gelegd in de zgn. Nedeco-RWS regeling". Wat er in deze regeling stond, kon men mij op dat moment niet vertellen. Ja zeggen tegen een dergelijke job betekent: 1Een half jaar weg uit al je sociale contacten. Voor het overleg met mijn gezin kreeg ik precies één weekend de tijd. Met mijn werkgever, de Meetkundige Dienst van de Rijkswa terstaat, dienden twee zaken te worden besproken en geregeld: 2. Behoud ik mijn functie, c.q. garandeert de dienstleiding mij een andere functie bij mijn terugkeer? 3. Kan mijn functie tijdelijk door een aantal collega's worden waargenomen en zo ja hoe? Deze drie punten werden in een sneltreinvaart opgelost, in tegen stelling tot de secundaire arbeidsvoorwaarden, dat wil zeggen de voorwaarden waarop je wordt uitgezonden. Het duurde tot op de dag van vertrek (tien maanden later) voordat deze volledig waren geregeld. Toen in het voorjaar 1986 duidelijk werd dat het project doorging en ik was uitgekozen, besloot ik vast enkele zaken aan de hand van mijn voorlopige taakomschrijving voor te bereiden, zoals: a. Het verzamelen van literatuur en instructies op het gebied van hoogtemeting. Hierbij kon ik op de welwillende medewerking rekenen van de Faculteit der Geodesie van de TU Delft. b. Een op de RWS computer uitgevoerde verkenningsberekening volgens de theorieën van Baarda: twee waterpasnetten op Sumatra van respectievelijk 4600 en 7000 km (fig. 1). Een net van 4600 km was in de gedachtengang van Bakosur- tanal steeds voldoende om als basisnet op Sumatra te dienen. Een dergelijk wijdmazig net met zijdelengten tot 4600 km zal bepaald geen toppunt van precisie en betrouwbaarheid kunnen opleveren. Het tweede geschematiseerde net van 7000 km betekent dan ook een belangrijke verbetering op deze punten. Zo wordt bijvoorbeeld de kans op het opsporen van blunders aanmerkelijk vergroot door de kleinere kringen. c. Het opfrissen van mijn kennis op het gebied van gemotoriseerd waterpassen. Bakosurtanal had hoge verwachtingen van deze methode voor Indonesië door de positieve berichten hierover uit Zweden en Canada. Hoewel ik mij vanaf 1979 enkele jaren met deze methode en de eventuele toepassingsmogelijkheid bij de MD had be ziggehouden, waren enige praktische vingeroefeningen mijns inziens beslist noodzakelijk. Ingenieursbureau Oranjewoud was gaarne bereid mij enige dagen met ,,hun trein" te laten mee draaien. d. Tussendoor diende tijd te worden vrijgemaakt voor de admi nistratieve en medische voorbereiding, zoals paspoort, visum, internationaal rijbewijs, keuring, vaccinaties e.d. Verscheidene van deze zaken vragen een lange doorlooptijd. Zaak is dus hier tijdig mee te beginnen. Eigen werkzaamheden in Indonesië Het kostte enige weken om mij te oriënteren en aan te passen in een voor mij volkomen nieuwe wereld met een ander klimaat en een totaal andere cultuur. Ik moest wennen aan de hoge tempera tuur en vochtigheid en aan het regelmatig uitvallen van de water en elektriciteitsvoorziening, en vooral aan de in mijn ogen over dreven gedienstigheid, om niet te zeggen onderdanigheid, waar mee het huispersoneel van het Guesthouse me omringde. Het had wel het voordeel, dat ik me volledig kon wijden aan mijn werk. De eerste weken op kantoor zijn nodig om de mensen waarmee je gaat samenwerken, te leren kennen, in het bijzonder je counter part, en om erachter te komen hoe het werk is georganiseerd en welk kennisniveau aanwezig is. Een counterpart dient informatie te verstrekken over de organisa tie, de afdeling, het werk enz. De adviseur tracht middels woord, daad en geschrift zijn kennis op hem (en