personalia verslagen controle eenheid kennisbank interpretatie progranna Elke instantie die met kaarten werkt, heeft eigen toepassingen voor deze kaarten. Zo kunnen kaarten worden gebruikt voor eigen domsregistratie, voor stadsvernieuwing, voor het uitvoeren van milieutaken en voor het beheren van leidingen. Deels zijn de gege vens op de kaarten en hun kenmerken dezelfde. Eenmalige verza meling hiervan is gewenst, omdat hierdoor de veelal hoge verza- melkosten slechts eenmaal behoeven te worden opgebracht. De definitie van een standaarduitwisselingsformaat is noodzakelijk om op eenvoudige wijze tot verstrekking van digitale geometrische ge gevens aan verschillende gebruikers te kunnen komen. Door af spraken op dit gebied te standaardiseren, behoeven niet bij elke verstrekking opnieuw afspraken te worden gemaakt. Sedert 1980 bestond een dergelijk standaarduitwisselingsformaat. In het advies „Verkenning van het onderzoeksveld op het terrein van de topografische basisbestanden" heeft de voorlopige Raad voor de vastgoedinformatie de behoefte onderkend van bijstelling van dit formaat. Dit is uitgewerkt in een rapport, getiteld: Stan- daarduitwisselingsformaat-2 (SUF-2) gedefinieerd. Het rapport is voor f 10, te bestellen bij het secretariaat van de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie, mw. F. Post-Post, tele foon 055- 285225. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met J. J. Schijf, telefoon 055 - 285217. SYMPOSIUM VVI NVG NVK Op 14 juni 1988 organiseert de Vereniging voor Vastgoedinforma tie in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Geo desie en de Nederlandse Vereniging voor Kartografie (Sectie Com- puterkartografie) bij het Autotron te Rosmalen het symposium Meten met auto's en voor auto's". De bedoeling van dit symposium is, dat geodeten, landmeters, kartografen en andere vastgoedinformatiedeskundigen bekend raken met nieuwe technieken van gegevens verzamelen en met nieuwe toepassingen van informatie. Hierbij speelt de auto een centrale rol. Voor wat betreft de nieuwe technieken van gegevens verzamelen zal een tweetal voordrachten en demonstraties worden gehouden: 1Het verzamelen van niet-metrische vastgoedgegevens met be hulp van de Tele-Surveyor van Tele Atlas (ir. B. J. Beers, Tele Atlas Nederland BV); 2. het verzamelen van metrische vastgoedgegevens met behulp van het FRANK/CASSPAR project (ir. Th. J. Poelstra, project leider FRANK/CASSPAR). Voor wat betreft de toepassingen van informatie zullen twee voor drachten en demonstraties worden gehouden: 1het toepassen van informatie voor het computerondersteund besturen van auto's, met name wordt hier het Europese Pro- metheus-project behandeld (dr. C. Voy, Forschung Fahrzeug- technik Volkswagen AG/Audi); 2. het verstrekken van informatie over rijroutes ten behoeve van bestuurders van automobielen. Demonstratie van het CARIN- project van Philips en mogelijk enige andere toepassingen (ir. H. C. Fernhout, Philips International BV). Het geheel staat onder leiding van prof. dr. ir. M. J. M. Bogaerts. Uiteraard zijn ook andere belangstellenden en in het bijzonder de leden van de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie en het Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde van harte welkom dit symposium bij te wonen. Nadere informatie inzake het definitieve programma en de deelna mekosten kan verkregen worden bij: het Secretariaat van de VVI, mevr. E. M. Seinstra-Fendel, Thijsseweg 11, 2629 JA Delft. Tele foon 015 - 784548 2745. N.B. Wijzigingen voorbehouden! COIMTROLEC BENOEMT SALES MANAGER Per 1 maart 1988 is de heer ing. G. J. N. van Nies (33) benoemd tot sales-manager van de ingenieursbureaus van Controlec. De heer Van Nies was voordien werkzaam in dezelfde functie bij een aannemersbedrijf, en betrokken bij de aanleg en isolatie van ondergrondse leidingen. De Controlec Ingenieursbureaus zijn gespecialiseerd in instrumen tatie, elektrotechniek, telecommunicatie, telematica, landmeet kunde, leidingenregistratie en procestechniek, werktuigbouwkun de en civiele techniek. 