aan geïnvesteerde gelden hiermee volledig rekening te
houden.
Ik besef, dat er nog veel werk moet worden verricht,
voordat de door de Raad gegeven structuuradviezen vol
ledig zijn gerealiseerd. Ik denk echter, dat de eerste aan
zetten van realisatie zichtbaar worden, en dat met de
aan de gang zijnde invoering van nieuwe vastgoedsyste
men bij vele waterschappen en bij vele gemeenten deze
adviezen met hun gegevensgerichte filosofie een lei
draad kunnen zijn bij de implementatie van nieuwe
systemen. De adviezen geven een denkrichting en een
checklist. Zij pogen een blijvende structuur voor de infor
matievoorziening over vaste objecten aan te reiken.
Hiermee kom ik aan mijn tweede punt, de adviezen,
welke de Raad nu in voorbereiding heeft en dit jaar zal
uitbrengen. Het betreft hier adviezen over een breed
scala van algemene en bijzondere onderwerpen. Hier
onder vallen:
1. uniformering van de waardebepaling van onroerend
goed;
2. informatievoorziening over leidingen;
3. algemeen belang karakter van de registraties van het
Kadaster;
4. kenbaarheid van de publiekrechtelijke rechtstoestand
van onroerend goed;
5. resultaten van onderzoek van de Raad op grootscha
lig kaartgebied.
1. Uniformering van de waardebepaling van onroerend
goed
In september 1985 publiceerde de Raad een inventarisa
tie van het gebruik van het waardegegeven binnen de
overheid. Uit dit rapport bleek, dat de bepaling van de
waarde ondoelmatig is; dat instanties waardegegevens
niet kunnen uitwisselen en dat het een gebied betreft,
waarvan het belang althans in geld gemeten onge
veer zes miljard gulden groot is. Op basis van deze inven
tarisatie is de Raad gaan onderzoeken op welke wijze
deze knelpunten kunnen worden weggenomen. Op het
ogenblik denkt de Raad hierbij aan het maken van een
wettelijke regeling voor de bepaling van de waarde in
ons land, de wet Waardebepaling Onroerend Goed. Ik
denk, dat we hier te maken hebben met een mogelijk be
langrijke doorbraak op dit terrein. Het rapport is door de
Raad vastgesteld, maar nog niet gepubliceerd.
2. Informatievoorziening over leidingen
Recent is door de minister het wetsontwerp leidingbe-
heerdersregistratie ingetrokken. De minister acht het
echter wel noodzakelijk, dat bedrijven, die grondwerk
zaamheden verrichten, kunnen beschikken over de voor
hun werk benodigde informatie over leidingen. Hij heeft
de Raad gevraagd hem te adviseren op welke wijze dit
kan worden gegarandeerd. De Raad heeft besloten hier
over in fases te adviseren. Allereerst wordt uitgezocht
wat de knelpunten zijn, als grondwerkers informatie over
dode, actieve en geplande leidingen van leidingen- en
buizenbeheerders willen betrekken. Daarna komt de
vraag aan de orde, in hoeverre mogelijke problemen
door het opzetten van een registratie kunnen worden
verminderd. Ik verwacht, dat de Raad eind 1987 een
eerste advies op dit terrein zal uitbrengen.
3. Algemeen belang karakter van de registraties van het
Kadaster
Van oudsher speelt het volgende onderwerp: het vraag-
NGT GEODESIA 87
stuk van de kostenverrekening in de openbare informa
tievoorziening. Voor de kostenverrekening bij informa
tieverstrekking is men binnen de overheid diverse menin
gen toegedaan. Een van deze meningen is, dat, als het
bijhouden van openbare registraties ten dele het alge
meen belang dient, de kosten van een dergelijke regis
tratie dan ook deels uit algemene middelen moeten wor
den gefinancierd.
De recente tariefsverhogingen van het Kadaster hebben
de Raad ertoe gebracht om dit algemeen belang van de
registraties van het Kadaster na te gaan. De Raad heeft
onderzocht, wat de overeenkomsten en verschillen zijn
qua doel, organisatie en tarifering tussen de bevolkings
registers, de handelsregisters en de registraties van de
Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers. De
conclusies van een en ander zullen op niet al te lange
termijn worden gepubliceerd.
4. Kenbaarheid van de publiekrechtelijke rechtstoestand
van onroerend goed
In deze tijd met zijn diep in het maatschappelijk leven in
grijpende overheid is kennis van de beperkingen, die
publiekrechtelijke organen op de eigendom van onroe
rende goederen leggen, van belang. Dit belang komt
ook naar voren in het advies van de Raad over de basis
registraties voor woonverblijven. De Raad heeft dan ook
besloten om in samenwerking met het Instituut voor
Bouwrecht, nader te onderzoeken, wat de concrete be
hoefte is aan een betere registratie van publiekrechtelijke
beperkingen en waar deze behoefte vooral bestaat. De
eerste resultaten van dit onderzoek zullen eind 1987 be
schikbaar komen.
5. Resultaten van onderzoek van de Raad op groot
schalig kaartgebied
Op basis van de door de Raad uitgebrachte Verkennin
gen van het onderzoeksveld op het terrein van de topo
grafische basisbestanden" zijn door de Raad twee on
derzoeken aanbesteed. Het eerste onderzoek betreft de
definitie van een standaarduitwisselingsformaat voor to
pografische gegevens. Het tweede gaat de mogelijkhe
den na voor een grotere uniformering van de grafische
presentatie van topografische elementen. Beide onder
zoeken zullen eind dit jaar tot een advies van de Raad lei
den. Het tweede onderzoek zal op termijn mogelijk resul
teren in een nieuw normblad van het Nederlands Norma
lisatie Instituut.
Na het werk van de Raad te hebben besproken, waarin
enerzijds de tot nu toe gelegde accenten en anderzijds
de in voorbereiding zijnde adviezen aan de orde kwa
men, kom ik aan mijn derde en laatste punt, de richting
waarin naar mijn mening de advisering van de Raad zich
in de komende drie jaar zou kunnen bewegen. Uit het
voorgaande bleek, dat het accent van het werk in de af
gelopen jaren heeft gelegen op het maken van een struc
tuur voor de vastgoedinformatievoorziening. Daarnaast
werd een breed scala van algemene en bijzondere onder
werpen aangevat. Het basismotto van deze jaren was
„adviseren is richting wijzen".
De komende jaren zal dit motto wat minder gelden. Het
karakter van het werk van de Raad zal zich wijzigen. De
Raad heeft zich duidelijk uitgesproken over de grote lij
nen van de inrichting van de vastgoedinformatievoorzie
ning. De taak om de realisatie van de adviezen op gang
te brengen, ligt bij de coördinerend bewindsman en het
hem ondersteunend apparaat. De activiteiten van de
283