O <3 Fig. 13. Kaart van regionale isostatische anomalieën in de Indonesische Archipel. ondersteld in 50 a 100 miljoen jaren een halve slag te maken, een periode van orogenetische bewegingen van de aardkorst, waarna een periode van rust intreedt tot dat de bovenkant van de mantel weer voldoende is afge koeld en het proces zich herhaalt (fig. 15). Deze roterende beweging van de mantel zal de daar boven gelegen aardkorst als het ware meeslepen. Dit leidt tot grote horizontale spanningen en daardoor tot deformaties in de korst in de vorm van plooiingen, bene denwaarts gerichte verdikkingen, het zgn. „downbuck- ling" effect, en golvingen van de korst, die het isosta- tisch evenwicht zullen verstoren. Deze evenwichts- verstoring openbaart zich dan weer in relatief grote negatieve isostatische anomalieën, die door zwaarte krachtsmetingen zijn op te sporen. Kuenen (p. 450) bootste het „downbuckling" effect na met een experiment, waarbij hij op enkele lagen van was en paraffine, die op water dreven, een horizontale druk uitoefende, waardoor deze laag zich verdikte en in het water drong (fig. 14). Vening Meinesz verklaart met deze theorie van de man telstromen de topografie en de geologische gesteldheid van de Indonesische Archipel. Hij schrijft: ,,/f was seen that in Indonesia the character and the distribution of crustal deformations point to a south-south-eastward movement of the whole Indonesian crustal block with respect to the surrounding area, and since the cross sec tion has a breadth of more than 3000 km and the direc tion of the edges of the block diverge only slightly, a subcrustal current of continental size is indicated" (The Earth and its Gravity Field, p. 397). Zo verklaart hij het ontstaan van de gordels van negatieve anomalieën, van diepe troggen, van vulkaanketens enz., die kenmerkend zijn voor de eilandenboog van Indonesië, maar die ook op vele andere eilandenbogen op aarde toepasselijk bleken. Nog steeds is men met het onderzoek van dit 1) Zie o.a. Seiya Kyeda: ,,The New View of the Earth. Moving Continents and Moving Oceans". W. H. Freeman and cy., San Francisco, 1977, p. 58, 127, 130 e.v. NGT GEODESIA 87 geofysisch en geologisch verschijnsel bezig1). Men zie verder hoofdstuk 10 A en 10 C van ,,The Earth and its Gravity Field". Het derde grote onderzoek, dat Vening Meinesz tot het laatst van zijn leven heeft beziggehouden, hebben we hiermede reeds aangegeven, namelijk dat van de con- vectiestromen, die hij verklaart door thermische instabili- •"Tr-f—g,r~ Fig. 14. Het.downbuckling" effect volgens een proef van prof. Kuenen. 453

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 13