4 >-w-/ f 1 fo I De Mekometer werkt volgens het laatste principe. Het grote voordeel van deze methode is de uitschakeling van onregelmatigheden in de looptijd van het signaal. De te meten afstand wordt bepaald uit de modulatie frequentie, de voortplantingseigenschappen van de lichtstraal en het faseverschil. Met dit meetprincipe is in theorie een nauwkeurigheid haalbaar van 0,1 mm (0,1 ppm 0,1 parts per million) met een resolutie van 0,01 mm! In het instrument zijn de volgende hoofdele menten te onderscheiden (zie ook fig. 3): Helium-Neon laser; modulator; (frequentie) synthesizer; lichtdetector; processor. Hsllum-Naon LASER llchtdetektor Fig. 3. Schematische weergave van de Mekometer. Meetprincipe De Helium-Neon laser zendt continu lineair gepolari seerd licht uit met een golflengte van 632,8 nm (rood licht). Deze lichtstraal verlaat het instrument met een modulatiefrequentie van 500 MHz. Na terugkaatsing en ontvangst wordt de lichtstraal in de modulator weer teruggemoduleerd. Indien het faseverschil tussen de uit- en ingaande lichtstraal nul is, wordt de oorspronke lijke lineaire polarisatie weer hersteld. In dat geval valt er geen licht op de detectiediode. Een faseverschil nul treedt op, wanneer de afstand een geheel aantal halve golflengtes lang is. De nulafstelling wordt bereikt door de modulatiefrequentie te veranderen met behulp van de synthesizer. Deze frequentieverschuiving vindt plaats in stapjes van 3 ppm. Het gehele aantal halve golflengtes kan men berekenen met de frequenties van twee nulafstellingen: f, c x 2f„ D RND k x waarin: D RND k fo c afstand (m) afgerond geheel getal aantal overbruggende nulafstellingen (voor een opeenvolgende nulafstelling geldt k 1) frequentie eerste nulafstelling (Hz) frequentie van de nulafstelling k (Hz) lichtsnelheid (m/s) Gedurende een meting wordt het hele modulatiefre- quentiegebied doorlopen. De afstand wordt berekend uit drie opeenvolgende nulafstellingen in het begin, mid den en einde van het frequentiemodulatiegebied. Het gemiddelde resultaat van deze metingen verschijnt op het display. Eén meting duurt ongeveer 1,5 minuut. De meetresultaten gelden voor atmosferische omstandig heden van 15° C, 760 Torr en een brekingsindex van (n 1x 10~8 28451,4844. Correcties voor de temperatuur, luchtdruk en luchtvochtigheid moeten achteraf worden toegepast. De Meetkundige Dienst hanteert daarbij de volgende formule: BA GA2 x CN2ek CN2kt - HV2 waarin: CNakt CNmek GA HV BA P t 1 10"6 1 p x x {0,394734457 x p x (0,817 - 0,0133 x t) x 10' 1 0,003661 x t 1,000284514844 gemeten afstand hoogteverschil gecorrigeerde afstand druk in Torr temperatuur in C° Verkenningsberekeningen Het deformatienet moet zodanig worden opgezet, dat op de volgende punten deformatie kan worden gecon stateerd: de twee landhoofden; de pijlers van de heftorens; de top van de heftorens. De situatie rond ,,De Hef" is zodanig, dat de grondslag alleen aan de westzijde kan worden opgezet. Aan de oostzijde zijn door de bouw van de tunnel en het ont breken van goed gefundeerde opstelpunten vrijwel geen mogelijkheden. Aan de westzijde kunnen de ba sispunten worden aangebracht in de Koninginnebrug (de verkeersbrug). Indien noodzakelijk kan nog een basishulppunt worden gecreëerd op de linker Maas oever. Dit punt is dan wel een statiefopstelling. Fig. 4 geeft een mogelijke figuratie van het net weer. Voor toetsing en de vervangingsmatrix zijn de volgende waarden gebruikt: a0 0,01 p 0,80 Cr, 0 cm2 1 cm2/km heftoren landhoofc 11 o basis Koninginnebrug 111 Fig. 4. De netconfiguratie. Fig. 5. Het gemeten net. Standaardafwijkingen Met behulp van het programma NETVER van de Rijks waterstaat zijn verkenningsberekeningen uitgevoerd voor verschillende netconfiguraties. Deze berekeningen gebeuren (nog steeds) in de tweedimensionale ruimte, 212 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 12