s x cosa Ax cosa x As - 3 x sina x Ax ox2 cos2a x os2 s2 x sin2a x ox2 zodat alle gemeten afstanden moeten worden geredu ceerd. Omdat bij deze meting zenithoeken tot 50 gon voorkomen, is het niet mogelijk zonder meer de stan daardafwijking voor de lengtemeting [as A x l;j B] te gebruiken. Immers: X Differentiëren en toepassen van de voortplantingswet geeft: Voor de Mekometer in combinatie met de E-2 (M) en de Elta (E) zijn de berekende standaardafwijkingen van de gereduceerde afstanden weergegeven in tabel 2. Alleen de uiterste waarden voor de horizontale en de steile richtingen zijn weergegeven. Als instrument parame ters zijn de volgende waarden gebruikt: Mekometer E-2 Elta A 0,02 n.v.t. 0,2 (cm) B 0,02 n.v.t. 0,5 (cml 0o n.v.t. 7,9 x 10"6 12 x 10-6 (rad) Tabel I. Gebruikte instrument parameters. st ri s a 0 X m gon M E cm cm 101 202 86 51 0,050 0,355 500 202 170 23 0,051 0,473 101 102 62 3 0,020 0,499 500 101 240 3 0,022 0,500 Tabel 2. Standaardafwijkingen van de gereduceerde afstanden. Aangezien het NETVER-programma slechts één stan daardafwijking voor de afstand accepteert, moeten we een waarde invoeren die voor het gehele net geldt. Op grond van bovenstaande berekening zijn voor de lengte metingen de volgende standaardafwijkingen gebruikt: Mekometer ox 0,04 cm Elta ox 0,50 cm Ook de standaardafwijking voor de richtingmeting [or A/ljj B] staat onder invloed van de grote verti cale hoeken. Bij de Kern E-2 is dit effect verwaarloos baar klein door de kwaliteit van de vloeistofcompensa- tor; bij de Elta is de invloed van een scheve stand van de 1e as op de aflezing van de horizontale rand wel merkbaar. Volgens Alberda, Inleiding Landmeetkunde, geldt: f1 d x sina x tan h waarin: NGT GEODESIA 88 scheefstand 1e as a hoek tussen de projectie van de 1 e as op het hori zontale vlak en de aflezing op de rand h elevatiehoek In het meest extreme geval met: h max 50 gon a max 100 gon max 0,000073 rad (4.5 mgon) geeft dit: f, max 0,000073 rad (4.5 mgon) Stel nu dat: or 1/3 (f, max) dan wordt: o, 1.5 mgon Voor de verkenningsberekeningen zijn de volgende waarden met betrekking tot de standaardafwijkingen gebruikt: lengte richting centrering (cm) (dmgr) (cm) A B A B Mekometer E2 0 0,04 0,3 1,5 0,05 Elta 0 0,50 0,3 18 0,10 Tabel 3. Standaardafwijkingen ten behoeve van de berekeningen. Resultaten Hieronder staan de resultaten van de verkenningsbere keningen voor diverse netconfiguraties (tabel 4): A het gehele net B net exclusief punt 500 C het gehele net inclusief de afstand (202-203) en (203-202) E net exclusief punt 500 en exclusief afstandme ting op punt 101 F net exclusief punt 500 en exclusief afstandme ting op de punten 101 en 104 G net exclusief de punten 500 en 101 H net exclusief de punten 500, 101 en 104 I net exclusief punt 500 en uitsluitend richtingme ting vanaf 110 en 111 J net exclusief punt 500 en uitsluitend afstand meting V s grenswaarde van de gereduceerde afstand V r grenswaarde van de gemeten richting V ymax externe betrouwbaarheid (grootste invloed op een coördinaat) V xy grenswaarde van de coördinaten Tabel 4 geeft de resultaten weer van de diverse verken ningsberekeningen. Kolom 2 en 3 zijn de interne be trouwbaarheid en kolom 4 is de externe betrouwbaar heid (weergegeven is het maximale effect op een coör dinaat) bij aansluiting op de basispunten 110 en 111. In de tweede fase is elk grondslagpunt een aansluit- punt. Kolom 5 en 6 zijn de interne betrouwbaarheid en kolom 7 is de grenswaarde van de coördinaten. Uit het bovenstaande blijkt onder andere dat, indien het net intern niet of slecht is gecontroleerd (net I), na aan sluiting op alle punten toch een goede interne betrouw baarheid kan worden bereikt. Om echter conclusies te kunnen trekken omtrent deformaties, is het van groot belang om eerst de interne betrouwbaarheid te bekijken en het effect op de coördinaten in de eerste fase. 213

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 13