„Ik ben landmeter geworden om naar de vogeltjes te
kijken
Interview met prof. dr. ir. W. Baarda, emeritus hoogleraar van de Faculteit der Geodesie
van de Technische Universiteit Delft en scheidend voorzitter van de Rijkscommissie voor
Geodesie, door F. J. J. Brouwer en H. C. van der Hoek.
SUMMARY
„I became a surveyor to watch birds.
On the occasion of Professor Baarda's 70th birthday and his subsequent resignation as chairman of the
Netherlands Geodetic Commission, NGT Geodesia had an informal talk with him about his carreer, his
views on present-day research and teaching in the field of geodesy in the Netherlands, and the prospects
for geodetic science as a whole.
Op 17 juli van dit jaar bereikte professor Baarda de leef
tijd van 70 jaar. Voor hem was dit aanleiding te kennen
te geven per 1 oktober aanstaande terug te treden als
voorzitter van de Rijkscommissie voor Geodesie.
De redactie van NGT Geodesia zag in het bovenstaande
voldoende reden professor Baarda te benaderen met het
verzoek een interview toe te staan over zijn werk en zijn
visies op de praktijk van het hedendaagse landmeten en
op de hoofdlijnen van het geodetische onderwijs en
onderzoek in Nederland.
Wat een eenvoudig interview had moeten worden, werd
een diepgaand en openhartig gesprek van bijna drie uur
over een groot scala van aspecten van de hedendaagse
geodesie, inclusief een stuk college over schranking van
tijdsystemen en gravitatieconstanten.
De plaats: de huiskamer en de tuin van de familie
Baarda; de datum: 6 augustus 1987.
Onze eerste vraag was:
Volgt u eigenlijk nog de ontwikkelingen op het gebied
van het geodetisch onderzoek?
In principe wel, natuurlijk voor zover mijn gezondheid en
die van mijn vrouw dat toelaten. Je kunt uiteraard niet
alles lezen. Eigenlijk is het zelfs meer dan volgen; ik ben
op het moment actief bezig met onderzoek op het ge
bied van de koppeling van de geometrische en gravi-
metrische geodesie. Dit kan nog belangrijke gevolgen
hebben voor de kennis over de traagheids- en satelliet
plaatsbepaling en voor de koppeling hiervan met de klas
sieke geodetische netwerken. Het komt neer op het in
voeren van aparte schrankingssystemen voor tijd en
plaats. Belangrijk is dan ook de vraag of je wel kunt
spreken van de massa, de tijd en de afstand. Kun je de
lichtsnelheid wel bepalen? De relativiteitstheorie geeft
daar geen antwoord op. Toch moeten we voor de geo
desie van de toekomst beginnen bij de relativiteitstheorie
en daaruit destilleren wat nodig is voor de gewone"
geodesie.
Ik ben van plan bovenstaande gedachten (die we hier
niet uitvoerig kunnen weergeven, aangezien het een uit
eenzetting betrof van bijna een volledig college-uur;
red.) neer te schrijven voor de feestbundel die zal ver
schijnen ter gelegenheid van de 70e verjaardag van pro
fessor Krarup (Kopenhagen red.).
Op de studiedag van het NGL van 1980 in Bunnik heeft
u gezegd dat u na de HTW drie periodes van onderzoek
heeft gekend: het modelonderzoek, de precisietheorie
en de betrouwbaarheidstheorie. Wat beschouwt u zelf
als uw wetenschappelijke hoogtepunt
Waar praat je over. Een hoogtepunt? Als je met
onderzoek bezig bent, dan ben je constant in ontwikke
ling. Dat gaat heen en weer. Er is geen echt hoogtepunt.
Precisie en betrouwbaarheid zonder onderzoek naar het
functiemodel gaat niet; waarvan beschrijf je de precisie
en betrouwbaarheid? En als je iets verder met de precisie
bent, dan is het noodzakelijk weer wat over het model uit
te breiden, bijvoorbeeld met de schranking. Het belang
rijkste is, dat je bij dat heen en weer gaan één lijn weet
te houden. En je moet ook weieens boffen! Bijvoorbeeld
de w-toets; het is toch boffen dat je met het zover in de
staarten van de kansverdeling toetsen dat allemaal kunt
bereiken; het is een zeer succesrijke theorie, maar zuiver
theoretisch gezien onjuist... Ik ben trouwens van de
Levensloop van prof. dr. ir. W. Baarda
Professor Baarda is geboren op 20 juli 1917 te Leeuwarden.
Na de HBS in Den Haag volgde hij vanaf 1935 de opleiding
voor Civiel Landmeter aan de Technische Hogeschool Delft,
waarvan hij in 1939 met lof het diploma behaalde. Van 1940
t.m. 1946 werkte hij bij het Kadaster, o.a. in de Noordoost
polder en bij de Rijksdriehoeksmeting. Per 1 november 1946
werd hij benoemd tot lector aan de TH Delft.
Na het instellen van het diploma voor geodetisch ingenieur
volgde Baarda's scriptie ,,De verkenning van een Snellius-
punt", op grond waarvan hij in 1950 dit diploma kreeg uitger
reikt. Na het overlijden van professor Tienstra werd hij op
1 oktober 1951 benoemd tot hoogleraar in het Landmeten,
het Waterpassen en de Geodesie aan de TH Delft, alvyaar hij
op 1 september 1982 afscheid nam als gewoon hoogleraar In
verband met het bereiken van de 65-jarige leeftijd.
Professor Baarda heeft sedert 1952 zitting in de Rijkscommis
sie voor Geodesie, van 1957 tot 1980 als secretaris, en sinds
1980 als voorzitter. In de najaarsvergadering van de Rijks
commissie zal hij afscheidnemen als voorzitter.
In 1971 is hij benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen. Verder is hij van 1955 tot
1959 secretaris-generaal geweest van de FIG, en van 1963 tot
1979 voorzitter van Special Study Group 1.14 van de IAG.
Bovendien is hij corresponderend lid van de Duitse Geode
tische Commissie. Ook heeft hij vele jaren de functie vervuld
van voorzitter en beheerder van de (onder)afdeling der Geo
desie van de TH Delft.
Professor Baarda is vele malen onderscheiden; zo is hij Offi
cier in de Orde van Oranje Nassau, en is hij erelid van de
Nederlandse Vereniging voor Geodesie, van het Landmeet
kundig Gezelschap Snellius, van de Royal Institution of Char
tered Surveyors (GB) en van de FIG. Op 5 november 1982
ontving hij het eredoctoraat aan de Universiteit van Stuttgart.
Professor Baarda heeft ongeveer 70 publikaties op zijn naam
staan; de meest belangrijke zijn:
Handleiding voor de Technische Werkzaamheden van het
Kadaster, de HTW (1956), samen met de heren Harkink
en De Groot;
Puntsbepalingssystemen in het platte vlak; berekening
met complexe getallen (1964- 1969);
A Testing Procedure for Use in Geodetic Networks (1968);
S-transformations and Criterion Matrices (1973);
A Connection between Geometric and Gravimetric Geo
desy. A First Sketch (1979).
Professor Baarda is gehuwd en heeft een dochter.
314
NGT GEODESIA 87