De Hycon-fabriek, zoals deze te Pernis wordt gebouwd, is de
eerste complete installatie ter wereld volgens dit fabricageproces
en kost 1,2 miljard gulden. Voor deze methode is een omvangrijke
installatie nodig met verscheidene reactoren en een hoogwaardig
pijpennet, dat de hoge temperatuur (ruim 400 graden Celcius) en
de hoge werkdruk (tot 200 bar) aankan. Voor de bouw van een
dergelijke installatie is de maatvoering van groot belang omdat de
verschillende onderdelen van de installatie perfect moeten aanslui
ten. Door de toepassing van veel prefab-elementen tijdens de
bouw wordt die eis nog eens versterkt.
Fig. 1. Bestaande Hycon raffinaderij.
Organisatie
Plaats en taak Lummus Crest
De plannen voor de bouw van de Hycon zijn uitgewerkt door het
Petrochemisch Ingenieursbureau Lummus Crest BV; dit bureau is
naast hoofdaannemer tevens belast met de directievoering van het
project. Gezien de aard van het project vereist de ontwerpfase een
intensief samenspel tussen de opdrachtgever (Shell) en het inge
nieursbureau (Lummus Crest BV). In grote lijnen kan de procedure
als volgt worden geschetst:
1Lummus Crest krijgt van Shell de opdracht om een fabriek te
ontwerpen; de opdrachtgever geeft daarbij de beschikbare
ruimte (ongeveer 3 ha) aan, die niet mag worden overschre
den.
2. Als functie van het fabricageproces (grondstof, hoeveelheden,
eindprodukt, enz.) wordt door procesingenieurs een stroom
diagram gemaakt. Hierdoor wordt ook de benodigde appara
tuur bepaald (vaten, warmtewisselaars, pompen, compresso
ren, fornuizen, enz.). Deze apparatuur is door haar vaak enor
me omvang bepalend voor de situering van de overige onder
delen van de fabriek. Met behulp van deze gegevens wordt
een globale indeling van de ruimte gemaakt (grove indeling
piotplan).
3. Na overleg met de diverse fabrikanten van de apparatuur
wordt de definitieve keuze van de apparatuur gemaakt. In
sommige gevallen bepaalt Lummus Crest de maatvoering, in
andere gevallen de fabrikant.
4. Na vaststelling van de definitieve afmetingen van de appara
tuur worden de civiele ontwerpen gemaakt, zoals de grootte
en sterkte van de fundering. In deze fase komen andere aspec
ten aan de orde die van belang zijn voor het definitieve ont
werp, zoals:
aanleg riolering;
aanleg ondergrondse kabels;
veiligheid (waterstof is uiterst explosief);
aansluiting aan andere fabrieken op de raffinaderij in ver
band met aanvoer grondstoffen en afvoer eindprodukten;
bereikbaarheid voor onderhoud;
speciale eisen voor de pijpleidingen en isolatie in verband
met het werken onder hoge druk en met hoge tempera
turen.
De ontwerpfase zoals hierboven geschetst, is een proces van
ongeveer een tot anderhalf jaar. Het eindresultaat voor de maat
voering is een zeer gedetailleerd matenplan van de gehele fabriek.
Plaats en taak van Keynes Inpark in project
Op het moment dat Keynes Inpark werd ingeschakeld, was de
voorbereidende fase reeds afgerond. Het matenplan, waarbij alle
onderdelen van de fabriek zijn gerelateerd aan een plaatselijk coör
dinatensysteem, was reeds beschikbaar.
Onze taak in het Hycon-project kan het beste worden omschreven
als landmeetkundige ondersteuning van het uitvoerende en tevens
directievoerende bureau Lummus Crest.
16
In de praktijk betekent dit, dat meerdere meetploegen van diverse
bedrijven landmeetkundig werk verrichten op het Hycon-project.
De directie, in dit geval Keynes Inpark via Lummus Crest, was ech
ter verantwoordelijk voor de onafhankelijke controle en de coör
dinatie.
