het systeem moet ingericht zijn op eenvoudige uitbreiding, zowel functioneel als technisch; de mogelijkheid tot het opnemen van basisgegevens moet in het systeem expliciet aanwezig zijn; de beheersvorm van deze gegevens moet kunnen worden afgestemd op de gemeente lijke organisatie; alle te ontwikkelen deelsystemen moeten aan elkaar kunnen worden gekoppeld; het systeem moet aggregatie van gegevens en grafische pre sentatie ten behoeve van managementtaken en het voeren van beleid mogelijk maken; binnen het systeem moet, zowel binnen de applicatie zelf als naar de topografie, grafisch-administratieve koppeling mogelijk zijn. In het CLOVIS-project worden drie conceptuele systemen ontwik keld, te weten: 1Integraal Basis Vastgoed Informatiesysteem (IBVIS); 2. Systeem voor Grafisch Beheer (SGB); 3. Grafische Presentatie Module (GPM). IBVIS en SGB zijn koppelingsprodukten, waarbij IBVIS primair op de administratieve koppeling is georiënteerd, terwijl SGB hoofdza kelijk op de grafische koppeling is gericht. GPM is geen koppe- lingsprodukt, maar een systeem waarmee de administratieve gegevens uit de applicaties grafisch kunnen worden gepre senteerd. Naast deze conceptuele systemen worden in het project ook deel systemen ontwikkeld die gericht zijn op een bepaalde activiteit. Deze zgn. applicatiesystemen zijn: bouw- en woningtoezicht, ge meentekadaster, onroerend-goedbelasting, energiebedrijf, rioolbe- heer, groenbeheer, wegbeheer, gebouwenbeheer, vergunningen registratie en volkshuisvesting. Gegevenstheorie In het vorige hoofdstuk is de toepassing van het systeem van basisregistraties beschreven voor gemeenten. Er zijn echter veel meer consumenten en producenten van vastgoedinformatie, bij voorbeeld Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijksplanologische Dienst, Kadaster, nutsbedrijven, waterschappen, notariaat en par ticuliere bedrijven. Hoewel de matrix van de basisregistraties de zelfde blijft, is de inhoud van de verschillende rijen en kolommen uitgebreider dan uitsluitend voor gemeentelijke toepassingen. Het gaat bij de basisregistraties om een groot aantal gegevenselemen- ten, maar is toch aanzienlijk minder dan het totale veld van de vastgoedgegevens. De ontwikkelingen in de gegevenstheorie rich ten zich daarom in eerste instantie op de basisgegevens. Omdat elke rij of kolom in de matrix als een basisregistratie kan worden beschouwd, zou in deze lezing de stand van zaken voor alle rijen en kolommen kunnen worden nagegaan. Omwille van de tijd zul len slechts enkele voorbeelden worden gegeven. De ontwikkeling van de gegevenstheorie richt zich thans op een drietal aspecten: classificeren van de gegevens; kwaliteitsonderzoek; structurering van de gegevens. a. Classificatie van de vastgoedgegevens In het algemeen is voor de basisregistraties van belang, dat de gegevens worden ingedeeld in uniforme klassen, dat de gegevens- elementen een algemeen geaccepteerde naam krijgen, dat één uniforme omschrijving wordt gemaakt en dat in het informatie systeem zo mogelijk één manier van presenteren wordt gehand haafd. In de volgende basisregistraties is te zien hoever men is ge komen met de ontwikkeling van de classificaties. BASISREGISTRATIE GEBOUWEN Bij de ontwikkeling van de classificatie voor basisgegevens met betrekking tot gebouwen zijn een drietal ontwikkelingen van belang. De eerste is het initiatief van de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie (RAVI). De RAVI heeft in haar rapport no. 5 voorstellen gedaan voor de basisregistratie van woonverblijven. Deze basisregistratie is bedoeld als een landelijke registratie, waar in alleen die gebouwen worden bijgehouden, die vallen onder de term woonverblijf (dus geen bedrijfsgebouwen). In de registratie moeten gegevens worden bijgehouden, die door verschillende instanties worden of zullen worden gebruikt en die op landelijke schaal nodig zijn. De keuze of een gegeven al dan niet in de Basis registratie Woonverblijven moet worden bijgehouden, is dus op andere criteria gebaseerd dan die gelden voor de keuze of een gegeven in een gemeentelijke basisregistratie wordt bijgehouden. Voor verdere details van de classificatie wordt verwezen naar het genoemde rapport. Voor de opzet van een specifieke basisregistratie voor gebouwge- gevens in gemeentelijke bestanden is een nieuw initiatief genomen 56 door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze gaat een zgn. Gemeentelijk Functioneel Ontwerp (GFO) voor de vastgoedin formatie ontwikkelen. Hetzelfde is reeds gebeurd voor de bevol kingsgegevens, terwijl plannen voor een GFO voor de milieu informatie in voorbereiding zijn. Een belangrijk element