Tenslotte kon de dorst worden gelest.
Na deze hartekreten werd de vergadering besloten.
Van voorzitter Horst werd afscheid genomen. Zijn grote ver
diensten werden gememoreerd en als dank werd hem en zijn
vrouw Nieske een prachtig geschenk aangeboden.
Toen was er genoeg gepraat. Alle deelnemers kregen de gelegen
heid even de benen te strekken in de prachtige Ridderzaal en
tenslotte kon de dorst worden gelest tijdens de receptie in de Rol
zaal. Honderden genodigden maakten gebruik van de gelegenheid
het bestuur te feliciteren.
,,Landmeetassistenten en technici van het Kadaster: U kunt terug
zien op een prachtige dag".
Theo Scheele
SYMPOSIUM LEIDINGENREGISTRATIE
Nieuwe technieken in leidingenregistratie
Onder de nogal uitdagende titel van Nieuwe Technieken in Leidin
genregistratie werden op 2 maart 1988 een symposium en ten
toonstelling gehouden. De ongeveer 130 deelnemers konden door
het volgen van zes lezingen en door de presentatie van tien bedrij
ven op de tentoonstelling zich een mening vormen over de nieuwe
technieken. Op de tentoonstelling presenteerden zich hardware-
en softwareleveranciers en landmeetkundige ingenieursbureaus.
Ongetwijfeld zullen veel deelnemers de indruk hebben gekregen,
dat er een ruime keuze is uit hardware en software als het gaat om
leidingenregistratie. In hoeverre dit nieuwe technieken zijn, is niet
erg duidelijk geworden. Men kan alleen constateren, dat op land-
meetkundig-kartografisch terrein meer digitale technieken worden
toegepast. Dit leidt ertoe, dat bestaande systemen verder worden
ontwikkeld voor de specifieke eisen van leidingenregistratie. Lei
dingenbeheerders krijgen steeds meer de gereedschappen be
schikbaar voor hun eigen registratiedoeleinden. Verschillende be
drijven bieden hierbij ook de mogelijkheden van opbouw en bijhou
ding van digitale topografie, de mogelijkheden voor conversie van
analoge informatie en de koppeling van liggingsgegevens met be-
heersinformatie.
In twee lezingen werd ingegaan op wat bedrijven aan technieken
kunnen bieden. H. Vos, systeemadviseur van ASPA, besprak een
computerondersteunend systeem voor geo-informatie (Infocam
van Kern). Een nogal technische uiteenzetting van de mogelijk
heden van het systeem gaf een indruk, dat het systeem voldoet
aan de eisen van leidingenregistratie. Onduidelijk bleef wat de
eisen uit de praktijk zijn en de resultaten van de toepassingen.
Een geheel andere benadering werd aangegeven door D. J. J. van
de Velde, directeur Bravenboer en Scheers. Hij ging in op de mo
gelijkheden en onmogelijkheden van het CartoCad-PC systeem bij
digitale aanpak van topografie, leidingenregistratie en leidingenbe-
heer. Naast de technische mogelijkheden werd vooral het accent
gelegd op de organisatieproblematiek en de prijs/prestatieverhou
ding.
C. P. F. Pistorius, VEG-Gasinstituut, constateerde dat relatief wei
nig nutsbedrijven echt bezig zijn met technische automatisering.
Hier direct aan toevoegend, dat alle andere nutsbedrijven dus nog
aan de vooravond staan van een ingrijpend en langdurig proces.
Het automatiseringsproces werd hierbij door de spreker samenge
vat in een zevental punten. Enkele kernpunten hierbij waren: de
keuze van een systeem of de structuur van de gegevens moet een
latere „doorgroei" naar „echte" informatiesystemen mogelijk ma
ken. Als nog niet is begonnen met automatisering, zal dit zo spoe
dig mogelijk moeten worden opgepakt; indien er nog geen digitale
GBKN is, tracht dan dit tijdstip te vervroegen. Een informatieplan
224
is beslist nodig, er zijn diverse hardwaresystemen die aan de eisen
voldoen, maar de op dit moment beschikbare software voldoet
daar echter nog lang niet aan. De invloed op de organisatie is
groot. Het te laag inschatten van de consequenties voor de organi
satie van het bedrijf is de belangrijkste oorzaak van vele mis
lukkingen.
Een poging om het symposium een internationaal tintje te geven,
was de lezing van R. J. Miller van de Brooklyn Union Gas Compa
ny (New York). De beschrijving van de problematiek ondervonden
bij de opbouw van een geautomatiseerd vastgoedinformatiesys
teem leverde echter weinig nieuws op. Ook de breed uitgemeten
problemen van scanning zijn hier bekend.