Omschrijving/indeling van het werk
Eindverantwoordelijk zijn voor de maatvoering van het project be
tekent constant bezig zijn met alle facetten van de maatvoering.
Bij het ontwerp van de Hycon zijn alle onderdelen vastgelegd in
een X, Y en Z-coördinaat.
Hoewel op de raffinaderij van Shell grondslag in een plaatselijk
stelsel aanwezig is, heeft men voor de Hycon gekozen voor een
afzonderlijk plaatselijk stelsel, uitgaande van een kruising van twee
wegen als nulpunt voor de X, Y-coördinaten, waarbij het Hycon-
terrein in het vierde kwadrant ligt. Voor de Z-coördinaat zijn een
aantal hoogtebouten in de omgeving van het Hycon-terrein in NAP
gebruikt. Voor de aanvang van het werk is door de Shell een aan
tal vaste punten aangegeven in X, Y-coördinaten. Onze eerste
taak was het controleren van deze vaste punten op een eventuele
verstoring.
In de loop van het werkproces zijn veel nieuwe punten gemaakt,
veelal buiten het eigenlijke bouwterrein, omdat door de uitvoering
van de werkzaamheden al spoedig een aantal punten verstoord of
niet meer bruikbaar was.
Allereerst is een onderzoek gedaan naar de theoretische maatvoe
ring. De informatie hierover moest uit diverse tekeningen worden
gehaald; de landmeter kan hiervoor beschikken over het volledige
tekeningenarchief van alle onderdelen van de Hycon. Daarna volg
de in het terrein de meting van het bepaalde onderdeel. De meet
resultaten werden besproken met de opdrachtgever, zodat deze
kon bepalen of het werk van de onderaannemer wel of niet accep
tabel was. Van elke meting werd een schriftelijke rapportage ge
maakt. De meetresultaten werden op zo eenvoudig mogelijke
wijze op schrift gesteld. Veel meetrapporten zijn later weer van be
lang geweest bij het plaatsen van apparatuur of prefab-elementen.
Een goed archiveringssysteem van de meetrapporten was daarbij
natuurlijk een voorwaarde.
Meetprocedures
Aan de hand van een aantal voorbeelden zal nu een indruk worden
gegeven van de verrichte werkzaamheden.
Palen
Vanuit de gecontroleerde vaste punten zijn met behulp van piket
ten de plaatsen aangegeven, waar de 1 700 heipalen moesten
worden geslagen. Deze piketten zijn in opdracht van het heibedrijf
eerst uitgezet door een ander landmeetkundig bureau. De aldus
geplaatste piketten zijn vervolgens door ons bureau opgemeten en
in het plaatselijke coördinatensysteem berekend. Hiervoor is ge
bruik gemaakt van een Wild T2 met Distomat, waarbij de gemeten
waarden direct zijn ingetoetst in een Epson, die voor dit doel was
gemonteerd op een waterpasstatief.
De keuze van deze apparatuur was zeer bewust gedaan. Omdat
op een dergelijk bouwproject nog weieens wat omver wordt ge
reden, was niet de allermodernste tachymeter voor dit werk inge
zet. Op deze wijze is het mogelijk direct in het terrein de gemeten
punten in coördinaten te berekenen en te controleren met de voor
af vanaf het palenplan berekende coördinaten. Op dit palenplan
zijn namelijk de afstanden van de palen tot de stramienlijnen aan
gegeven.
De later geslagen palen zijn op dezelfde wijze ingemeten, berekend
en verwerkt in maatrapporten. Aan de hand van deze maatrappor-
ten kon worden gezien wat de afwijking is van de geslagen paal
ten opzichte van de ontwerpcoördinaat. Vervolgens werd nage
gaan of de werkelijke plaats van de heipaal aanleiding gaf de fun
deringstekening aan te passen.
Fig. 2. Opstelling van de Wild T2 met Epson.
NGT GEODESIA