teit in de mantel. Ook deze hypothese beschrijft hij weer met een mathematisch-fysisch model. Uitgaande van de theorie van Raleigh1) die zulke stromingen in een hori zontale vloeistoflaag beschrijft, breidt Vening Meinesz deze theorie uit tot stromingen in een bolschil (de man tel) en ook in een homogene bol, om niet alleen de tegenwoordige toestand van de aarde te bêschrijven, maar ook zoals die in de oertijd misschien geweest kan zijn. Om uit de thermische instabiliteit de snelheid van bewe ging te berekenen, gebruikte Raleigh voor zijn twee dimensionale geval harmonische functies. Analoog hier mede lost Vening Meinesz de differentiaalvergelijkingen van de beweging van het driedimensionale geval op met behulp van bolfuncties met de drie onafhankelijk varia belen r, cp en A (poolcoördinaten), waarbij de snelheid alleen afhankelijk is van machten van de voerstraal r. Nadat de coëfficiënten van de verschillende ordes van deze bolfunctie-ontwikkelingen, zowel voor de mantel als voor de homogene bol waren berekend, ontdekte Vening Meinesz een relatie tussen de coëfficiënten van deze bolfunctie-ontwikkelingen enerzijds, en anderzijds de coëfficiënten van de bolfunctie-ontwikkelingen van de topografie van de aarde zoals deze in 1922 door Prey2) tot de 16e orde, en later in 1957 door het Mathe matisch Centrum te Amsterdam in samenwerking met het Laboratorium voor Geodesie tot de 31e orde waren berekend. Het bleek dat tot de 7e orde de coëfficiënten van de bolfunctie-ontwikkeling van de snelheid in de mantel een correlatie vertoonden met de coëfficiënten van de bolfunctie-ontwikkeling van de topografie, een reken kundig resultaat dat de hypothese van het bestaan van convectiestromen in de mantel ondersteunde. Vening Meinesz heeft uit de grootte van de coëfficiënten van deze laatste ontwikkeling nog meerdere conclusies getrokken en hypothesen opgesteld omtrent de geolo gische geschiedenis van de aarde. Men kan deze vinden in ,,The Earth's Crust and Mantle", hoofdstuk IV en V. Op p. 66 lezen we: ,,They (the coefficients) reveal three main phases in the earth's history, which are disclosed by the spherical harmonic development of the earth's topography. During the oldest phase the core and an ur- continent were formed; during the next phase the mantle still had more or less the character of a New tonian fluid, although probably of high viscosity, and during this phase the currents in the mantle tore apart the ur-continent and pushed together shields in the crust; lastly, during the third phase, which is still going, the mantle has crystallized and is only intermittently sub ject to systems of convection currents, which have mainly a sectorial nature and cause deformations in the crust with a geosyncline or a graben and horst charac ter" (fig. 15). 1) Raleigh, Lord J. W. Strutt, On convection currents in a horizon tal layer of fluid, when the higher temperature is on the under side. Phil. Mag. (6) vol. 32, p. 529 ff, 1916. 2) Prey, A., Darstellung der Höhen- und Tiefenverhaltnisse der Erde durch eine Entwickiung nach Kugelfunktionen bis zur 16. Ordnung. Abhandl. Ges. Wiss. Göttingen, Math.-Physik. KL, N.F., vol. 11, no. 1, 1922. 3) Zie o.a. Bottema, dr. 0., Steen en Schelp, p. 198. 4) Zie o.a. Gedenkboek F. A. Vening Meinesz. Verhandelingen van het Koninklijk Nederlandsch Geologisch-Mijnbouwkundig Ge nootschap, Geologische Serie, Deel XVIII, mei 1957, p. XVIII. Fig. 15. Schematische voorstelling van een patroon van convectie- stromingen in de mantel als mogelijke verklaring voor het overheer sen van de 5e orde bolfunctie in de 3e fase. Enkele berichten over de levensloop van Vening Meinesz, over de ambten die hij heeft bekleed, over de vele onderscheidingen en enkele persoon lijke herinneringen Op 30 juli 1887 werd Felix Andries Vening Meinesz in de toenmalige gemeente Scheveningen geboren, zoon uit een regentengeslacht. Zijn vader, mr. Sjoerd Anne Vening Meinesz, was achtereenvolgens lid van de Twee de Kamer, de Eerste Kamer, burgemeester van Rotter dam van 1880 tot 1890 en van Amsterdam van 1891 tot 1901zijn moeder was Jonkvrouwe Cornelia Anna Clasi- na den Tex. De familie stamt uit Friesland, waar men nu nog jongens kan tegenkomen die Meine heten, met name uit Harlingen3). In Amsterdam woonde de familie op de Herengracht no. 456. Vening Meinesz bezocht daar de lagere school (Schoolvereniging van der Tocht) en de HBS aan de Roelof Hartstraat4). Hij werd in 1904 ingeschreven als student aan de Polytechnische School te Delft en heeft jarenlang gewoond op de Oude Delft (198 of 200). Omstreeks deze tijd (officieel 6 januari 1905) verhuisde de familie naar het buiten ,,Den Heiligenberg" te Leus den. Soms vertelde Vening Meinesz van vroeger, bij voorbeeld van de verkeersborden met maximum snel heid 15 km per uur in de Leidschestraat voor de rijtuigen; van de opgravingen op ,,Den Heiligenberg" waar vroe ger een oud klooster heeft gestaan. Zelf reed hij geen auto, maar lette wel scherp op het verkeer. Betrapte hij iemand op een verkeersfout, dan hief hij steevast een bestraffende vinger naar de overtreder. Zoals reeds eerder vermeld, verkreeg hij in 1910 het diploma van civiel-ingenieur en promoveerde hij cum laude op vrijdag 26 maart 1915 opBijdrage tot de Theo rie der Slingerwaarnemingen". In 1909 overleed zijn vader, in 1928 zijn moeder. De fami lie hij had twee oudere broers en één oudere zuster verkocht toen „Den Heiligenberg" aan de bekende Amersfoortse familie De Beaufort. Enkele jaren later liet Vening Meinesz een villa bouwen op de Amersfoortse Berg aan de Potgieterlaan no. 5. Daar heeft hij, onge trouwd, onder de goede zorgen van een huishoudster, 454 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 14