de Commissie gebleven. Hij was van 1933 tot 1955 presi dent van de Internationale Associatie voor Geodesie (AIG), een van de vijf associaties van de Internationale Unie voor Geodesie en Geofysica (UGGI), waarvan hij van 1948 tot 1951 president was. In 1935 werd hij benoemd tot curator van het KNMI. Na de oorlog, van 1945 tot 1951, was hij hoofddirecteur van dit instituut. Op verzoek van de regering en van het Col lege van Curatoren om leiding te geven aan de reorgani satie en de vernieuwing van het instituut, dat in de oor log erg had geleden, heeft hij die functie aanvaard. Toen hij in 1951 afscheid nam (en tegelijkertijd werd benoemd tot voorzitter van het College van Curatoren) kon de hem opvolgende hoofddirecteur, ir. C. J. Warners, met een viermaal grotere staf en een goed georganiseerde opera tionele dienst en afdeling voor wetenschappelijk onder zoek aan het werk gaan1). Bovendien heeft Vening Meinesz in 1945 als officiële vertegenwoordiger van de Nederlandse regering vijf maanden doorgebracht in de Verenigde Staten en Canada om de door de oorlog ver broken wetenschappelijke contacten te herstellen en de vooruitgang van de wetenschap in die landen gedurende de oorlogsjaren te bestuderen. Vermeld zij verder nog een enigszins buiten dit kader vallende functie van Vening Meinesz: hoogheemraad van het Groot-Waterschap Bijleveld en Meerndijk, gele gen in de regio Harmeien en de Meern2). Vele onderscheidingen zijn Vening Meinesz ten deel ge vallen. In Nederland achtereenvolgens Officier in de Orde van Oranje Nassau, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Commandeur in de Orde van Oranje Nassau. Een jaar voor zijn overlijden ontving hij een onderscheiding, die slechts heel weinig Nederlan ders ten deel valt, namelijk de Eremedaille in Goud voor Vernuft en Voortvarendheid van de Huisorde van Oran je. Ook professor ir. J. J. Thijsse, de waterbouwkundi ge, naar wie de toegangsweg tot het Laboratorium voor Geodesie is genoemd, werd met deze eremedaille onder scheiden. Verder ontving hij vijf buitenlandse eredoctoraten, was lid en erelid van meer dan 40 binnenlandse en buiten landse Academies van Wetenschappen en Genoot schappen. Heiskanen schrijft in het genoemde gedenk boek: ,,He (Vening Meinesz) might himself hardly remember, how many honorary doctor degrees and honorary memberships in the National Academies of Sciences he has received". Zo was hij lid van twee van de oudste academies ter wereld; in 1936 werd hij benoemd tot Foreign Member of the Royal Society, Londen, opgericht in 1662 (New ton was eertijds lid en voorzitter), en in 1947 tot lid van de Academia dei Linceï, Rome, opgericht in 1603, waar van ook Galileo Galileï lid is geweest. Hij was een moedig man. In de oorlog was hij lid van de verzetscommissie van hoogleraren van de Universiteit van Utrecht. Op zijn landgoed ,,De Eelerberg" verleende hij Joodse kinderen onderdak. Volgens de Amersfoortse 1) 1854 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1954. 2) Gedenkboek F. A. Vening Meinesz, p. XVIII. 3) Chambon, Albert, 100 000 zeemijl per onderzeeboot met profes sor Vening Meinesz. 2e druk. Drukkerij de Boer jr., Den Helder, p. 153. 4) Zie ook Rentema, H. W., Tijdschrift voor Kadaster en Landmeet kunde, 65e jaargang, 1949, p. 107. Courant van 18 juli 1987 wist hij terwijl het voorste ge deelte van zijn Amersfoortse villa door de Duitsers was gevorderd het achterste deel met een achteringang voor eigen gebruik te behouden. Hij zei: ,,De achterdeur was mijn entree en daar waakte ik geducht voor. Waar na ik zonder veel pech enkele Joodse mensen onderdak kon bieden". In 100000 Zeemijl per Onderzeeboot" lezen we: ,,De hardste leerschool van het onderzeebootleven heeft hij doorlopen, niet over enkele jaren, maar gedurende bijna 15 jaar, niet over enkele zeeën, maar over alle oceanen, niet gedurende twee of drie reizen, maar over 100 000 zeemijlen"3). Soms kon Vening Meinesz bijzonder geestig zijn. Ik her inner me de feestelijke lunch in de grote zaal van het oude gebouw voor Geodesie ter gelegenheid van de in stelling van de vijfjarige studie voor geodetisch inge nieur4). Een groot gezelschap was daar bijeen, natuurlijk ook de hoogleraren Tienstra en Schermerhorn. Meerde re sprekers hadden al in bloemrijke taal gesproken over de pasgeboren baby, over de moeder (de Technische Hogeschool), de vader (hierover waren de meningen verdeeld) en over de baker (deze taak zou prof. Tienstra op zich moeten nemen). Zo was iedereen met de baby bezig tot Vening Meinesz het woord nam en begon met: ,,lk laat dat kind nu maar vallen", om vervolgens in te gaan op de fysische geodesie en de betere kansen die dit vak nu in de opleiding kon krijgen. Bij de volgende spre kers is de baby niet meer genoemd. Door zijn vriendelijkheid en hoffelijkheid heeft Vening Meinesz zich vele vrienden gemaakt. Tot het laatst van zijn leven had hij een levendig contact met hen en met zijn collega's. Kwam iemand tegen Kersttijd zijn studeer kamer binnen, dan werd onmiddellijk de aandacht ge trokken door de vele Kerstkaarten die hij overal had neergezet of opgehangen. Op latere leeftijd is hij nog met gunstig gevolg aan staar geopereerd. In de zomer van 1966 maakte hij een onge lukkige val en brak zijn heup, wat opname in het zieken huis op de Amersfoortse Berg noodzakelijk maakte. Hiervan is hij niet hersteld. Na een wekenlang verblijf in het ziekenhuis is hij daar, in de onmiddellijke nabijheid van zijn vertrouwde omgeving, op 10 augustus 1966 overleden. De rouwdienst in de Bergkerk te Amersfoort werd geleid door ds. Van Elderenbosch. Op de begraaf plaats „Zorgvlied" te Amsterdam werd Vening Meinesz in het familiegraf ter aarde besteld. De mens Vening Meinesz en zijn levensovertuiging kan niet beter worden weergegeven dan met de woorden die zijn vriend Heiskanen tot hem richtte: ,,Only in my older years can entirely grasp what a particular gift of God it is to have such a colleague, friend and brother in Christ as have in you". Verdere literatuur: Veldkamp, J., De betekenis van Felix Andries Vening Meinesz voor geodesie en geofysica". Zenit, februari 1987, p. 50 - 58. Collette, B. J., In memoriam prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz. Geologie en Mijnbouw, 1966. Nieuwenkamp, W., Herdenking van Felix Andries Vening Meinesz. Kon. Ned. Akad. van Wetenschappen, Jaarboek 1966. Bruins, G.J., enJ.G.J. Scholte, Felix Andries Vening Meinesz, 1887- 1966. Eelected For. Mem. R.S. 1936. Biographical Me moirs of Fellows of The Royal Society, Volume 13, november 1967, p. 295 - 308. 456 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 16