In memoriam prof. R. Roelofs (1905-1987) kers te ondersteunen en tevens zijn een zestiental Tulip gebruikers groepen opgericht. Wilt u meer informatie over dit project, dan kan dat bij een van de onderstaande adressen: Tulip Computers International BV, afd. PR/Marketing, telefoon 073-413235. Kadaster (hoofddirectie Apeldoorn), dhr. A. J. v.d. Voort, tel. 055 - 775123. ARBEIDSMARKT GEODETISCH INGENIEURS Zoals wellicht bekend, worden de laatste jaren grote veranderingen aangebracht in het wetenschappelijk onderwijs. Deze veranderin gen hebben ook gevolgen voor de opleiding van geodetisch inge nieurs aan de Technische Universiteit Delft. Zo is met ingang van het cursusjaar 1982/1983 de opleiding tot geodetisch ingenieur een vierjarige opleiding. Dit betekent dat vanaf begin 1987 geodeten af studeren die dit nieuwe, vierjarige programma hebben doorlopen. Daarnaast studeren ook ingenieurs af, die nog het oude vijfjarige programma hebben gevolgd. Een belangrijk gevolg hiervan is dat het komend jaar bijna twee volledige jaargroepen studenten zullen afstuderen, waardoor een relatief groot aantal „jonge geodetisch ingenieurs" de arbeidsmarkt zal betreden. Dit wordt nog versterkt door de maatregelen van het Ministerie van Onderwijs om de in schrijvingsduur voor studenten aan een wetenschappelijke instel ling te beperken. Als je ouder wordt, zijn er ogenblikken in je leven waarop het lijkt of er een venster opengaat, waardoor beelden uit een ver of min der ver verleden je plotseling helderder voor ogen kunnen staan. Dit overkwam mij bij de ontvangst van het overlijdensbericht van Roelofs, laatste van de leermeesters uit mijn studietijd, na Tienstra, Vening Meinesz en Schermerhorn. Roelofs was toenter tijd als hoofdassistent belast met het onderwijs in de astronomi sche geodesie. Geboren op 13 juli 1905 te Oosthuizen, had hij bij zijn benoeming tot hoofdassistent in het voorjaar van 1936 reeds een hele ont wikkeling doorgemaakt. Na in 1929 met lof geslaagd te zijn voor het afsluitend examen van de landmeterscursus aan de Wage- ningse Hogeschool, werd hij in datzelfde jaar benoemd tot land meter van het Kadaster in het voormalig Nederlands-lndië. Ge plaatst aan de afdeling Herkadastreringen van het Kadaster te Batavia had hij een belangrijk aandeel in de wetenschappelijke voorbereiding en de uitvoering van de kadastreringen van Batavia en andere plaatsen. Uitnemende artikelen publiceerde hij over veelhoeken met astronomische tussen- en afsluitingsazimuts. Hieruit vloeide zijn latere belangstelling voor de geodetische astronomie voort, een vakgebied dat hij zó voortreffelijk opbouw de, dat Nederlandse astronomen een tijdlang met de gedachte hebben gespeeld de astronometrie naar Delft over te hevelen. In 1942 werd Roelofs benoemd tot lector in het landmeten, het waterpassen en de geodesie (toen de standaardformulering bij iedere benoeming) en in 1946 tot hoogleraar in hetzelfde vakge bied, als opvolger van Schermerhorn die ontslag had genomen bij zijn benoeming tot minister-president. Dit hield in dat, naast de geodetische astronomie, de fotogrammetrie het belangrijkste onderwijs- en onderzoeksgebied voor Roelofs zou worden. Hij had trouwens zijn sporen al verdiend op dit gebied door een theo retisch uiterst fraaie toepassing van Tienstra's foutentheorie op de fotogrammetrie omstreeks 1939. De publikatie ervan in Photo- grammetria werd helaas afgebroken door Roelofs, toen Duitse in stanties dit tijdschrift overnamen. Ook inhoudelijke kritiek werd zijn deel, maar een belangrijke stap was gezet op de weg naar een kritische beoordeling van het onderhavige gebied. Zo maakte ik Roelofs mee als student, als lector en als hoogleraar in de entourage van het oude geodesiegebouw. Niet een ge makkelijke figuur om naast te staan, maar de tijd slijpt de scherpste kantjes af en zo blijft voor mij als hoofdzaak zijn hou ding als medestander: in de vijftiger jaren bij de opbouw van de (onder)afdeling der geodesie, in de na oorlogse jaren bij de verde diging van onderwijs op theoretische basis tegen aanvallen uit de praktijk, in het hoofdbestuur van de Nederlandse Landmeetkun dige Federatie, zeker als hoogtepunt in de Nederlandse bestuurs periode van