publikaties
bouwen, percelen en andere grafische eenheden. Bovendien kun
nen in de informatie levels worden onderscheiden (in het Duits
„Folien" geheten), waardoor van hetzelfde geografische gebied
verschillende grafisch-administratieve bestanden tegelijkertijd kun
nen worden opgeslagen en op het grafische scherm kunnen wor
den bewerkt. Aan elk object en aan elk level kunnen niet-grafische
(administratieve) bestanden worden gekoppeld.
Als voorbeeld kan het Hessische Kadaster worden genoemd, waar
men een systeem ontwikkelt, waarbij de aanwezige analoge kadas
trale kaarten worden gedigitaliseerd, de objecten met gecompli
ceerde programmatuur zoveel mogelijk geautomatiseerd worden
onderscheiden en de eilandkaarten in raamkaarten worden omge
zet. Merkwaardigerwijze zorgt dit digitaliseringsproces in het ge
heel niet voor betere kadastrale kaarten, zoals in Nederland met de
grafische kaartconversie wordt bereikt.
Terrestrische landmeetkundige gegevensinwinning
Op de tentoonstelling presenteerden verscheidene firma's appara
tuur en programmatuur voor de inwinning en verwerking van land
meetkundige informatie. Voor wat betreft de verwerking van
grondslagmetingen is in Duitsland al in ruime mate het gebruik van
de methode der kleinste kwadraten en van de theorieën van de
Delftse School doorgedrongen, en zijn deze theorieën beschikbaar
in programmasystemen als OPTUN (van ,,Forschungsgesellschaft
für geodatische Mess- und Rechentechnik mbH" uit Stuttgart),
ARSM (van de firma Siemens) en KATRIN (van het Landesvermes-
sungsamt Nordrhein-Westfalen). Toch bleek uit het tentoonge
stelde in Frankfurt, dat voor vele kleinere (en soms ook grote)
ondernemingen en overheidsinstanties deze systemen óf te kost
baar óf te onbekend zijn. Zij maken nog gebruik van de aloude be
naderende en minder gecompliceerde vereffeningssystemen.
Voor wat betreft de verwerking van detailmetingen wordt in het
algemeen vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van de traditionele
,,Einzelpunktbestimmungsmethoden", die dan wel in gebruikers
vriendelijke menuschermen op personal computers van invoer en
uitvoer worden voorzien. In vergelijking met deze systemen is het
Systeem Detailmeting '76 nog steeds niet een erg verouderd
systeem, zeker niet nu het Nederlandse Kadaster een geautomati
seerde gegevensstroom heeft gerealiseerd vanaf de meting met
zelfregistrerende apparatuur in het veld tot in het hoofdbestand van
het LKI-systeem. Daarentegen sprong op de tentoonstelling het
systeem KAFKA van de ,,Beratungs- und Ingenieursgesellschaft
mbH Co. Kommanditgesellschaft" uit Keulen eruit als een sys
teem dat alle soorten detailmetingen integraal en tegelijkertijd kan
vereffenen volgens de methode der kleinste kwadraten en met
weergave van alle kwaliteitsparameters, die door de Delftse School
in de geodesie gemeengoed zijn geworden. Het systeem is ont
wikkeld aan de Universiteit van Aken door prof. Benning en lijkt
een meer dan geschikte kandidaat voor de vervanging van de
rekenmodule van het Systeem Detailmeting '76.
Hessische Kataster- und Vermessungsverwaltung
Op de tentoonstelling van overheidsinstellingen was een belang
wekkende stand ingericht door de Hessische Kataster- und Ver
messungsverwaltung, met een presentatie van de automatisering
van de kadastrale registratie. Het in Hessen ontwikkelde systeem
bestaat uit een drietal subsystemen:
een systeem voor de conversie Elika (Erfassung des Liegen-
schaftskataster);
een systeem voor de bijhouding Folika (Fortführung des Liegen-
schaftskataster);
een systeem voor de informatieverstrekking Alika (Auskunft aus
dem Liegenschaftskataster).
Elika maakt conversie mogelijk van zowel bestaande ponskaart
bestanden als van de Kadasterboekwerken. De uitvoering ge
schiedt voor 30% bij het centrale rekencentrum en voor 70% in uit
besteding. Men streeft er echter naar lokale conversie mogelijk te
maken via interactieve werkstations, omdat men verwacht dat de
eigen vakmensen zich meer betrokken zullen voelen bij de moderne
techniek. Dit komt de doelmatigheid ten goede en draagt bij aan
een betere foutenbeheersing.
Met Folika wordt het opgebouwde bestand dagelijks bijgehouden.
Het beheer van de databank geschiedt bij het centrale rekencen
trum. De feitelijke bijhouding betreft het verzamelen van gegevens,
het verzorgen van mutaties, het raadplegen van het bestand voor
eigen gebruik en het maken van statistieken. De werkzaamheden
worden op de lokale Kadasterkantoren verricht met behulp van een
eigen computer (Siemens 6000 serie). Deze lokale computer heeft
een lijnverbinding met de centrale computer. De mutaties worden
's nachts in batchverwerking aangebracht in de databank. De data
bank is thans voor 70% van de gemeenten in Hessen gereed. Doel
is het gehele grondgebied van Hessen in het begin van de 90-er
jaren te hebben geconverteerd.
