Rectificatie bevoegde Gemeenschapsminister; Minister van Landbouw; Kadaster; ruimtelijke ordening; natuurbehoud; landschapszorg; gouverneur van de provincie; Landbouwkamer; NLM. De commissie geeft advies in verband met de vaststel ling van het blok. De onderzoeksfase omvat in Vlaande ren geen planvorming; deze krijgt gestalte in de uitvoe ringsfase. Het onderzoek omvat de opstelling van de volgende documenten: een plan met de omschrijving van het gebied; lijsten met de kavels, de eigenaars en de gebruikers; een beknopte beschrijving en een raming van de kosten van de uit te voeren werken; een aanwijzing van het gedeelte der kosten, dat ten laste zal vallen van de eigenaars. Deze documenten worden onderworpen aan een open baar onderzoek, dat tot doel heeft na te gaan: 1welke de houding is van de betrokkenen ten opzichte van een eventuele ruilverkaveling; 2. welke hun opmerkingen zijn in verband met de voor gestelde begrenzing; 3. welke hun reactie is ten opzichte van de kostprijs der werken en hun aandeel hierin; 4. of er vergissingen voorkomen in verband met eigen dom, gebruik, oppervlakte, enz. Op basis van een analyse van de reacties, geregistreerd tijdens dit onderzoek, beslist de minister de ruilverkave ling al dan niet uit te voeren, of eventueel de begrenzing aan te passen, hetgeen aanleiding geeft tot een bij komend onderzoek. Deze ministeriële beslissing is de laatste stap in de onderzoeksfase. De afwezigheid van een reële planvorming in de onder zoeksfase contrasteert met de Nederlandse situatie, waar de planvorming één der hoofdcomponenten is van de voorbereidingsfase. De huidige situatie schenkt even wel niet langer voldoening in Vlaanderen. Uitvoering van de ruilverkaveling De uitvoering begint met de benoeming van een comité beslissend orgaan). Het comité wordt bijgestaan door een commissie van advies. Het voorbereidend en uitvoerend werk wordt verricht door de Nationale Land maatschappij. De planvorming is de eerste opdracht van het comité. Deze planvorming is een continu proces, gespreid over meerdere jaren, gedurende dewelke reeds een aanvang wordt gemaakt met de uitvoering. De planvorming van de cultuurtechnische werken verloopt uiteraard parallel met het bepalen van de inbreng en de classificatie van de gronden en later met het ontwerpen van het herverkave lingsplan. Het plan met de afpaling en het beheer van het openbaar domein (plan artikel 24, respectievelijk begrenzingen plan) wordt niet langer meer opgemaakt bij het einde van de cultuurtechnische werken zoals in Nederland. Wegens het ontbreken van een planvorming in de onder zoeksfase, wordt het plan artikel 24 verschoven naar de beginfase van de cultuurtechnische werken. De goed keuring van dit plan vergt een openbaar onderzoek; dit onderzoek wordt in feite aangewend om de burger te in formeren over de ruilverkavelingsplannen. Dit plan is hiervoor niet geschikt en waarborgt slechts een partiële informatie. Indien wij in Vlaanderen in de toekomst zouden beschik ken over een goedgekeurd ruilverkavelingsplan bij de aanvang van de uitvoeringsfase, zou de aanleiding voor een vervroegde goedkeuring van het plan artikel 24 komen te vervallen en zouden wij kunnen terugkeren naar een meer orthodoxe situatie. De uitvoering van de ruilverkaveling eindigt uiteraard met een eerste akte (akte van toedeling), gevolgd door een tweede akte, met de regeling van de kostenverdeling. De uitvoering van een ruilverkaveling duurt vaak zeven tot acht jaar. Opties voor de toekomst Het ontbreken van een concreet ruilverkavelingsplan tegen het einde van de onderzoeksfase geeft aanleiding tot de volgende nadelen: de kostprijs van ieder project is niettegenstaande de grove raming een relatieve onbekende; budgettaire planning is bijgevolg moeilijk; het overlaten van de eigenlijke planning aan de ver schillende comités tijdens de uitvoeringsfase kan hinderlijk zijn voor de realisatie van een eenduidig beleid inzake de verbetering van de landbouwstruc turen; de toetsing van de uiteenlopende ruilverkavelings plannen aan de plannen van de ruimtelijke ordening kan conflicten veroorzaken; de burger, zowel de agrariër als de niet-agrariër, is onvoldoende geïnformeerd. De invoering van een zekere mate van planvorming tij dens de onderzoeksfase wordt thans onderzocht. In het huidige stadium zijn wij van mening, dat aan volgende voorwaarden moet zijn voldaan: de planvorming mag geen aanleiding geven tot een buitensporige verlenging van de procedure; het ruilverkavelingsplan dient een globaal structuur plan te zijn, dat een doelzone aflijnt, waarbinnen het-- ruilverkavelingscomité de detailplanning realiseert; de planvorming dient bij te dragen tot de democra tische besluitvorming door het inschakelen van een raadpleging van de lokale besturen. Bij het interview met professor Baarda in het septembernummer van NGT Geodesia is in het kader op p. 314 sprake van een geboorte datum van 20 juli 1917, terwijl er op dezelfde pagina en op de inhoudspagina wordt vermeld dat professor Baarda op 17 juli 1987 de leeftijd van 70 jaar bereikte. Dit heeft uiteraard niets te maken met een tijdverkorting als gevolg van de relativiteitstheorie waarover in het interview wordt gespro ken, doch is het gevolg van een typfout. De juiste dag moet zijn: 20 juli. Onze excuses. Redactie 406 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 14