ene), die met hetzelfde departement zijn verbonden, maar die wel een van dat departement onafhankelijk secretariaat hebben. Exter ne adviesraden plegen een drieledige samenstelling te hebben, waarin wel plaats is voor lagere overheden naast maatschappelijke organisaties en wetenschappelijke en bestuurlijke deskundigen, maar juist niet voor rijksambtenaren die in de huidige RAVI de meerderheid uitmaken [18], Ambtenaren behoren alleen toegang te hebben tot de vergaderingen van commissies en van de raad zelf, in de hoedanigheid van ministeriële vertegenwoordigers met adviserende stem. Positie gemeenten Er is nog een tweede reden waarom de voorlopige RAVI aan een gewijzigde opzet toe is. Die betreft de specifieke verhouding tus sen Kadaster en gemeenten. De laatsten verkeren in een ongerief lijke minderheidspositie, terwijl zij toch de belangrijkste tegen spelers van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers zijn. Het zwaartepunt van de vastgoedinformatie is nu eenmaal op gemeentelijk niveau gelegen. Een zekere irritatie over deze onge lijke positie valt van gemeentewege telkens te bespeuren [191. Toch zal het tot een goede samenwerking tussen Kadaster en ge meenten moeten komen. Het zgn. SKG-overleg (Samenwerking Kadaster en Gemeenten) bewijst dat dit heel goed kan. Een wette lijk overlegorgaan zou op een dergelijke leest geschoeid moeten worden. Voorstel De RAVI zelf kan zonder al te zware ingrepen in een ambtelijke coördinatiecommissie vastgoedinformatie (COVI) worden omge zet. Daarbij past gezien de genoemde verhoudingen een secretariaat dat door de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers gezamenlijk met de VNG wordt gevoerd. Naast een der gelijk intern overlegorgaan zou een volwaardige externe advies raad voor vastgoedinformatie en Kadaster (RAVIK) op zijn plaats zijn. Ik noem uitdrukkelijk het Kadaster nog apart, omdat dit niet alleen een vastgoedsysteem is, doch primair tot taak heeft de rechtszekerheid te bevorderen, zowel in het rechtsverkeer tussen burgers als bij herverkaveling en andere overheidsmaatregelen. Als maatschappelijke organisaties zouden, behalve de Koninklijke Notariële Broederschap, ook de Nederlandse Vereniging van Ma kelaars, de Vereniging Eigen Huis, de PTT, de VEEN, de VEGIN en de VEWIN, het Landbouwschap, het Bosschap, de Raad voor On roerende Zaken, het AVBB enz. in zo'n echte adviesraad vertegen woordigd moeten zijn. Uiteraard ook de VNG, de Unie van Water schappen en het IPO, en tenslotte de nodige wetenschappelijke en bestuurlijke deskundigen, waaraan het in de huidige RAVI maar al te zeer ontbreekt. De kunstmatige scheiding die men nu tracht te handhaven tussen wetenschap en beleid is al geruime tijd uit de mode [201. Gemeentekadaster Uiterst belangrijk voor een goede samenwerking en tegelijk ook voor de taakverdeling tussen Kadaster en gemeenten lijkt mij een dezerzijds al eerder voorgestelde regeling van het gemeente kadaster in de Kadasterwet [21]. Dit is dus het tweede punt waar op die wet in de komende kamerbehandeling zal moeten worden geamendeerd. De VNG wil zich alsnog in een brief hierover tot de Vaste Commissie voor Justitie richten. Daartoe is ook wel aanlei ding, omdat inmiddels door het Grote Steden Overleg Vastgoed een voortreffelijke rapport is uitgebracht, geheten Verkenning Ge meentekadaster Afschrift of complement" [22]. Vooral deze on dertitel drukt bijzonder fraai uit, waarom het gaat. In feite is het ge meentekadaster nu nog niet meer dan een eens per jaar aan de ge meenten verstrekt afschrift van het Kadaster, terwijl het in de mo derne tijd een belangrijk complement daarvan zou kunnen en ook moeten worden. De huidige regeling dateert deels uit de vorige eeuw en is voor het overige in de IKR (boekwerk Instructie Ka daster Reorganisatie) en het Besluit Kadastraal Recht te vinden [23]. Tot nu toe geschiedde de bijwerking van de gemeentelijke kadastrale registers en plans ingevolge art. 7 van dat besluit koste loos, maar daarin zal verandering komen. Hiertegenover staat, dat de gemeente van haar kant ook weer vergoedingen zal kunnen vragen voor gegevens uit de bevolkingsadministratie en andere bronnen die zij aan het Kadaster verstrekt. Wettelijke regeling Naar mijn mening kan een regeling in de Kadasterwet zelf vrij sum mier zijn en zich beperken tot de vaststelling dat er een gemeente kadaster is, hetwelk zijn gegevens gedeeltelijk ontleent aan de kadastrale registratie en kaarten met daaraan ten grondslag liggen de bescheiden. Verder zou in de wet kunnen worden bepaald, dat inrichting, taak en bevoegdheden van het gemeentekadaster wor den geregeld bij Algemene Maatregel van Bestuur en nader wor- 100 den uitgewerkt bij gemeentelijke verordening. Naar