220 STUDIEDAG COMPUTERKARTOGRAFIE De Werkgroep Computerkartografie van de NVK (Nederlandse Vereniging voor Kartografie) heeft op 1 december 1987 een stu diedag gehouden, welke onder bovenstaande naam twee hoofd onderwerpen kende: Kartografische kennissystemen en Optische opslagtechnieken. Onderstaande uitgebreide bespreking van deze onderwerpen is ge baseerd op de op die dag uitgereikte „proceedings", en houdt het midden tussen een verslag en een boekbespreking. Het belang van de besproken onderwerpen is naar mijn mening zo groot, dat ik er ruim aandacht aan wil besteden. Het eerste deel van de proceedings is gewijd aan de toepassing in de kartografie van kunstmatige intelligentie en van kennis- of ex pertsystemen. Kunstmatige intelligentie en kennissystemen Toepassing De eerste bijdrage is van drs. M. J. Kraak van de Faculteit der Geo desie van de TU Delft. Hij gaat uit van de door de Fransman Bon net gegeven definitie „Kunstmatige intelligentie is de tak van wetenschap die zich ten doel stelt een beter inzicht te verkrijgen in de aard van intelligentie met behulp van computerprogramma's, waarmee menselijke intelligentie wordt gesimuleerd". Kraak on derscheidt naar het voorbeeld van een andere Fransman, Lauriere, kennis in een aantal soorten (kennis van reële objecten, opgesla gen in bijvoorbeeld een atlas, tot metakennis, dat is kennis over kennis). Hij verdeelt ze vervolgens in twee categorieën: declaratieve kennis (het weten „wat") en procedurele kennis (het weten „hoe"). Deze indeling is noodzakelijk om een betrekkelijk starre verwer kingseenheid als de computer te kunnen gebruiken. Vervolgens beschrijft Kraak een kennissysteem, waarvan hij op merkt dat zo'n systeem niet-specialisten in staat moet stellen spe cialistisch werk te verrichten. Bovendien moet het systeem de ge bruiker dingen kunnen leren. Een kennissysteem bestaat uit drie onderdelen: kennisbank (knowledge base), bevattende de declaratieve en procedurele kennis; kennisinterpretatieprogramma (inference engine), welke het verband legt tussen de regels en handelingen; controle-eenheid voor gebruik en bijhouding van het systeem. In bijgaande figuur is de onderlinge relatie weergegeven. De structuur van een kennissysteem. Een goed systeem, zegt Kraak, moet aan de volgende eisen vol doen: conclusies moeten kunnen worden getrokken op basis van on zekere gegevens; het moet de eigen kennis kunnen begrijpen en toepassen; het moet gemaakte keuzes kunnen verklaren. Na deze algemene inleiding wordt het verband gelegd met de kar tografie. In de volgende twee bijdragen wordt hierop verder inge gaan. Zoals vaker voorkomt, zal ook de kartograaf moeite hebben om de systeembouwer uit te leggen wat zijn wensen zijn. Hij zal verplicht zijn het kartografisch proces zo duidelijk mogelijk te om schrijven. Dat dit tussen de beide specialisten tot onbegrip zal lei den, ligt voor de hand. Kraak concludeert aan het eind van zijn lezing, dat de huidige kar tografische kennissystemen nog niet volwassen zijn; bovendien zijn ze vrij star en nog ver verwijderd van de menselijke intelligen tie, waarvan de flexibiliteit zo bijzonder is. Hij verwacht aan het eind van deze eeuw die volwassen systemen wel: de niet- geschoolde gebruiker kan dan voor kartograaf spelen. Blijft de vraag: wat is dan nog de taak van de kartograaf? NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 20