anderen) over te brengen. Na 1 Z2 week van oriëntatie, we begonnen juist aan elkaar te wennen, werd mijn counterpart voor zes maanden naar een cur sus Engels gestuurd. Het duurde 1 J6 maand voordat ik een nieuw koppel counterparts kreeg toegewezen. Mijn eerste voorlopige, maar ook mijn tweede, taakomschrijving behelsde meerdere jaren werk. Na enige oriëntatie moest ik aan geven welke werkzaamheden het meest noodzakelijk waren en hoe deze in de korte periode van een half jaar konden worden ge realiseerd. Dit resulteerde in de volgende hoofdpunten: ontwerpen van enkele waterpasnetten: verkennen van gedeelten ervan; schrijven van een instructieboek voor waterpassingen dat onder meer bevat: a. verkenningsregels; b. waterpasinstructie; c. opzet van een archiefsysteem; opstellen van een model-uitbestedingscontract; opzet van een literatuurlijst (bibliotheek); 20 opsporen van oude gegevens; diverse kleine adviezen. Waterpasnet Sumatra Om allerlei redenen is het nodig om per eiland, per land en in Europa denken en werken we zelfs aan per werelddeel één refe- rentievlak, ook wel één peil genaamd, te hebben. Enkele redenen hiervoor zijn: grote civieltechnische werken (wegen, waterlopen, spoor wegen); waterhuishouding; zeespiegelrijzing en bodembeweging. Zo'n referentievlak is een niveauvlak; in Nederland heet het „Nor maal Amsterdams Peil", in Duitsland „Normal Null" en in Europa „Réseau Européen Unifié de Nivellement". Eén peil voor heel Indonesië is in deze tijd nog niet mogelijk gezien de hoeveelheid eilanden, de onderlinge grote afstanden en de stand van de techniek. Besloten is dan ook om per groot eiland één referentievlak te kiezen en er indien mogelijk de kleine eilanden eromheen mee te verbinden. Met behulp van de resultaten van de in Nederland verrichte voorverkenning kon ik Bakosurnatal overtui gen, dat een in hun ogen te uitgebreid net nodig was. Ontwerp Het ontwerpen van een waterpasnet is in Nederland betrekkelijk eenvoudig, want er zijn vrijwel altijd goede recente topografische kaarten beschikbaar en bij vraagpunten is de afstand van kantoor naar het terrein niet zo groot. Op Sumatra, een eiland van 1750 bij 350 km, blijken de beste topografische kaarten op schaal 1 250 000 daarentegen nog uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog te stammen; van sommige delen zijn kaarten 1 50 000 beschikbaar. Tevens beschikte ik over enkele wegen- en toeristenkaarten 1 2 500 000. In deze kaarten komen nogal eens tegenspraken voor: wel een weg tegen over geen weg, een verharde weg of een voetpad. Eén ding was duidelijk: een verkenning in het terrein zou uitsluitsel moeten geven. Het ontworpen net heeft een totale lengte van ongeveer 11 000 km. Met dit net en een selectie eruit van 8700 km werden op de RWS computer in Nederland verkenningsberekeningen uitgevoerd volgens de theorieën van Baarda. De resultaten van deze toetsing, aangegeven in fig. 2, waren (en zijn) een belangrijke steun bij de uiteindelijke keuze van de waterpastrajecten. Sumatra Verkenning ontworpen net net (km) 11.300 8700 - net onafhankelijk mm/V~km 1 2 3 standaard afwijking mm/VTim 0.88 0.88 2.0 sectie tolerans mm/Vkm 3.5 3.5 8.0 kring tolerans mm/Vkm 1,75 1,75 4.0 - net afhankelijk st.afw. in het eindpunt mm 25 30 67 interne betrouwbaarheid mm 67 85 189 (80% significantie) gevolgen niet ontdekte mm I 44 I I 42 I I 95 I fouten voor de knooppunten 1, 2 normen In Nederland 3 norm krlngtolerans in Indonesië Fig. 2. S. Sumatra Istacnd Fig. 3. Verkenning waterpasnet Zuid-Sumatra. NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 22