Fotogrammetrie voor scheepsmetingen1) door Avan Voorden, M.Sc., Werkeenheid Fotogrammetrie en Remote Sensing van de Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit Delft. SUMMARY Photogrammetry for mapping the hull of a museum ship This article describes the procedure to map the shape of the hull of a museum ship by means of terrestrial photogrammetry. After the normal process of passpoint determination, photography and measurements with an analytical plotter, the results are presented in graphics with a CAD-system. In the process, the precision of the fit of the stereomodels to the passpoints is about 5 millimetres. 1. Inleiding Het Maritiem Museum „Prins Hendrik" te Rotterdam beschikt over acht museumschepen van ongeveer 25 meter lengte, bouwjaar 1900. Het is de bedoeling deze schepen te renoveren en geschikt te maken als rondvaartboot. Bouwtekeningen zijn er niet. Twee studenten van de Faculteit Maritieme Techniek van de TU Delft kregen in het kader van hun stage bij het Maritiem Museum de opdracht te onderzoeken of de benodigde tekeningen vervaardigd konden worden met fotogrammetrische technieken. Ook het Laboratorium voor Fotogrammetrie van de Faculteit der Geodesie van de TU Delft en de Meetkundige Dienst van de Rijks waterstaat te Delft werden bij het onderzoek betrokken. Om de eventuele bruikbaarheid van fotogrammetrie vast te stellen, is een schip zowel handmatig als fotogramme- trisch opgemeten. De twee metingen zijn met elkaar vergeleken en de uitkomsten waren zo bevredigend [6]2), dat het museum besloot alle schepen fotogramme- trisch vast te leggen. Tijdens een schoonmaakbeurt zijn de schepen gefotografeerd met een meetcamera. Thans zijn van enkele schepen proeftekeningen vervaardigd. Voor het uitmeten van de foto's is gebruik gemaakt van een analytisch stereouitwerkingssysteem. In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de werkzaam heden, die nodig zijn om uit stereo-opnamen een lijnen- kaart en/of digitaal bestand te verkrijgen. 2. Scheepsmeting Inleiding Het museum wenste de fotografie uit te voeren in com binatie met een onderhoudsbeurt van de schepen op een scheepshelling in een binnenhaven van Rotterdam. Dit hield in, dat de fotogrammetrie moest plaatsvinden van af een platform, dat langs een touw voor het schip langs kon worden getrokken. De vorm van de zijkant van het schip moest worden vastgelegd door een digitaal be stand van X, Y, Z coördinaten van punten van de uit wendige scheepshuid. Deze coördinaten moeten gerela teerd zijn aan een X, Y, Z scheepsassenstelsel, zoals aangegeven in fig. 1. Om de relatie te leggen tussen foto en terrein, dient men over X, Y, Z terreincoördinaten van een aantal foto- punten te beschikken. Een vaak toegepaste methode is, dat hiervoor rondom het object meetsignalen worden aangebracht. De coördinaten van de gesignaliseerde 1) Aangepaste versie van een artikel eerder verschenen in „Schip en Werf", 54-12, juni 1987. 2) De nummers 11] t.m. [7] verwijzen naar „Literatuur" op p. 397 aan het eind van dit artikel. Fig. 1. Zijaanzicht schip. 1 t.m. 6 Fotografische opnameposities. I t.m. IllStereoparen. A t.m. D: Magneetsignaalposities. E t.m. HPositie plaksignalen op de scheepshuid. punten worden door theodoliet- en meetbandmeting be paald. Deze werkwijze is ook toegepast bij de proef- meting zoals beschreven in [6]. Door een weloverwogen gebruik van de Planicomp C100 software bleek echter, dat het signaliseren van het X-Y vlak (fig. 1), het aangeven van de richting van de X-as en de ligging van de oorsprong (O) op de X-as, en het meten van één afstand voldoende zijn om de relatie tussen terrein en foto te realiseren. In dit geval is voor de terreinwerkzaamheden geen geschoold personeel nodig en de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd in een kwart van de tijd, die nodig was bij de proefmeting. Voorbereiding Het X-Y vlak van het schip in fig. 1 wordt zichtbaar ge maakt door het plaatsen van op magneten gemonteerde signalen. Het voordeel van magneten is, dat ze snel kun nen worden aangebracht. De signalen zijn bevestigd midden op de boven- en onderkant van het schip (fig. 1 A t.m. D) en liggen in het langsscheepse symmetrievlak. Voor scheepstorsiebepaling in langsrichting kunnen meer signalen worden geplaatst. Voor het vastleggen van de X-as worden de afstanden van de punten C en D tot de onderkant van het schip gemeten met de meet band. De oorsprong O van het assenstelsel moet liggen op het snijpunt van de roerstang met het midden van de onderkant van het schip en wordt indien mogelijk gesig- naliseerd of door meetbandmeting ten opzichte vah C bepaald. Afstanden worden gemeten tussen de geplakte merken (fig. 1: E t.m. H). De grootte van de plakmerken en signalen is afhankelijk van de fotoschaal en de meetmerkgrootte van het uit werkingsinstrument. Nauwkeurige metingen kunnen alleen worden uitge voerd in foto's met voldoende textuur (contrast). Daar- 394 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 2