1-A N D M Dienst KAP.-ADM. 0P£M6. Reg. Fig. 1a. De basis wordt gevormd door de Openbare Registers. Fig. lb. Afdelingen onlosmakelijk verbonden. Wat In de organisatie Kadaster werd „het kunstmatig gedeelte" opge dragen aan de landmeter (RM 27). Zijn ambtsbezigheden (RM 35) waren o.a. het vastleggen van de gemeentegrenzen (RM 65 e.v.), het verdelen van de gemeenten in secties (RM 105 e.v.) en het op meten van de afzonderlijke percelen (RM 128 e.v.). Een perceel wordt gedefinieerd door o.a. een stuk grond dat aan eenzelfde eigenaar toebehoort (RM 130). Om tot een betrouwbare afbeel ding op de kaart te komen, moest per gemeente een driehoeksnet worden aangelegd en gemeten (RM 117 e.v.). Naast deze techni sche aangelegenheden werd de landmeter belast met de opspo ring van de eigenaren van de percelen (RM 163 e.v.), waarna hij per sectie de combinatie object - subject (perceel - eigenaar) weer gaf op het „Aanwijzend Tableau" (RM 198 e.v.). Hoe Wij weten nu wat de landmeter moest doen. Laten we ook eens kijken hoe hij zijn taken moest verrichten. Het meten geschiedde vanaf dat moment volgens het metrieke stelsel (RM 62). Bij het te gebruiken meetmateriaal was o.a. een meetketting van tien meter, verdeeld in halve meters en een onderverdeling in dubbele decimeters of palmen (RM 112). Streng verboden was de zogenaamde landmeterspasser (RM 114). De aandachtige lezer heeft inmiddels geconstateerd, dat een eerste antwoord op de beide titelvragen te geven is: door de voor geschreven onderverdeling van de meetketting, namelijk tot in pal men of twee decimeters, is opmeting en reconstructie niet nauw keuriger te doen dan tot op vijf tien centimeter. Deze nauwkeu righeid geldt dus voor de oorspronkelijke metingen, waaronder die der minuutgrenzen. Vooruitlopend op een nog te bespreken arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden attendeer ik nog op de bena ming palm, waarmee een afstand van twintig centimeter werd aangeduid. In het bedoelde arrest stond centraal art. 695 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, waarin een maat van twintig palmen wordt vermeld. De palm vertegenwoordigt dan echter een afstand van tien centimeter. Perceel De algemene omschrijving van een perceel in art. 130 van de Re- cueil Méthodique wordt gevolgd door een gedetailleerde beschrij ving van mogelijke varianten. Al deze varianten kunnen worden aangeduid als zogenaamde cultuurpercelen. Een eigendomsper ceel met een „veelkleurig" topografisch beeld werd opgedeeld overeenkomstig de feitelijke terreinsituatie. Bijvoorbeeld een eigen dom geëxploiteerd als grasland en akkerland leidde tot afbeelding van de beide stukken land (RM 132), maar ook eigendom geëx ploiteerd als akkerland, doch onderverdeeld in „kampen" (kavels) door markante of duurzame afscheidingen als sloten, heggen, be ken, wegen e.d., leidde tot afbeelding van evenzovele percelen als er kavels waren (RM 134). Niet om de lijst nog langer te maken, doch om de kaart leesbaar te houden, noem ik nog: huizen, afzonderlijke woningen, moestui nen, grotere erven, openbare gebouwen (RM 141 e.v.); alles werd afgebeeld als afzonderlijk perceel. Frappant is, dat reeds toen hori zontale eigendom werd onderkend en erkend, alleen de wijze van afbeelden was nog niet uitgevonden en daarom kon worden volstaan met een beschrijving (RM 147, 148). Tenslotte ook stra ten, pleinen, land- en buurwegen, rivieren enz., werden nauwkeu rig afgebeeld. Echter, wegen en voetpaden die een integrerend deel van de eigendommen uitmaakten, werden slechts bij benade ring aangegeven en wel door een stippellijn (RM 151). Wat dit voor de praktijk betekent, zal hierna nog worden besproken. Nummering en tenaamstelling Na meting en kaartering werden de percelen genummerd (RM 172, 202) en op naam gesteld. Dit laatste geschiedde als volgt. De komst van de landmeter werd te voren aangekondigd door de burgemeester van een gemeente. De belanghebbenden werden uitgenodigd in persoon te verschijnen dan wel zich te laten verte genwoordigen, ten einde „alle nodige opheldering te geven" (RM 166 e.v., 