- ENQUÊTE NGL CONGRES 1987 Net als twèe jaar geleden (zie NGT Geodesia van februari 1986, p. 58) heeft de redactie tijdens het afgelopen NGL congres een enquête gehouden om de waardering te peilen van de gemiddelde bezoeker omtrent congres en tijdschrift. De vragen waren verdeeld in drie delen. Ten eerste werden wat algemene vragen gesteld over de achtergrond van de bezoeker; vervolgens werd naar waar dering en wensen gevraagd met betrekking tot het congres, terwijl tenslotte uitvoeriger dan twee jaar geleden naar de mening over NGT Geodesia werd geïnformeerd. Ten aanzien van de geldigheid van de steekproef en daarmee van de verkregen percentages die u in het vervolg zult aantreffen het volgende: er zijn 50 personen geïnterviewd op een totaal aantal congresdeelnemers van ongeveer 2000. Dit is 2,5%. Dit lijkt heel weinig, maar is in feite vele malen groter dan de percenta ges die worden gebruikt bij de telefonische enquêtes, waarmee het stijgen of dalen van de populariteit van onze minister-president of iets dergelijks wordt gemeten. Met de bekende formule voor de binomiale verdeling K 1,96 x y (N-n).p.(1 -p) (n.(N-1)) volgt voor onze steekproef een gerealiseerde afwijking K van afhankelijk van de uitkomst plus of min 8 14%. Onderstaande resultaten geven dus niet meer dan een indruk. Nu eerst het algemene gedeelte. Achtergronden deelnemers Ter aanvulling op de gegevens zoals die uit de enquête volgen, geven we hier eerst een tabel met gegevens van de vooraanmel ding per 9 oktober 1987, een kleine week dus voor aanvang van het congres. Deze gegevens betreffen de aanmeldingen per dag en per categorie van deelnemers (lid van aangesloten vereniging, vrije abonnee of overigen). dag woensdag donderdag vrijdag categorie aantal aantal aantal VTAK 219 24 307 28 348 38 VVL 183 20 226 21 191 21 NVG 75 8 117 11 96 11 VMDR 48 5 31 3 17 2 Abonnees 338 36 259 24 196 22 Overigen 62 7 143 13 58 6 Totaal 925 100 1083 100 906 100 Uit bovenstaande tabel blijkt allereerst, dat men toch vooral in zijn eigen sector geïnteresseerd is: het percentage VMDR-ers is het grootst op de eerste dag (thema: „Landmeten als kwaliteitspro- dukt", met twee lezingen door medewerkers van de Meetkundige Dienst) en dat van VTAK het grootst op vrijdag (thema: „Het kadastrale vastgöedsysteem"). Van de „vrije abonnees" zijn blijk baar ook velen werkzaam in de technische sector van ons vakge bied, gezien hun voorkeur voor de eerste dag. Uit de vooraanmeldingscijfers blijkt ook, dat 59% van de mensen zich voor één dag heeft aangemeld, 18% voor twee dagen, terwijl 23% de volle drie dagen wil blijven. Dat zo'n voornemen niet altijd uitkomt, blijkt uit de enquête: volgens deze komt 50% één dag, 38% twee dagen en slechts 12% de volle drie dagen! Blijkbaar geven velen op dat ze drie dagen komen terwijl ze eigenlijk maar twee dagen willen gaan, om zo op het laatste moment nog te kun nen beslissen welke twee dagen. In totaal hebben zich bijna 1900 personen van tevoren aangemeld voor deelname. Met de meer dan 200 deelnemers die zich nog tijdens het congres hebben inge schreven, levert dit dus een totaal aantal congressisten op van 2100! Via de vooraanmelding valt ook te berekenen wat de herkomst van de deelnemers is; zo blijkt 30% van VTAK te stammen, 10% van de NVG, 21 van de VVL, 3% van de VMDR, 27% is vrije abonnee, terwijl 9% zich uit anderen hoofde heeft aangemeld. Weer doorrekenende (met de ledenaantallen van het NGL; zie NGT Geodesia van september 1987, p. 344) is dan ook hieruit af te lei den, dat maar liefst 84% van de VVL leden een of meer dagen aan het congres heeft deelgenomen! Voor de VTAK is dat percentage 80%. Op grote afstand volgen dan de NVG waarvan 48% acte de présence gaf en de VMDR en de vrije abonnees met beide 44%. Een verklaring voor deze grote verschillen laten we graag aan u over. Een andere uitsplitsing naar herkomst betreft onze vraag of men bij de overheid werkte of niet. Maar liefst 68% zei hierop ja; 24% was in de particuliere sector werkzaam; 8% was nog studerend of reeds met de VUT of pensioen. Als slot van de algemene vragen informeerden we nog of men 8 twee jaar geleden ook op het NGL congres was geweest. Het blijkt dat het NGL een zeer trouw publiek heeft: maar liefst 88% had ook in 1985 aan het NGL congres