^(Vi^VsjV^Wi)"1] 0 V (14) alQ*1al al\al 0 v y e R QSl en HX1 kunnen hierin ieder een eigen, willekeurige coördinaatdefinitie hebben. Voor QX) is deze afhankelijk van de gekozen set van gewogen minimumcondities [1], terwijl HX1 zelfs geen betrekking hoeft te hebben op schatbare coördinaten (als HX1 in een zgn. a-stelsel ge- gevenjs), zolang maar a*Hxla, het gewenste criterium voor 0 levert. Met de basismatrix van N A^: A,, volgt, dat de conditie al e R Ai 0 A2 v. y ook kan worden geschreven als (15) V^*ax =0 of a1 N(Vj) Dus, als V, een basismatrix is van N(Vj*), kunnen we (14) ook schrijven als (16) a? a*vtQ- V,a a*V*H V,a V a 0 1 X1 1 1 X1 A Aan deze ongelijkheid wordt voor alle a voldaan, indien alle eigenwaarden \x in het algemene eigenwaardepro bleem (17) I - v?Avx 0 kleiner of gelijk zijn aan 1 pmax 1. Een praktisch probleem bij het toepassen van (17) is nog de berekening van de basismatrix V,. Daarom wordt V, uit het eigenwaardeprobleem geëlimineerd. Met (12) volgt (18) V*Qjïj (V*S1)[(A1S1)*Q-1(A1S1)]"1(V^S1)* Vervolgens schrijven we, gebruik makend van - VlPSl V1 I - S^(s|*Sj)_1Sj*) S1(S*S1)"1S* en sl(S*Si)-1S^si - PSi (19) - (v1s1)(s1s1)-1s*PSiHXiP;iS1(s^s1)-i(v1s1)' Met (18) en (19) herleiden we het eigenwaardeprobleem (17) tot I (V*S1)[((A1S1)*Q"1(A1S1)]'1 - iJ[(S*S1)-1S*PsiHXiP*iS1(S*S1)-1]](V*S1)* I - 0 ofwel, gebruik makend van het feit dat V*S, vierkant en regulier is (20) [(AiSi)*Q-1(A1S1)]-1 - Deze formule lijkt nogal ingewikkeld, maar kan eenvou dig worden berekend, indien het coördinatenstelsel wordt gedefinieerd door het niet-stochastisch veronder stellen van twee netwerkpunten, de zgn. basispunten. In dat geval kan de eerste matrix in (20) worden berekend als de inverse van de normaalmatrix, gereduceerd voor x2, waaruit de basispunten zijn geëlimineerd. Voor de tweede matrix, de S-getransformeerde criteriummatrix, zijn analytische formules voorhanden; zie [4] en [5]. Zoals gezegd kan de vector x, betrekking hebben op alle coördinaten van het puntenveld, maar ook op slechts een deel (deelnet). Met behulp van deelnetten kunnen dan qua precisie zwakke delen van het punten veld worden gelokaliseerd. Naast het controleren of de precisie aan een gesteld cri terium voldoet, kan het algemene eigenwaardeprobleem (20) ook worden toegepast om de parameters in HX1 zo danig te bepalen, dat een goede vervangingsmatrix voor O*, wordt verkregen. Laten we de structuur van Hx, onveranderd en nemen we genoegen met een met de scalar c geschaalde HX1, d.w.z. c.Hxl, dan kan voor de scalar c de grootste eigenwaarde pmax van (20) worden genomen. De matrix c.Hxl is op deze wijze een heel voorzichtige vervanging van QX1de precisie wordt nooit onderschat, maar een groot aantal schatbare func ties van x, kunnen wel flink worden overschat. Indien deze wijze van vervanging is toegestaan, heeft zij het grote voordeel, dat men de precisie van de vector x, met slechts een paar parameters kan beschrijven. Voor het aansluitingsprobleem van vrije netwerken aan het RD-netwerk heeft deze methode al zijn grote nut be wezen; zie [4] en [7]. De vraag of deze methode van ver vanging ook op geheel andere aansluitingsproblemen adequaat kan worden toegepast, moeten we voorlopig, vanwege het ontbreken van kennis omtrent de juiste structuur van HX1, nog onbeantwoord laten. 5. Résumé toetsingstheorie Met toetsing wordt beoogd de aannamen (de zgn. nul hypothese) omtrent het mathematisch model, dat be staat uit functiemodel en kansmodel, te controleren. In dien deze nulhypothese niet juist is, zijn de berekende LKK-schatters y en x niet optimaal en geeft de precisie een onjuist beeld van de mogelijke afwijkingen van de berekende schatters ten opzichte van hun verwachtings- waarde. De nulhypothese wordt mathematisch beschreven als (21) y ■v N( A x mxl mxn nxl Qy> rana A 'A NGT GEODESIA 87 Naast het controleren van H0 heeft de toetsing ook tot doel de eventuele onjuistheden in de nulhypothese zo scherp mogelijk te kunnen aanduiden. Dit laatste ge beurt door na te gaan of een ander, ruimer model, een zgn. alternatieve hypothese Ha. beter bij het waarne mingsmateriaal past dan H0 om vervolgens: hetzij de nulhypothese aan te passen aan het waar nemingsmateriaal, bijvoorbeeld foutieve waarnemin gen weglaten, standaardafwijkingen aanpassen: H0 wordt vervangen door Ha.. hetzij het waarnemingsmateriaal aan te passen aan de nulhypothese, bijvoorbeeld fouten verbeteren, overmeten. Bij een zorgvuldige inschakeling van het model zal de 331

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 19