700). Onder omstandigheden kon worden volstaan met een eenzijdige aanwijzing (RM 169) of met aanwijzing door derden (niet zijnde vertegenwoordigers die namens de rechthebbenden optraden). Deze derden-aanwijzers waren ter plaatse goed be kend. Zij ontvingen een schadeloosstelling (RM 170, 171, 206). De verkregen inlichtingen en aanwijzingen werden opgetekend in het aanwijzend tableau (RM 173, 204 e.v.). Percelen waarvan de eigenaren niet konden worden opgespoord, werden geacht tot het „publiek domein" te behoren (RM 210, 211). Ook het Burgerlijk Wetboek bepaalt zulks in art. 576 van het derde boek: onroerende zaken die onbeheerd zijn en geen eigenaar hebben behoren aan de Staat. Mutaties Om de voortgang van de werkzaamheden te bespoedigen, werd de landmeter verplicht tot overwerk. Zijn weekproduktie moest hij des zondags verifiëren. Ook de burgemeester, de eigenaren en de aanwijzers moesten eraan geloven, gezamenlijk werd velddienst verricht (RM 205). Desondanks kon niet worden voorkomen, dat in de reeds vast gestelde kaarten en registratie wijzigingen moesten worden aan gebracht. Het rechtsverkeer in onroerend goed ging namelijk ge woon door. Daarom moest iedere nieuwe eigenaar, ongeacht de (rechtsgeldige) wijze van eigendomsverkrijging, mededeling doen van die verkrijging (RM 843, 855). Daartoe moest aan de burge meester, binnen wiens gemeente het onroerend goed was gele gen, een bewijsstuk worden getoond (RM 844). Kon een koper geen akte als bewijs overleggen, dan mocht worden volstaan met medebrenging van de verkoper, zodat van de alsdan af te leggen overeenstemmende verklaringen aantekening kon worden ge maakt (RM 845, 846). Werd een zogenaamde „eigendomsverwis seling" niet medegedeeld, dan werd de verkoper geacht eigenaar te zijn gebleven (RM 858). De sanctie die in deze laatste bepaling ligt opgesloten, is helaas te zwak om opvolging van de meldingsplicht af te dwingen. Ook al meldt de koper zich niet, de eigendom gaat toch over. Wellicht zal de daarna aan de verkoper opgelegde aanslag in de grondbelasting voor velen aansporing zijn geweest de eigendomswijziging alsnog te melden. De in het Burgerlijk Wetboek opgenomen bepaling geeft nog min der houvast dan de regeling in de Recueil Méthodique, want art. 671 Boek 3 BW verplicht alleen tot overschrijving in de Openbare Registers als er sprake is van eigendomsverkrijging op grond van levering. In alle andere gevallen bestaat die plicht volgens het Burgerlijk Wetboek niet. Op dit moment zijn wij weer in staat een antwoord op de beide titelvragen te formuleren. Met een grote mate van zekerheid kun nen wij aangeven hoe de rechtstoestand was ten tijde van de eerste opname. Onze stellingname is dan ook juist, als wij uitgaan van de bij het Kadaster bekende gegevens, doch wijken voor rechtsgeldig tegenbewijs. Wij beschouwen nog een drietal artike len en dan zetten wij een punt achter het verleden. Met enige afgunst kijken wij naar de aan de landmeter van het Kadaster toegekende autoriteit in art. 46 van de Recueil Méthodi que. De aanhef luidt: ,,AI/e landmeting aan lieden die niet tot het Kadaster behoren verboden", en vervolgens: ,,Geen bewerking van landmeterij, hetzij gehele, hetzij gedeeltelijke, mag worden uit geoefend door anderen, dan door aangestelde landmeters van de eerste klasse en door landmeters van de tweede klasse, of door bij hen erkende kwekelingen". Van enig toegekend gezag is geen sprake meer in het arrest Pee- ters contra Van Raay HR 1-6-84 NJ 1984-630, waar de rechter overweegt: dat het veldwerk niet inhoudt een vaststelling van de landmeetkundig ambtenaar dat bij de meting een persoon aanwezig was die inderdaad Van Raay partij in de onderhavige procedure was, en dat deze toen heeft aangewezen dat de grens tussen beide percelen liep zoals deze door de landmeetkun dig ambtenaar is uitgemeten en in het veldwerk weergegeven. Dat brengt mee dat het veldwerk waarvan de bewijskracht overi gens in het midden kan blijven in ieder geval omtrent deze pun ten geen dwingend bewijs oplevert". 104 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 8