegeven. De twee metho den verhouden zich tot elkaar zoals het eerste en tweede standaardvraagstuk zich tot elkaar verhouden. De eerste oplossingsmethode wordt afgeleid door ge bruik te maken van de uit de vereffeningstheorie [2] of [3] bekende formule van ,,xR-grootheden". We laten zien hoe eventuele singuliere covariantiematrices kun nen worden geregulariseerd zonder dat dit de LKK- schatters van de coördinaten na aansluiting en de trans formatieparameters beïnvloedt. De aansluitingsvereffe ning (inclusief de genoemde regularisatie) worden aan de hand van een uitgewerkt rekenvoorbeeld geïllus treerd. De tweede oplossingsmethode leiden we uit de eerste af. Deze alternatieve methode maakt gebruik van S- transformaties, wat voor het meest algemene geval van aansluiting neerkomt op het in principe tweemaal toe passen van de (gelineariseerde) gelijkvormigheidstrans formatie. Ook voor deze methode wordt een rekenvoor beeld gegeven. 1) Vervolg van de serie artikelen over het aansluiten van punten velden. Deel 1 werd geplaatst in het meinummer 1987 van dit tijdschrift. Dit tweede artikel wordt geplaatst in twee gedeelten. Hieronder volgt eerst een overzicht van de aansluitingsvereffening met een voorbeeld. In het juli/augustusnummer volgt een alternatieve formulering met behulp van S-transformaties. 2) De nummers [1] t.m. [8] verwijzen naar Literatuur" op p. 235 aan het eind van dit artikel. NGT GEODESIA 87 2. Aansluitingsmodel Veronderstel dat twee elkaar overlappende tweedimen sionale netwerken netwerk (1) en netwerk (2) onaf hankelijk van elkaar gemeten en vereffend zijn. We be schikken dan over de coördinaten (x|", yj11), (xj21, y|2)) i 1,...n met bijbehorende covariantiematrices. Daar de twee coördinaatbestanden een verschillende coördi naatdefinitie kunnen hebben (d.w.z. verschillende ge wogen minimumcondities [1]), zal in het algemeen voor de verwachtingswaarden gelden dat: cosa si na -si na cosa Met andere woorden, de twee puntenvelden worden verondersteld gelijkvormig aan elkaar te zijn. We nemen model (1) als uitgangspunt voor onze aansluitingsveref fening. Daar het model niet-lineair is, zullen we het eerst moeten lineariseren. Linearisatie van (1) geeft dan: /[ax'»" Axj2> 1 0 x° y° 0 1 y°-x° Aa Hierbij hebben we voor de eenvoud aangenomen, dat voor de benaderde waarden van schaal en rotatie de waarden A° 1 en a° 0 mogen worden genomen. Deze keuze zal voor de meeste praktische toepassingen vol doende goed zijn. Is deze keuze van de benaderde waarden niet toereikend, dan zal men betere waarden moeten berekenen en/of meerdere iteraties van de ge lineariseerde vereffening moeten uitvoeren. Voor meer informatie betreffende de berekening van benaderde waarden en keuze van iteratiemethoden: [4], In vector notatie kunnen we (2) schrijven als: (3) E J(1> - E *<2> waarbij .Ax'h.Ayj1'«(2> Ax<2>,Ay<2> t (AtxiAty,AX,Aa) en Hebben we te maken met twee driedimensionale net werken, zoals bijvoorbeeld bij de aansluiting van satel lietnetwerken [5], [6], [7], 18], dan volgt het lineaire ver band (3) uit de linearisering van de driedimensionale gelijkvormigheidstransformatie. Hanteren we de volgende notatie voor de partitionering van de vectoren x111 en x'21 (fig. 1): 229

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 9