van dit GFO is een classificatie van de gemeentelijke basisregistratie van gebouwgegevens. Omdat de VNG participeerde in het bovenge noemde onderzoek van de RAVI, mogen we veronderstellen dat hier niet een nieuwe classificatie wordt ontworpen, maar dat wordt aangesloten op de voorstellen van de RAVI. De derde ontwikkeling heeft betrekking op autonome initiatieven van enkele gemeenten. Er zijn gemeenten, die reeds min of meer een algemene vastgoedregistratie hebben ingevoerd of bezig zijn die in te voeren. Deze gemeenten voelen de dringende noodzaak om de basisgegevens te classificeren. Zodoende ontstaat een aan tal classificaties, die weliswaar op onderdelen van elkaar ver schillen, maar in grote lijnen toch met elkaar overeenkomen. Deze autonome ontwikkelingen wijzen wel op de noodzaak om snel een uniform classificatiestelsel voor Nederland te ontwerpen, omdat anders kostbare conversies nodig zijn om van het ene geautomati seerde stelsel over te gaan naar het nieuwe uniforme. BASISREGISTRATIE TOPOGRAFIE In 1980 is een eerste classificatiesysteem van topografische ele menten gepubliceerd door de Bestuurlijke Overlegcommissie voor Overheidsautomatisering (BOCO). Na verwerking van het com mentaar van verschillende bedrijven en instellingen is in 1982 een definitieve versie verschenen. Het is de bedoeling, dat het classifi catiesysteem regelmatig wordt bijgehouden. In 1985 is daarom de tweede uitgave verschenen (Dienst Kadaster, classificatie van topografische elementen, tweede uitgave, oktober 1985). In deze publikatie zijn 500 topografische elementen, gericht op grootscha lige topografie, geclassificeerd en gedefinieerd; de elementen zijn gegroepeerd in elf klassen. De voorstellen voor de afbeelding van de elementen ontbreken nog. De Commissie Topografische Basisbestanden van de RAVI laat daarom thans een onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden van een uniforme afbeelding van topografische elementen. Vroe ger kon men volstaan met normbladen; nu worden gegevensele- menten opgeslagen in bestanden die op alle mogelijke schalen kunnen worden gepresenteerd. Afbeeldingen op verschillende schalen behoeven niet aan elkaar gelijk te zijn; vandaar dat voor ieder element in feite een klein software-programma moet worden geschreven. De researchopdracht wordt uitgevoerd door de Vakgroep Karto- grafie van de RU Utrecht en van het ITC. Als dit onderzoek is uit gevoerd, zai dit worden gepresenteerd aan het Nederlands Norma lisatie Instituut ten einde de voorstellen te verheffen tot Nederland se norm. Met een dergelijk proces zijn jaren gemoeid, omdat de producenten van topografische informatie voldoende inspraak moeten hebben op het resultaat. Al discussiërend met de deskun digen van het NNI komt de wens naar voren de vastgoedinforma tie onder te brengen in één commissie van het NNI. GEGEVENSGROEP JURIDISCHE GEGEVENS De voorgaande classificaties hadden betrekking op rijen in de ma trix van de basisregistraties. Een voorbeeld van een kolom is de gegevensgroep juridische gegevens. De privaatrechtelijke gege vens van onroerend goed (gebouwen en percelen) worden bijge houden door het Kadaster. De Automatisering van de Kadastrale Registratie van het Kadaster (AKR) kent ongeveer 1900 verschil lende privaatrechtelijke situaties. Dit grote aantal is het gevolg van het feit, dat verschillende combinaties van rechten op één perceel kunnen voorkomen. Ontleden we deze in de basisrechten, dan blijkt het aantal veel geringer te zijn. Over deze classificatie behoe ven we ons geen zorgen te maken, omdat die in goede handen is bij het Kadaster. Een probleem dat de laatste tijd aandacht krijgt, is de gebrekkige en overal verspreide registratie van publiekrechtelijke belemmerin gen. De RAVI voert momenteel onderzoek uit naar deze problema tiek. In de studies wordt aangegeven welke publiekrechtelijke be lemmeringen minimaal zouden moeten worden bijgehouden. Vast gesteld moet worden wie de mogelijke beheerder van een dergelijk basissysteem zal zijn. Anders dan voor de privaatrechtelijke situa tie, komen hiervoor de gemeenten in aanmerking, omdat deze veel publiekrechtelijke belemmeringen opleggen. i Uit het bovenstaande blijkt, dat de RAVI en de VNG een belangrij ke rol spelen bij de classificatie van vastgoedgegevens. In het voorgaande werden enkele voorbeelden gegeven. Nog niet alle rij en en kolommen van de matrix met basisregistraties worden bij het onderzoek betrokken. Gewenst is dat dit onderzoek systema tisch wordt aangepakt. Mogelijk kan de RAVI over deze zaak een plan op lange termijn het licht doen zien. NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 4