SELECTIECODE per element opgenomen code om aan te geven tot welke kaart- producten het behoort B kadastraal bijblad G GBKN-blad 4 1 5 f t.b.v. vrij te bestemmen producten 6 W werkplan 2 (RVK) voorbeeld: Q 02 as spoor T 06 houtwal -♦ G03 kad. gem. grens seico: B,G,W seico: G,W seico: B Fig. 9. Selectiecodetabel. d. Hardware en datacommunicatie Voor de volledigheid ziet u bij fig. 10 het actuele configuratiesche ma van de bij LKI in gebruik zijnde apparatuur. De kern wordt cen traal gevormd door een cluster van twee VAX 11/785-systemen. Daaraan gekoppeld zijn een aantal schijfeenheden, waarop de hoofdbestanden fysiek zijn opgeslagen. Op dit moment is deze capaciteit uitgebreid met een VAX 8530, die in het cluster wordt opgenomen. Centraal zijn ook een aantal grafische werkstations aanwezig voor produktiewerkzaamheden, zoals o.a. fotogramme- trie en massale digitalisering, en voor het systeembeheer en de ontwikkeling. De communicatie is centraal fysiek verzorgd via Ethernet en software-matig via Decnet. Nieuw is de binnenkort te realiseren koppeling van de decentrale werkstations aan de lokaal opgestelde MVAX-2-computers, waardoor de IGOS-capaciteit meer effectief kan worden benut. Datacommunicatie. De overzendsnelheid van bestanden tus sen Apeldoorn en de vestigingen bedraagt ongeveer 150 re cords per minuut (ofte wel 1 Megabyte per uur aan gegevens). Dit heeft onder andere te maken met het gebruik van vaste PTT-lijnen en modems, die op een transportsnelheid van 4800 Baud zijn afgesteld. Omdat de werkstations nu nog recht streeks zijn verbonden met de centrale VAX-cluster, zijn ze tijdens het datatransport niet vrij voor het normale grafische werk. Met de koppeling van de IGOS-stations aan de recente lijk geplaatste lokale MVAX zal hierin verbetering komen. Wijziging van de classificatietabel. De voorlopig geformuleerde classificatietabel voldeed niet. Dit kwam enerzijds doordat er doublures in zaten, anderzijds doordat meer classificaties wen selijk waren. Als voorbeeld noem ik de klasse N (Grond); deze is vervallen, omdat daarmee ten onrechte de suggestie wordt gewekt, dat het mogelijk is informatie met betrekking tot topo grafische oppervlakte-elementen te genereren. De database structuur laat dit niet toe. De tabel is nu structureel gewijzigd, maar blijft afgestemd op de standaardclassificatie van topogra fische elementen van de BOCO. Ook vermeld ik met nadruk, dat het DUF-formaat niet is aange past als gevolg van de nieuwe classificatie en de invoering van de selectiecode; binnen DUF zijn deze twee attributen met el kaar versleuteld. Eventuele problemen, die ontstaan bij instan ties die in digitale projecten samenwerken met het Kadaster, zullen individueel worden bekeken. In het tijdschrift NGT Geo- desia zal een nieuwe classificatietabel en een volledige be schrijving van het DUF-formaat worden opgenomen. Omvang van de gegevensbank. Zoals gezegd, wordt nu ge werkt met zgn. project-hoofdbestanden. Deze aanpak heeft enkele nadelen: a. bij aangrenzende projecten ontstaan tijdens het verwerken van de inwinning en de bijhouding problemen in het grens gebied. Deze gebiedsrandproblemen dienen altijd in twee bestanden interactief te worden opgelost; b. Het is niet mogelijk reeds via andere gegevensinwinnings- systemen of van derden verkregen digitale bestanden op te slaan, als ze buiten de gereserveerde gebieden vallen. Zou hiervoor iedere keer een hoofdbestand worden aange maakt, dan betekent dat een grote versnippering van opslag met alle organisatorische gevolgen van dien. Daarom zijn ter verbetering proeven genomen met het opzet ten van één hoofdbestand per provinciale vestiging. Het aantal zones wordt dan echter behoorlijk uitgebreid. Om nu niet te veel schijfruimte in beslag te nemen, wordt de gereserveerde ruimte per zone drastisch verkleind. De resultaten zien er tot dusver veelbelovend uit. huidige situatie met verkleining van de zones project-hoofdbestand: ca. 10.000 ha gehele provincie: ca. 250.000 ha 60 Mb 1500 Mb (1.5 Gb) 200 Mb bezettingsgraad 10% (20.000 ha) landelijk model: ca. 3.500.000 ha 21000 Mb (21 Gb) 2800 Mb (3 Gb) bezettingsgraad 10% (280.000 ha) Fig. 11. Rekenvoorbeeld. Evaluatie en invoering Op basis van de evaluatie van de proefprojecten zijn tijdens de ont wikkelingsfase nog veel systeemverbeteringen aangebracht. Enkele technische zaken die soms hebben geleid tot aanpassingen in de programmatuur, zijn: Het rekenvoorbeeld van fig. 11 laat een en ander ter illustratie zien. Uit de analyse van de gegevensbestanden blijkt een project- hoofdbestand van ongeveer 10 000 ha. landelijk gebied ongeveer 60 Megabyte in beslag te nemen. Vertalen we dit naar een gehele provincie van bijvoorbeeld 250 000 ha., dan zou dit hoofdbestand in de huidige situatie ongeveer 1500 Mb bedragen. Na verkleining van de zone-inhoud is dit bij een dichtheid of bezettingsgraad van 10% nog maar 200 Mb. Als we dit hypothetische geval op landelijke schaal extrapoleren, zouden we onder de huidige omstandigheden 21 000 Megabyte ofte wel ongeveer 21 Gygabyte schijfruimte beschikbaar moeten houden. Afgezien nog van het beheer van de database, is dit ook uit kostenoverwegingen niet verstandig. Het alternatief van onge veer 3 Gygabyte bij een geplande geleidelijke groei is veel beter. De gepresenteerde cijfers moet u met een behoorlijke korrel zout nemen; immers het gaat hier over berekeningen voor landelijk ge- ETHERNET DECNET 14X VESTIGING OKÜTIZER IX Fig. 10. Configuratie. 66 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 14