Een enquête over het NAP-peilmerkennet door J. Ate Pas, projectleider bij de afdeling NAP van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft. SUMMARY Inquiry NAP-benchmarks In the Netherlands a network of NAP-benchmarks exists for levelling purposes (NAP Amsterdam Ordnance Datum). This article describes the results of an official inquiry about the use of the network. Reduction of the total amount of benchmarks in the future is concluded. Inleiding De in dit artikel beschreven enquête werd in april 1986 uitgevoerd door de afdeling NAP van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Het doel van de enquête is tweeledig. Primair doel is na te gaan wat de eisen van de gebrui kers zijn ten aanzien van het NAP-peilmerkennet. Door kennis van die eisen zal de Meetkundige Dienst in staat zijn haar inspanningen voor het instandhouden van dit peilmerkennet optimaal daarop af te stemmen. Secundair doel is te onderzoeken of de thans door de Meetkundige Dienst geleverde produkten, namelijk een peilmerkennet, peilmerkenlijsten en peilmerkenkaarten, voldoen aan de wensen van de gebruikers. Tevens is gebruik gemaakt van de gelegenheid om te informeren of belangstelling bestaat voor produkten en diensten die de Meetkundige Dienst eventueel in de toekomst zou kunnen leveren, zoals bijvoorbeeld bijgehouden computeruitdraaien van de NAP-databank, microfiches en het beheer van lokale peilmerkenbestanden. Omdat de enquête in korte tijd moest zijn afgerond, is besloten een steekproef te nemen uit het abonnee bestand van de afdeling NAP van 40 abonnees. Bij het samenstellen van de steekproef is ervoor gezorgd, dat alle categorieën gebruikers vertegenwoordigd zijn en dat de antwoorden van degenen die het meeste water passen, ook het grootste gewicht hebben. Enquête Peilmerkennet Uit de antwoorden blijkt, dat de peilmerken het meest worden gebruikt voor vlakte- en profielwaterpassingen. In tabel 1 staan de diverse werkzaamheden waarbij peilmerken worden gebruikt. De cijfers geven aan, hoe veel procent deze werkzaamheden uitmaken van het totaal aan waterpaswerk, dat door de ondervraagden wordt uitgevoerd. Gebleken is dat degenen die slechts nu en dan water passen, in vergelijking met de anderen, meer betrokken zijn bij profiel- en vlaktewaterpassingen en bij aanleg en onderhoud van wegen, waterlopen en leidingen. Onge veer de helft van de ondervraagden gebruikt 10 tot 100 NAP-peilmerken. Degenen die minder dan 10 NAP-peil- merken gebruiken, zijn voornamelijk gemeenten met een eigen hoogtepuntennet. De gebruikers zijn over het algemeen tevreden met de omvang van het NAP-peilmerkennet; 40% van de ondervraagden vindt, dat alle peilmerken die in Neder land aanwezig zijn, moeten worden opgenomen in het NAP-peilmerkenbestand. Iets meer dan de helft van de gebruikers vindt een uitdunning van het NAP-peil merkennet niet aanvaardbaar. Een dergelijke uitdunning zal plaatsvinden, als de Meetkundige Dienst alleen nog Werkzaamheden Uitvoeren van vlakte- en profielwaterpassingen Uitvoeren van lodingen Bepalen van hoogten van peilschalen Bepalen van grondwaterstanden Bepalen van hoogten van sondeerpunten Aanleg en onderhoud van wegen Aanleg en onderhoud van waterlopen Bouwen van kunstwerken Uitvoeren van bouwkundige werken Aanleg van leidingen (gas, water, elektra) Deformatiemeting i.v.m. delfstofwinning Deformatiemeting i.v.m. grondwaterstandswijziging Deformatiemeting i.v.m. bouwactiviteit (heien, trillen) Diverse metingen 13 3 7 9 9 10 9 10 8 5 1 5 6 5 100 Tabel 1. Overzicht waterpaswerkzaamheden. het secundaire en het primaire deel van het NAP-peil merkennet zal onderhouden en het tertiaire deel niet meer. Meerdere malen werd echter gesteld dat, als er gekozen zou moeten worden, men de voorkeur geeft aan een goed bijgehouden wijdmazig peilmerkennet bo ven een „slecht" bijgehouden fijnmaziger net. Boven dien gaf het overgrote deel van de geënquêteerden aan niet te willen betalen voor het instandhouden van een fijnmaziger net. Bij het beantwoorden van de vraag naar de gewenste precisie van peilmerkhoogten vraagt men gevoelsmatig om de grootst mogelijke precisie en betrouwbaarheid. In het algemeen kan echter worden gesteld, dat het voor de gebruikers belangrijk is om over een homogeen samengesteld net te beschikken. Of de peilmerkhoog ten dan allemaal een paar centimeter te hoog of te laag zijn berekend, is voor de meeste gebruikers niet zo be langrijk. Uit de antwoorden blijkt ook, dat slechts 40% van de ondervraagden kijkt naar de stabiliteitscode in de peil merkenlijsten als men een peilmerk nodig heeft. Dit komt voornamelijk, doordat niet van alle peilmerken deze stabiliteitscode bekend is en ook, doordat niet iedereen de betekenis van de codes kent. Opvallend is, dat 75% van de ondervraagden wel kijkt hoe recent een peilmerkhoogte is, waarbij men zich niet realiseert, dat een „oude" hoogte van een stabiel peilmerk wel eens beter kan zijn dan een meer recente hoogte van een sterk zakkend peilmerk. Publikatie van peilmerkhoogten Van de ondervraagden is 80% tevreden met de manier waarop de NAP-peilmerken worden gepubliceerd (fig. 1Enkelen hebben bezwaren tegen het aan twee zijden 154 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 6