528
De informatieverstrekking met Alika heeft in hoofdzaak betrekking
op de eigendoms- en perceelsinformatie. Dit geschiedt op de lokale
Kadasterkantoren met interactieve terminals, waarmee steeds de
meest actuele situatie kan worden opgevraagd.
S. Dijkstra, H. Velsink en J. Polman.
NEDERLAND KLEURRIJK IN BEELD
Met het oog op de aarde
onder redactie van A. R. P. Janse en Th. A. de Boer, 144 p., Het
Spectrum, 1987, 7 24,90, ISBN 90-274-17326.
In de landmeetkunde en de kartografie wordt het aardoppervlak
versimpeld tot lijnen en symbolen, met de bedoeling overzicht te
verkrijgen. Zo'n overzicht is noodzakelijk voor de planning, de in
richting en het beheer van de ruimte. Essentieel daarbij is, dat de
geometrie van de kaart overeenstemt met de geometrie van de
werkelijkheid.
Sensoren, geplaatst in vliegtuigen en satellieten, stellen ons in staat
informatie te verwerven door waarneming op afstand: remote sen
sing. Een preciese locatie van de verschijnselen is daarbij vaak min
der van belang. De sensoren registreren elektromagnetische (EM)
straling. Alle golflengten van het EM-spectrum zijn geschikt voor
opname, maar de atmosfeer strooit roet in het eten door een hele
boel golflengten te absorberen. De golflengten die niet worden
geabsorbeerd, vormen vensters: vanaf grote hoogte kan erdoor
naar de aarde worden gekeken. Grofweg zijn deze vensters: licht
(zichtbaar licht en infrarood straling), warmtestraling en micro
golven.
Over het onderwerp remote sensing is een populair wetenschappe
lijk boek verschenen, getiteld: Met het oog op de aarde. Het
„brengt onze kennis op het gebied van deze nieuwe manier van
waarnemen voor het eerst op een voor iedereen begrijpelijke wijze
bijeen", zo meldt de achterflap. Het verscheen onder redactie van
A. Janse en Th. de Boer. Het is het eerste Nederlandstalige remote
sensing boek met vele Nederlandse illustraties. Het is tot stand ge
komen door samenwerking van tal van instanties, zoals de Land
bouw Universiteit Wageningen, de Technische Universiteit Delft,
het ITC te Enschede, de Technisch Physische Dienst van TNO, het
Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium en de Meetkundige
Dienst van de Rijkswaterstaat. Het boek behandelt op een voor
leken begrijpelijke wijze de vele opnamesystemen en de toepas
singsmogelijkheden. We bladeren wat door het boek.
Gereflecteerd zonlicht kan fotografisch en met scanners worden
vastgelegd. Scanners worden vooral toegepast in satellieten. Zij
leveren digitale beelden die met de computer dienen te worden ver
werkt. In het tweede venster, de thermische infrarood band, be
vinden zich de golflengten die wij als warmte ervaren. Zij kunnen
ook met scanners worden opgenomen. Microgolven worden kunst
matig opgewekt met radartechnieken. Door looptijd en sterkte van
de reflectie te meten, kan het aardoppervlak in beeld worden ge
bracht.
Satellietbeelden geven een goed overzicht van een gebied of land.
Sinds de NOS ze dagelijks laat zien in het weerhoekje van het jour
naal, wekken ze geen bevreemding meer. Deze weerbeelden zijn
veel minder gedetailleerd dan de beelden van de Landsat en SPOT
satellieten. De jongste Landsat, Landsat-5, neemt op in zeven kleu
ren (spectraal banden) en heeft grondelementen (resolutie) van
30 x 30 meter. De SPOT neemt in drie kleuren waar en heeft een
resolutie van 20 x 20 meter. Ook maakt de SPOT zwart-wit opna
men, waarvan de resolutie 10 x 10 meter is. Zij zijn geschikt voor
topografische kaarteringen tot schaal 1 50 000.
Verscheidene malen zijn er al satellietmozaïeken van geheel Neder
land gemaakt. Ook dit boek bevat zo'n mozaïek, opgenomen door
de Landsat-5 op 1 november 1984. De spectrale banden 3, 4 en 5
zijn afgebeeld als respectievelijk blauw, groen en rood. Alleen band
3 behoort tot het zichtbare licht. De golflengte stemt ongeveer
overeen met rood. De banden 4 en 5 bevinden zich in het infrarood.
Het is dus een valse-kleuren beeld. Rood wordt als blauw afge
beeld, waardoor zandstranden, die veel rood reflecteren, als blauw
zijn afgebeeld. Nederland is daardoor op de rand van land en zee
fel blauw gebiesd. Begroeiing is als groen zichtbaar, maar toch is
dit niet het groen dat wij mensen zien, maar het is infrarood dat
groen gekleurd is.
Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat satellietbeelden, be
halve voor het opstellen van de weersverwachting en het af en toe
produceren van een fraai satellietmozaïek, nauwelijks van belang
zijn voor Nederland. Satelliet remote sensing lijkt nog steeds een
techniek voor de ontwikkelingslanden.
NGT GEODESIA 87