NBW 3.1.2. OPLEIDING KADASTERWET registergoederen meer inschrijvingen rangorde derdenbescherming - onvolledigheid - onjuistheid - juridisch - administr. technisch - commercieel - taken - bewaarder - openbare registers - kadastrale registratie - bijwerking - bijhouding - vernieuwing In de Kadasterwet is de hoofdindeling: a. algemene bepalingen: taak van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Regis ters; organisatie van het Kadaster; Kadasterraad (RAVI); functie van bewaarder; b. openbare registers: soorten; vereisten voor inschrijving; voorlopige aantekeningen; c. kadastrale registratie, kaarten en RD-net waarin o.a.: soorten; d. bijwerking: bijhouding; vernieuwing (art. 75 e.v.); e. schepen en luchtvaartuigen; f. informatieverstrekking; g. slotbepalingen waarin o.a.: aansprakelijkheid van de Staat. In het kader van het thema van deze congresdag, namelijk het be heer van het kadastrale vastgoedsysteem, wil ik mij beperken tot de consequenties van een onverkorte invoering van het NBW en de Kadasterwet. Opleiding De vernieuwing in juridisch opzicht stelt de kadastermedewerker voor grote problemen. Vertrouwd met wetgeving die in 1988 150 jaar oud is, waarvan het systeem herkenbaar is, dient hij/zij zich bij te scholen in onder meer het NBW en de Kadasterwet en moet zich de diverse instructies eigen maken die zijn/haar dagelijkse bestaan bepalen. Juist in een periode waarin niet alleen sprake is van afslanking, reorganisatie, privatisering en wat de kadastrale ambtenaar nog meer overkomt, maar ook een technische vernieu wing zijn intrede doet. Automatisering van de kadastrale en hypothecaire boekhouding, vervaardiging van digitale kaartprodukten als Grootschalige Basis- kaart van Nederland en de kadastrale kaart via de methode van de grafische kaartconversie, kan men dit allemaal bijbenen? De komende jaren zullen aanzienlijke investeringen in de opleiding van kadastrale medewerkers moeten worden gedaan. Uiteindelijk wordt het imago van het Kadaster bepaald door diegenen met wie de maatschappij dagelijks en rechtstreeks in contact treedt, de man of vrouw aan de balie en aan de telefoon, de landmeter in het terrein, maar ook de beleidsmedewerker in de een of andere com missie. Een bijscholing op het juridische en administratief/technische vlak is echter niet voldoende. Het Kadaster staat in het midden van de informatiemaatschappij, zeker wat betreft vastgoedgegevens. Daarom is het vanzelfsprekend, dat invoering van automatisering van administratieve en technische bestanden wordt gekoppeld aan kennisneming van de mogelijkheden van de automatisering. Op deze wijze kan van het aanwezige potentieel aan denk- en werkkracht van de kadastrale medewerker optimaal gebruik wor den gemaakt. Hoewel wetgeving het primaat heeft ten opzichte van de uitvoe ring, zeker in een dienst als het Kadaster, wellicht kan toch in de situatie van verregaande automatisering de uitvoering invloed uit oefenen op de wetgever. In dit verband wil ik noemen: de vernieu wing van de hypotheken. De omvang van de openbare registers heeft sedert 1966 zulke vormen aangenomen en niet in de laatste plaats door het toenemend aantal inschrijvingen, dat een vernieu wing te zamen met de automatisering van de hypothecaire boek houding tot een ingedikt en gemakkelijker toegankelijker systeem moet kunnen leiden. We moeten echter niet uit het oog verliezen, dat de kadastrale registratie een afgeleide is. Hoe nauwgezet deze ook wordt bijge houden en hoe nauwkeurig de landmeter grenzen inmeet en vast legt op kaarten, uiteindelijk zijn het de openbare registers die de 109 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 13