Een gemeentebrede vastgoedgegevensbank;
het hoe en waarom*)
bied. Voor een reële schatting van geheel Nederland ontbreken
nog de representatieve cijfers voor het stedelijk gebied, waardoor
alleen nog maar een kwantitatieve groei is te verwachten.
Indien de proefnemingen slagen, zal nog in 1988 de overgang naar
provinciale databases worden gerealiseerd. Deze provinciale
hoofdbestanden blijven zoals voorheen centraal opgeslagen.
Conclusie
Concluderend kan ik stellen, dat een meer uitgebreid pilot-project
wellicht een aantal problemen had kunnen voorkomen. Aan de an
dere kant zijn er altijd aspecten bij de ontwikkeling van een zo om
vangrijk automatiseringsproject als LKI, die niet op voorhand goed
zijn in te schatten. Naast de soms moeilijke technische keuzen
denk ik dan aan de gevolgen van de versnelde landelijke invoering
van LKI. De organisatorische consequenties daarbij zijn nog niet
voldoende uitgekristalliseerd. De acceptatie van een systeem door
de gebruiker staat of valt met een goede introductie en begeleiding
en het tot in detail regelen van het applicatie- en systeembeheer.
Begin 1988 zullen alle systeemonderdelen definitief operationeel
zijn. Pas dan kan ook integrale systeemevaluatie op gang komen,
waarin niet in de laatste plaats de personele en organisatorische
problematiek aan de orde komen.
Resumé en toekomstige ontwikkelingen
Met het huidige LKI-systeem heeft het Kadaster een eerste stap
gezet op de weg naar de realisatie van het grafische deel van haar
vastgoedinformatiesysteem. De afgelopen jaren zijn een leerpro
ces geweest en hebben in ieder geval een goed beeld gegeven
welke mogelijkheden er zijn en vooral ook tegen welke problemen
men kan oplopen.
Voordat ik begin met mijn lezing, wil ik u graag laten ken
nismaken met K. Aartenbak. De heer Klaas Aartenbak is
ambtenaar schaal 5 ter gemeentesecretarie. Hij is aangeno
men voor het beheer van de registers, waarin allerlei gege
vens staan over het gemeentelijke onroerend goed. Die gege
vens hebben ze nodig op de afdeling waar Klaas werkt. Ik
heb nog een foto van hem die jaren geleden is gemaakt. Ver
plaatst u zich eens in zijn toenmalige werkomgeving. Er was
ook toen al veel belangstelling voor de gegevens over onroe
rend goed. Een man die uitgezakt is gaan zitten, laat duidelijk
merken, dat het wachten hem al veel te lang heeft geduurd
en ook achter de loketten wordt flink gedrongen. Aartenbak
zit achter zijn bureau. Hij is redelijk ambitieus en heeft met
meer dan gemiddelde snelheid zojuist per dienstgazelle een
tocht gemaakt naar het Kadaster om wat gegevens op te ha
len. Hij moet zijn mensen nog aan informatie helpen en is toe
aan de koffie. Ik zal hem maar even met rust laten. Dat geeft
mij de gelegenheid te beginnen met mijn voordracht, getiteld:
een gemeentebrede vastgoedgegevensbank; het hoe en
waarom.
Lezing gehouden op 15 oktober 1987 te Utrecht tijdens het
14e NGL congres.
NGT GEODESIA 88
Tot slot wil ik nog enkele onderwerpen aanstippen, die zeker tot
toekomstige systeemverbetering aanleiding zuilen geven:
onderzoek naar verdere optimalisering van de gegevensbank
en de interactieve subsystemen. Hierbij denk ik bijvoorbeeld
aan decentralisatie van de fysieke opslag van hoofdbestanden,
met als achterliggend idee het direct kunnen muteren van het
bestand (mutatiebestand in plaats van werkbestand);
uitbreiding en modernisering van de IGOS-configuratie medio
1988, door het overgaan op VMS als operating systeem in de
multi-user omgeving van de MVAX;
ontwikkeling van standaardprocedures voor de gegevensuit
wisseling met onze externe relaties. Door de te verwachten
toename van het uitbesteden van kadastraal werk zal dit nood
zakelijk zijn. Hierbij valt te denken aan directe computerverbin
dingen tussen Kadaster en derden;
meer mogelijkheden creëren om controlegegevens en bedrijfs
kundige informatie te verkrijgen uit het systeem;
toepassing van relationele en semantische database-structuren
behoort tot de tegenwoordige opties, met als doel uitbreiding
van attributen en relaties van de gegevenselementen. De huidi
ge netwerkstructuren brengen dan omvangrijke conversie
werkzaamheden met zich mee;
onderzoek naar de relatie tussen het AKR en LKI. Fysieke inte
gratie van deze twee grote gegevensbanken zal niet plaatsvin
den. Voorlopig is alleen een zgn. ,,off-line"-koppeling ge
wenst, om in ieder geval het divergeren van gelijksoortige ob
jectinformatie in de toekomst tegen te gaan.
Dit zijn uiteraard maar enkele van de vele onderwerpen, die het Ka
daster de komende tijd zullen bezighouden.
Met betrekking tot het hoe (de organisatie van het beheer van het
informatiesysteem) zal ik u informeren, maar het waarom (de orga
nisatie van het gebruikzal ik zeker niet verwaarlozen.
Naar mijn mening bekommeren wij, die ons op alle niveaus bezig
houden met het wiskundig en kartografisch beschrijven van het
aardoppervlak en het administratief vastleggen van allerlei relaties
tussen de mensen en de grond, ons namelijk veel te weinig om het
gebruik van onze informatie. Ook op dit congres hoort u weer heel
veel over het hoe en veel minder over het waarom. Om twee rede
nen moeten wij ons naar mijn mening juist veel meer gaan bezig
houden met het waarom en het organiseren en stimuleren van het
gebruik van onze grafische en niet-grafische vastgoedinformatie,
omdat:
niemand het doet als wij het niet doen en als het niet wordt
gedaan, het maar helemaal de vraag is of de organisatie ver
standig en gretig genoeg reageert op de gebruiksmogelijk
heden van onze vastgoedinformatie, en of een kosten-baten
analyse wel positief uitvalt als het gebruik zich daarom niet
volledig heeft ontwikkeld. U hoeft maar eenmaal te raden wat
er dan in een volgende bezuinigingsronde gebeurt met een in
formatiesysteem waarvan niet is aangetoond, dat het nut het
offer meer dan waard is;
het organiseren en stimuleren van het gebruik van onze infor
matie een boeiend stuk werk is, dat in de plaats moet komen
voor het steeds minder tijd en aandacht vragende meet-,
67
door ir. J. B. van Reij, hoofd van de afdeling Vastgoedinformatie van de gemeente
Utrecht.
SUMMARY
A municipal information bank; how and why
Based on a ludic memory on „how it was and how it should be" the implementation of a municipal
LIS in Utrecht is explaned pointing out the organization of the development of the system as well as
the financial, personnel, strategic, political and managerial aspects.