mijn mening hoort die Algemene Maatregel van Bestuur vanwege de decentrali satie-aspecten een apart gemeentekadasterbesluit te worden. De vaststelling ervan kan het beste volgens een zgn. voorhangproce dure geschieden, dus met een zekere vorm van medewerking van de Tweede Kamer vanwege het grote belang van een juiste taak verdeling tussen Kadaster en gemeentekadaster [24]Ik wil die taakverdeling nu op een drietal punten wat nader uitwerken, zoals ik die ook al in het wensenlijstje onder 5a, b en c heb genoemd, namelijk op het stuk van de waardebepaling van onroerend goed, de registratie van de publiekrechtelijke rechtstoestand en de ge- bruiksregistratie. Waardebepaling onroerend goed Al in 1982 heb ik in een artikel in Waterschapsbelangen en ook in de jubileumbundel van het Kadaster gepleit voor een landelijk uni form systeem van waardebepaling ten behoeve van alle soorten belastingen van Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen [25]. In het bestuur van het toen nog bestaande Studiecentrum voor Vastgoedinformatie onder leiding van de directeur van het Kadaster was reeds overeenstemming bereikt over een in het ver lengde daarvan te entameren onderzoek. Zonder zelfs maar hier over contact op te nemen, heeft de RAVI later het initiatief overge nomen. Ook nu nog verwijst die Raad in zijn binnenkort te publice ren advies „Naar één wet waardebepaling onroerend goed (de Wet WOG)" met geen woord naar deze eerste aanzet, waarbij ook uitgebreid overleg was gepleegd met de Commissie-Christiaanse [26], Het verbaast mij dan ook allerminst, dat een sterk verdeeld advies uit de RAVI-bus is gekomen. Met name de gemeentelijke vertegenwoordigers zijn tegen de vorming van een aparte organi satie die de uniforme waarden zou moeten vaststellen [27], De meerderheid van rijksheren heeft elkaar gevonden in de construc tie, dat er aparte regionale waarderingscommissies zouden moe ten komen en als dit niet haalbaar zou blijken en het is natuurlijk niet haalbaar dat dan de Rijksbelastingsdienst de waarden zou moeten vaststellen. Vaststelling en registratie Toch is het allemaal zeer eenvoudig: in een gesprek met VNG- medewerkers werd binnen een' kwartier overeenstemming bereikt over een constructie, waarbij Kadaster en gemeentekadaster te zamen de taak krijgen opgedragen; deze taak omvat niet alleen de registratie van de fiscale waarden, maar ook de vaststelling daar van. Wie de taak uitvoert, krijgt wettelijk de voorrang, met tussen komst van schattingsdeskundigen. In beide gevallen wordt de pro cedure van de kadastrale bijhouding uit de Kadasterwet gevolgd. Dit heeft het grote voordeel, dat de rechtbank en de Hoge Raad die beide veel meer ervaring hebben met waardebepaling van onroerend goed dan de door de RAVI voorgestelde gerechtshoven in beroep en cassatie de waarde bij beschikking kunnen vast stellen. Registratie publiekrechtelijke rechtstoestand Bij de nog in studie zijnde registratie van de publiekrechtelijke rechtstoestand kan men precies hetzelfde recept toepassen. Het Instituut voor Bouwrecht heeft, in samenwerking met de Faculteit der Geodesie, in opdracht van de RAVI een drieledig onderzoek verricht naar de registratie van publiekrechtelijke eigendoms- en gebruiksbeperkingen van onroerend goed of liever het gebrek daaraan. Uit het rechtsvergelijkende onderzoek van mevrouw Koert [28] is namelijk gebleken, dat ons land op dit gebied een grote achterstand heeft ten opzichte van alle omringende landen. Ir. L. van der Sluijs, die nu als onderzoeker bij het Kadaster werk zaam is, heeft ruim veertig wetten in kaart gebracht, die de eigen dom en het gebruik beperken, terwijl de voornaamste verorde ningen van provincies, gemeenten en waterschappen zijn bewerkt door mr. J. H. Beestman van het Instituut voor Bouwrecht. Uit het derde deel van het onderzoek een enquête onder nota rissen, advocaten, makelaars, provincies, gemeenten en water schappen blijkt hoe groot de behoefte aan registratie is. Hoewel het Grote Steden Overleg Vastgoed deze taak als geheel voor het gemeentekadaster claimt, ligt ook hier samenwerking tussen ge meenten en Kadaster voor de hand. Gebruiksregistratie Hoewel het NBW in art. 3.1.2.2 tweede lid de mogelijkheid van in schrijving van huur- en pachtovereenkomsten ingevolge bijzondere wetsbepalingen toestaat, is het er tot dusverre nog niet van geko men. Bij de bewerking van de titel Pacht voor het zevende boek ben ik destijds niet verder gekomen dan een concept-artikel in de Memorie van Toelichting [29]. Intussen is de pachtregistratie in een versnelling geraakt door de indiening van het ontwerp Water schapswet [30]. In dit ontwerp wordt met het oog op de invoering NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 4