Hoewel het thema niet werd gedekt door de titel van het sympo
sium, kwam de problematiek van de leidingenbeheerdersregistratie
als eerste aan de orde bij de lezingen. Mr. A. J. te Veldhuis, lid
Tweede Kamer en tevens lid van de vaste kamercommissie Ruim
telijke Ordening, behandelde de politieke invalshoek van de leidin
genregistratie, namelijk de vraag: moet de politiek zich (eigenlijk)
wel met dit onderwerp bezighouden?
De spreker was duidelijk over de politieke relevantie, hij noemde
hierbij vraagstukken als de rol van de overheid (regulering/deregu
lering), de verantwoordelijkheid van de marktsector, centralisatie/
decentralisatie, veiligheids- en milieuaspecten. Spreker ging uit
voerig in op de geschiedenis, die teruggaat tot de jaren zestig, om
te komen tot een maatschappelijk verantwoorde registratie van lei
dingen in de Nederlandse bodem. Spreker gaf aan waarom hij kon
instemmen met de intrekking op 24 december 1986 van de
ontwerp-wet Leidingenbeheerdersregistratie. In het bijzonder het
particulier initiatief tot regionale KLIC-organisaties (Kabels- en Lei
dingen Informatie Centrum) heeft voor hem hierbij een rol
gespeeld. Belangstellend wordt nu gewacht op het (inmiddels ver
schenen) advies van de voorlopige Raad voor vastgoedinformatie
over de wijze waarop de informatievoorziening omtrent de ligging
van leidingen in aansluiting op bovengenoemde ontwikkelingen en
zonder wettelijke maatregelen kan worden verzekerd. Spreker
heeft vertrouwen in een regeling op decentraal niveau of zelfs par
ticulier niveau, maar tegelijkertijd stelt hij, dat die uitdaging nog
wel in de nuchtere praktijk moet worden waargemaakt. Hierbij het
vingertje opstekend dat, als maatschappelijke processen onvol
doende (snel) tot stand komen, „Den Haag" nogal eens geneigd
is om zo'n proces toch maar via een wettelijke regeling af te
dwingen.
R. H. Streurman, hoofd uitvoering Energiebedrijf gemeente Gronin
gen, ging in op de praktijk van de Kabel en Leidingen Informatie
Centra. Via een KLIC kan men achter de gegevens komen over de
ligging van kabels en leidingen in een bepaald gebied. Hij gaf aan,
dat in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland, Gel
derland, Overijssel en Utrecht nu een KLIC functioneert. Spreker
had de verwachting, dat binnen niet al te lange tijd in elke provin
cie een KLIC zal zijn. Uit gegevens van reeds langere tijd functione
rende KLIC's blijkt een toenemend aantal vragen om informatie en
een tegelijkertijd dalend aantal beschadigingen.
ir. P. Plantinga
JAARVERSLAG 1987 NEDERLANDSE VERENIGING VOOR
FOTOGRAMMETRIE
Wat betreft het ledental gaf 1987 een kleine terugval te zien: op
31 december 1986 bedroeg het aantal leden 225, waarvan 24 fir
maleden, op 31 december 1987 waren er nog 218, waarvan 24
firmaleden.
In één geval werd het lidmaatschap beëindigd door overlijden:
prof. R. Roelofs, al sinds zeer lange tijd erelid van de vereniging,
overleed op 12 oktober 1987.
In totaal werden vijf lezingen georganiseerd:
1. 10 april. Voordracht te Amersfoort door dr.-ing. W. Wester-
Ebbinghaus: Industrial photogrammetry Recent Develop
ments".
2. 26 mei. Voordracht te Amersfoort door dr.-ing. W. Förstner:
Information processing in Photogrammetry".
3. 25 september. Voordracht te Amersfoort door ing. J. van der
Veen: ,,Fotogrammetrie bij de gemeente Apeldoorn".
4. 27 november. Lezingenmiddag met als thema: ,,Low cost ana
lytische plotters". Sprekers waren: M. Weir: „The potential of
low cost analytical photogrammetry for forestry", Z. Veld
hoen: „De MPS-2 stereoplotter" en J. W. Reusink: „Ervarin
gen met analytische systemen voor geologische doeleinden".
5. 18 december. Voordracht te Amersfoort door L. Hendriks:
,,Het correlatie-algoritme van de Kern DSR11".
De algemene ledenvergadering vond plaats op 26 mei, na de lezing
van Förstner. Hierbij trad prof. dr. ir. G. H. Ligterink, na een perio
de van 15 jaar, af als voorzitter. Hij werd opgevolgd door Martien
NGT GEODESIA 88