de FIG en tenslotte in de twee-eenheid van voorzitter en secretaris van de Rijkscommissie voor Geodesie. Binnen de muren van het vroegere geodesiegebouw voelde hij zich de directeur, in de formele positie van beheerder. De afde lingsorganisatie liep op rolletjes, maar Roelofs kon een formi dabele, hoewel volstrekt faire, tegenstander zijn bij discussies binnen de afdeling. Niettemin is mij meer bijgebleven het grote aantal situaties waarin eendrachtig zaken werd gedaan. Ook zijn de intensieve internationale contacten van Roelofs zeker van groot belang geweest voor de ontwikkeling van de afdeling. Zo komt hij in mijn ogen naar voren als een grote figuur in de land meetkundige en geodetische wereld na de oorlog, nationaal zo wel als internationaal, wel soms een moeilijk persoon bij overleg en evenzo soms fel omstreden wat zijn visies betreft. Ik noemde reeds de Rijkscommissie voor Geodesie, en misschien is het typerend dat het laatste afscheid van hem viel in de laatste maand van mijn voorzitterschap. Gedurende 29 jaar was Roelofs lid van de Commissie, waarvan 10 jaar als secretaris en 16 jaar als voorzitter. Mede dank zij hem verwierf de Commissie een eervolle plaats in de struc tuur van Nederlandse geodeti sche organisaties, met als de vies: samenwerken en vooruit zien. Een indruk van de positie die Roelofs innam, blijkt uit bekle de voorzitterschappen: 1952- 1954 afdeling Weg- en Water bouwkunde THD, 1958-1959 conrector van de Senaat THD, 1954-1958 NLF, 1959-1965 Ned. Ver. voor Fotogrammetrie, 1955-1959 FIG, 1953-1957 Speciale Studiegroep 4 (IAG), 1957-1960 Sectie 3 (één der vijf secties van de IAG), enz. Daarnaast was hij 10 jaar redacteur van het Tijd schrift voor Kadaster en Landmeetkunde en 5 jaar van Photo- grammetria. Noemen wij verder zijn onderzoeksactiviteiten bij de Ohio State University (1953), zijn leiding van de afdeling Landmeetkunde en Fotogrammetrie van de Technisch Physische Dienst TNO-THD (1950- 1960), zijn bindingen met het ITC en de OEEPE en zijn bijdrage aan het Internationaal Geophysisch Jaar (1957 - 1958), waarvan de dissertatie van dr. ir. A. C. Scheepmaker getuigt (R.C. v. Geod., 1963). Zonder twijfel is het wetenschappelijk niveau van Roelofs' werk hoog, al heeft hij door zijn manier van werken geen school ge maakt. Ik noemde reeds waardevolle studies van hem en kan daaraan toevoegen zijn op verzoek van de Rijkscommissie voor Geodesie in de veertiger jaren uitgevoerd diepgaand onderzoek over Laplacepunten, zijn boek „Astronomy applied to Land Sur veying" (1950) waarin hij dit vakgebied eens goed op poten zette, en vele andere publikaties. Meldenswaard is ook zijn ontwerp van een radiaaltriangulator en zijn succesrijke zonneprisma, en niet te vergeten zijn stimuleren van toepassingen van natuurkunde in de geodesie (later vakgebied van een aparte leerstoel). Zijn door familieomstandigheden uitgestelde afscheidsrede (Oceaan en geodeet; NGT 1971, no. 10) getuigt van zijn brede belangstelling. Onderscheidingen werden zijn deel: Officier in de Orde van Ver dienste van de Republiek Italië, Ridder in de Orde van de Neder landse Leeuw, „Président Honoraire" van de FIG, Honorary Member of the Royal Institution of Chartered Surveyors. De laatste jaren van zijn actieve loopbaan brachten teleurstellin gen: een tweede druk van zijn leerboek over geodetische astrono mie werd hem ontzegd, zijn werk in zijn hoofdvak fotogrammetrie werd niet wat hij ervan had verwacht. Misschien was dit wel de reden dat hij zich na zijn eervol ontslag als hoogleraar in septem ber 1970 geleidelijk, maar wel volstrekt, terugtrok uit de geodesie. In 1970 trad hij af als voorzitter van de Rijkscommissie voor Geo desie, en in 1975 als lid. De contacten met hem zijn sindsdien ver broken. Twee zware slagen troffen hem, toen eerst zijn eerste echtgenote en onlangs zijn tweede echtgenote hem ontvielen. Zijn laatste brief duidde op hernieuwd contact, helaas bleek dit het laatste af scheid na zijn overlijden op 11 oktober 1987 te worden, een af scheid waarvan naast de familie slechts vier geodeten getuige waren. Een figuur van formaat in zijn beste jaren is heengegaan. W. Baarda 524 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 28