deelgenomen! Waardering NGL congres We legden de geënquêteerden de volgende drie aspecten ter waardering voor als reden om naar het NGL congres te komen: Le zingen, Tentoonstelling en Persoonlijke Contacten. Elk aspect kon men waarderen met: (erg belangrijk), (minder belangrijk) en - (onbelangrijk). Onderstaande tabel geeft de gevonden re sultaten. aspect score Lezingen 32 54 14 Tentoonstelling 70 28 2 Persoonlijke contacten 68 30 2 Net als twee jaar geleden is de tentoonstelling weer de voor naamste trekpleister van het NGL congres, op de voet gevolgd door de wens om tijdens het congres oude bekenden te ontmoe ten en nieuwe werkcontacten te leggen. De lezingen trekken dui delijk minder; dit is eigenlijk een trieste constatering voor de orga nisatoren die elke keer het meeste werk hebben aan het samen stellen van een uitgekiend lezingenprogramma. Uit de diverse gesprekken is wel de indruk ontstaan, dat de lezingen dan wel niet de hoofdreden zijn om te komen, maar wel bepalend zijn welke dag (of dagen) aan het congres wordt deelgenomen. Ook is weer gevraagd naar de gewenste frequentie van het con gres. Maar liefst 94% van de deelnemers vindt de huidige twee jaarlijkse cyclus uitstekend; slechts een zeer kleine minderheid van 6% zou liever elk jaar een congres hebben. Ook met de lengte van het congres (drie dagen) was men tevreden: 84% vindt drie dagen goede mogelijkheden bieden om te kiezen welke lezingen te vol gen en welke dag de tentoonstelling af te lopen. Overigens zei 16% dat hen twee dagen NGL congres ook wel genoeg leek. Het laatste gedeelte van dit enquête-onderdeel betrof de vraag naar kritiek of suggesties voor het congres. We hadden zelf één suggestie, die afkomstig is van de programma's van vergelijkbare buitenlandse congressen (met name de Deutscher Geodëtentag), namelijk of men zou deelnemen aan vakexcursies als deze op het programma van het NGL congres zouden staan. Er bleek nogal wat interesse: 54% zei namelijk zonder meer „ja"; 24% ant woordde „misschien" en slechts 22% zei „nee". Als je de ant woorden iets nader bekijkt, valt het op dat de leden van de bij het NGL aangesloten verenigingen wat minder behoefte hebben aan zulke excursies; dit valt uiteraard te verklaren uit het feit, dat zij met hun vereniging al dit soort mogelijkheden hebben (zie bijvoor beeld de artikelen rond „25 jaar VVL" in het novembernummer 1987). Zoals gezegd, het is slechts een suggestie, en het is aan de NGL Congrescommissie 1989 te oordelen of dit een reële sug gestie is. Verdere zaken die bij de ondervraagden naar boven kwamen, zijn op de eerste plaats de lezingen: maar liefst 10% had op een of andere manier kritiek op de kwaliteit van de lezingen. De reden hiervoor laat zich als volgt omschrijven (citaat): „Het NGL congres moet ons weer twee jaar verder brengen; en ik heb op geen enkele manier de indruk dat een aantal van de hier gepresenteerde lezin gen ons daarbij helpt". Ten aanzien van de tentoonstelling kwam, net als twee jaar gele den, de suggestie naar boven om in een of andere vorm ook iets aan een banenmarkt te doen. Een aantal mensen miste ook op de tentoonstelling wat zaken die iets buiten het strikte landmeetkun dige vakgebied liggen, zoals kopieermachines enz., zeker in verge lijking met de reeds bovengenoemde Geodatentag. Slotopmerking is, dat het ook als prettig werd ervaren dat anders dan twee jaar geleden nu geen „bekende Nederlanders" als standwerkers op traden Opinie over NGT Geodesia Voordat we op inhoud en vormgeving van NGT Geodesia en inte ressesfeer van de lezer ingingen, stelden we eerst nog een aan vullende vraag over de grootte van ons lezerspubliek. Alle leden van de aangesloten verenigingen behoren daar automatisch toe; degenen die geen lid zijn, vroegen we of zij NGT Geodesia kenden. Bij vier procent bleek dit absoluut niet het geval! Verder had 24% een persoonlijk abonnement, terwijl de grote meerderheid (72%) het tijdschrift leest op de zaak, in bibliotheek of rondzendmap. Vervolgens vroegen we op welke wijze men NGT Geodesia leest. 16% antwoordt daarop dat men het blad echt intensief leest; 42% omschrijft zijn manier van lezen als doorlezen: terwijl 40% het tijd schrift alleen maar doorbladert. Gelukkig zei niemand maar wel- NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 10