keekers Ktf-AMEf? schuur van ..eiser J In de volgende situatie kwam de landmeter niet tot een techni sche, maar tot een administratieve oplossing. Gevraagd werd aan te geven waar de grens tussen een jaagpad en de aangrenzende percelen was gelegen (fig. 5). Reconstructie in het terrein bleek niet mogelijk om de eenvoudige reden dat geen reconstructie- gegevens voorhanden waren. Noch uit de Openbare Registers noch met behulp van kartografische gegevens kon aan het ver zoek worden voldaan. Dat in dit geval zelfs de kadastrale kaart geen uitkomst kon bieden, moest worden geconcludeerd uit de vervaardigingsinstructie volgens de Recueil Méthodique. In art. 151 wordt bepaald (ik heb hier al op gewezen), dat wegen en paden die een integrerend deel van eigendommen uitmaken ,,niet dan zo na mogelijk en door gestipte lijnen" worden afgebeeld. Dit Fig. 5. In oude situaties kan een administratieve oplossing, zoals t.g. v. de akte van grensregeling, uitkomst bieden. afstand /tussen raam ien erfaf- scheidin r~ - van "bedrijfsruimte van gedaagde ^litigieus raam Fig. 4. Plaatselijke situatie, zaak Reekers Kramer. (Bepaling bij de invoering van het metrieke stelsel; besluit gepubli ceerd in het Staatsblad 1817 no. 15). Omdat het raam binnen de wettelijk vastgestelde afstand van twee meter is aangebracht, wordt Kramer veroordeeld, op straffe van een dwangsom, het raam te voorzien van ondoorzichtig glas. Tegen dit vonnis gaat Kramer in beroep en legt de zaak voor aan het Gerechtshof. Ook dit college gelast een descente en verlangt bijstand van een deskundige. De deskundige, een landmeter van het Kadaster, geeft tekst en uitleg over de reconstructie, waarna het Hof, evenals de Rechtbank, tot de conclusie komt dat de af stand van de muur tot de erfscheiding ter hoogte van het raam minder dan twee meter bedraagt. Dus de reconstructie wordt als juist aanvaard. Dit betreft het technische aspect, maar nu de juridi sche waarde. In de toelichting op de meting werd aan beide colleges voorgelegd, dat om technisch-wetenschappelijke redenen rekening moest wor den gehouden met een betrouwbaarheidsstrook. Tevens werd aangegeven hoe breed die strook in dit specifieke geval kon zijn. Zowel Rechtbank als Hof schenken aandacht aan de betrouwbaar heidsstrook. De Rechtbank vindt, dat zij met die strook geen reke ning behoeft te houden. De kans dat de theoretische grens afwijkt van de gereconstrueerde grens, komt voor risico van degene die een raam aanbrengt in een muur welke op ongeveer twee meter uit een grenslijn is gelegen. De rechter zegt als het ware: zorg voor een grensvaststelling vooraf. Het Hof daarentegen komt niet verder dan een voorbeschouwing. Omdat de betrouwbaarheids- strook breder is dan één centimeter, kan niet met zekerheid wor den gezegd, dat de afstand tussen muur en grenslijn minder dan twee meter bedraagt. Reekers wordt derhalve in het ongelijk gesteld wegens gebrek aan bewijs. Wat kunnen wij hieruit leren? Er zijn twee mogelijkheden. De eerste is: de grens strikt reconstrueren volgens de beschikbare re- constructiegegevens. Wordt het geschil daarmede niet opgelost, dan kan de rechter beslissen om de gereconstrueerde grens aan te houden dan wel om een andere grenslijn vast te stellen. De twee de mogelijkheid is: de grens reconstrueren waarbij rekening wordt gehouden met de betrouwbaarheidsstrook. Blijft ook nu het ge schil bestaan, dan heeft de rechter minder ruimte om te beslissen. Voor de hand ligt, dat hij niet bewezen acht dat de gereconstrueer de grens identiek is aan de theoretische grens. Aan de gerecon strueerde grens ligt immers een subjectief waardeoordeel mede ten grondslag. Met deze tweede mogelijkheid wordt wel bereikt dat bijvoorbeeld een raam mag blijven bestaan, doch de grens kwestie wordt niet opgelost. nu was hier het geval. Aan betrokkenen werd daarom voorgesteld een grensregeling aan te gaan, deze in een notariële akte te laten vastleggen en vervolgens over te schrijven in de Openbare Regis ters. De akte van grensregeling, waarvan een tekening deel uit maakte, werd inderdaad overgeschreven. Wat bij een grensregeling beslist niet moet gebeuren, is het op nemen van een verklaring waarbij „voor zover nodig" eigendom wordt overgedragen. Bij een grensregeling kan van overdracht, laat staan van een eventuele overdracht, geen sprake zijn. Dat de landmeter bij zijn reconstructie niet alleen in bebouwd ge bied doch ook in landelijk gebied uiterst zorgvuldig te werk moet gaan, moge blijken uit de alledaagse situatie in fig. 6. De landeige naar toonde zich, toen deze opname werd gemaakt, (terecht) ongerust. Afhankelijk van degene die een nieuwe oeverbescher ming aanbrengt, is er vrijwel altijd sprake van een bepaalde vorm van toeëigening. Om die reden zal de landmeter bij zijn reconstruc tie zich primair laten leiden door de gegevens die het reconstructie bestand of de Openbare Registers hem bieden. Ambtshalve vaststelling van plaats gehad hebbende verjaring behoort niet tot de taak van de landmeter. Belanghebbenden die menen dat zich een verjaring heeft voorgedaan, kan ik aanbevelen de landmeet kundige gegevens van het Kadaster te raadplegen. In vele gevallen Fig. 6. Voorkoming van verdere afslag of een bescheiden vorm van kunstmatige aanwas(dus inpoldering"). Het reconstructie bestand of de Openbare Registers kunnen hierover uitsluitsel geven. 106 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 10