V het traagheidsnavigatiestelsel valt samen met de oor sprong van het vliegtuigstelsel. Er is dan alleen een ro tatie om de X, Y en Z-as nodig over de inwendige oriën- teringshoeken coio, qim en kio. De oorsprong van het sensorstelsel valt met deze twee niet samen. Om de sensorassen te laten vallen in het vliegtuigstelsel, moet een transformatie plaatsvinden over de hoeken coio> Vio' xio< ws- Vs en xs (deze laatste drie zijn de rotatie- hoeken van het sensorstelsel) van de translatievector tussen de beide oorsprongen: d T1 ds (1) met: d transformatievector T1 transformatiematrix ds translatievector De volgende stap is het berekenen van de relatie tussen het vliegtuig en de grond. Hiertoe worden de begincoör- dinaten van de vlieglijn uitgerekend aan de hand van de tijd van de scanlijn, de vliegsnelheden in oost-west rich ting en in noord-zuid richting en de gemiddelde vlieg richting volgens: X Y Z Yg Zn R3 (h-gem). (2) (3) met: X, Y, Z X0, v0 Vx, Vy H Xg, Yg, h-gem Zr, begincoördinaten vlieglijn beginpositie snelheden in n-z en in o-w richting vlieghoogte grondpositie vliegtuig gemiddelde vliegrichting („heading" De beginpositie van de sensor wordt gevonden door X„ d1 d2 d3 Xgr 'vg Ygr V, g (4) -gr Een CAESAR-opname van Lelystad; de beelden zijn met een lagere resolutie weergegeven, zodat de terreinobjecten enigszins sprin gerigzijn afgebeeld. NGT GEODESIA 88 Nu wordt echter niet voor Zgr de werkelijke waarde ge nomen, maar de waarde 1000 en dus worden de sen sorposities in het Z 1000 meter-vlak berekend. De coördinaten in dit vlak worden berekend volgens: X 1000 tan (kijkhoek) Y grootte pixel (1728-1) 2 Dit levert tabel 1 op. Down-looking module A) kijkend onder een hoek van 11,5 graden B) kijkend onder een hoek van 0 graden C) kijkend onder een hoek van -11,5 graden X-coördinaat Y-coördinaat (1) Y-coördinaat (1728) A 203,4523 -215,4433 215,4433 B 0,0 -215,4433 215,4433 C -203,4523 -215,4433 215,4433 Forward-looking module A) kijkend onder een hoek van 59 graden B) kijkend onder een hoek van 52 graden C) kijkend onder een hoek van 45 graden X-coördinaat Y-coördinaat (1) Y-coördinaat (1728) A 122,7846 -131,8565 131,8565 B 0,0 -132,2882 132,2882 C -122,7846 -132,4609 132,4609 Tabel 1. Sensorposities in het 1000 meter-vlak. Zijn de sensorposities in het 1000 meter-vlak bekend, dan worden deze getransformeerd naar grondcoördina- ten door de transformatiematrix T2. T2 R3 (cov) R2 (cpv) R1 (xv) (5) y Vgrond y •^sensor y 1 grond T2 Y 1 sensor Vgrond ^sensor met: X, Y 7 grond' 1 grond' '-grond wv, cpv, Xv grondcoördinaten. coördinaten in 1000 meter- vlak. de vliegtuigbewegingen uitge drukt in hoeken. Nu wordt een soort vermenigvuldigingsconstante bere kend om de coördinaten op de aarde te verkrijgen. Dit gebeurt volgens: '■grond (6) De coördinaten op de grond worden gevonden door: X Xn 4- d X a a vgrond grond Y Y g met: X, Y coördinaten in het grond-assenstelsel. (7) De coördinaten in het grond-assenstelsel van een vol gend CCD-element worden bepaald doordat de grootte van het pixel wordt meegetransformeerd naar het grond-assenstelsel. Geometrische nauwkeurigheid Het onderzoek naar de geometrische nauwkeurigheid van CAESAR-beelden hield een vergelijking in van de 161 CAESAR AHEAD

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 13