werd tevens de naam gewijzigd in Heidemij. De vier werkmaatschappijen (Heidemij Adviesbureau BV, Hei demij Uitvoering BV, Heidemij Vastgoeddiensten BV en Euroconsult BV) verzetten de bakens rondom de harde kern van activiteiten (rondom „grond, groen en water") waarin het bedrijf door de jaren heen zijn bestaansrecht heeft bewezen. Met nieuw elan wordt sindsdien gestreefd naar verdedi ging en versterking van bestaande posities en naar uit breiding van activiteiten op nieuwe markten die daarop goed aansluiten: stads- en dorpsvernieuwing, milieu techniek, vastgoedinformatie en reststoffenbeheer. De nieuwe groeistrategie moet in 1995 leiden tot een ver dubbeling van de activiteiten (in 1987 568 miljoen gulden). Vóór die tijd moet de beursgang de transfor matie van Heidemij in een slagvaardige en moderne onderneming bekronen. Landmeten bij de Heidemaatschappij Reeds in het begin van deze eeuw werden bij de Heide maatschappij ter ondersteuning van uitvoeringswerken ook de landmeetkundige werkzaamheden geïntrodu ceerd. Dit landmeten en waterpassen geschiedde des tijds door de opzichters in de uitvoerende diensten zelf. Hiervoor werd vanaf het begin in de „cursus" zoals de HBCS te Velp vroeger heette en welke cursus oor spronkelijk alleen bedoeld was als opleiding voor de op zichters van de Heidemaatschappij les gegeven in het landmeten en waterpassen. Speciaal voor deze lessen werd in 1914 het alom be kende boekje „Landmeten en waterpassen" door H. J. van Leusen geschreven. Om de verbreding van het takenpakket naast het „ontginnen" ontstonden meer technische activiteiten als aanleg van wegen en waterwerken onder meer in de ruilverkavelingen goed aan te kunnen, werd voor het maken van plannen van de uitvoerende dienst een aparte „plannendienst" afgesplitst. Ook het landmeten en waterpassen gingen over naar de plannendienst en werden verricht door de technisch ambtenaren en assistenten van deze dienst. De voortschrijdende ontwikkeling leidde ook hier tot specialisatie, waardoor het landmeetkundig werk steeds meer in handen kwam van een enkele technisch ambtenaar. Toename van het werk en de wens om ook op dit ter rein bij te blijven en de leiding in verantwoorde handen te kunnen leggen, deden de directie ertoe besluiten op 1 januari 1950 een „academisch gevormde landmeter" in dienst te nemen. Dit hing nauw samen met de grote toename van activiteiten in de ruilverkavelingen, die kort na de oorlog plaatsvond. Landmeetkundige dienst De „academisch gevormde landmeter" werd op 1 april 1950 belast met de opbouw en leiding van een zelf standige landmeetkundige dienst. Aanvankelijk werden alle landmeetkundige werkzaamheden centraal vanuit Arnhem verricht door enkele technisch ambtenaren en ook de afwerking van de metingen geschiedde geheel op het hoofdkantoor. Door de toename in het werk kon geleidelijk worden ge werkt aan decentralisatie van de landmeetkundige dienst en werden ook aan de technisch ambtenaren in de districten opzichters, technisch assistenten en later ook tekenaars toegevoegd. De plannendienst was inmiddels omgedoopt tot de Technische Dienst van de Heidemaatschappij. De 282 Karteren met de coördinatograaf van Haag-Streit (1963). Foto: Nedertandsche Heidemaatschappij. werkzaamheden van de landmeetkundige dienst in de districten werden geheel verricht ten behoeve van en onder organisatorische verantwoordelijkheid van de Technische Dienst. Technisch ressorteerden de districtshoofden echter onder verantwoordelijkheid van het hoofd van de land meetkundige dienst, de „academisch gevormde land meter". Bij het 75-jarig bestaan van de Heidemaatschappij schreef ing. M. L. Veen (in 1963) in Geodesia: ,,De landmeetkundige dienst van de Nedertandsche Heide maatschappij is als iedere andere aan een dienst of be drijf verbonden landmeetkundige dienst of afdeling een dienst met een dienende taak, waarvan de aard bepaald wordt door de dienst of het bedrijf waaraan ze verbon den is. Deze dienende taak bestaat in het verschaffen van de voor de werkzaamheden van het bedrijf beno digde kaarten". De landmeetkundige dienst was uitgegroeid tot onge veer 85 man, met vele specialisten voor allerlei werk zaamheden en met een aan de moderne eisen aange past instrumentarium, bestaande uit Wild T2 theodolie ten, Wild RDS- en RDH-instrumenten voor tachymetrie, Haag-Streit-coördinatografen, wagen en schijfpoolpla- nimeters van Ott en Friden, Brunsviga en Curta- rekenmachines, enz. Naast de activiteiten van de landmeetkundige dienst werd vooral door opzichters en technisch ambtenaren van de Technische Dienst volop gewaterpast. Voor dit waterpassen waren doorlopend meer dan 100 Zeiss Opton waterpasinstrumenten binnen de Nederlandse Heidemaatschappij in gebruik. Produktgroep Geodesie Op dat moment werd volop de behoefte gevoeld om vanuit economische en organisatorische overwegingen ook aan externe opdrachtgevers de landmeetkundige diensten aan te bieden. Dit gebeurde niet alleen in Nederland. Met name in ruilverkavelingen in Duitsland is de landmeetkundige dienst volop actief geweest en werd de basis gelegd voor de digitale topografische vastgoedinformatie. Helaas moest dit gastarbeiders schap door jaloezie vanuit de Duitse landmeetkundige hoek in de beginjaren tachtig worden afgebouwd. In de laatste 25 jaren hebben het karakter van de werk zaamheden en uiteraard de gehanteerde werkmethoden drastische veranderingen ondergaan. Vanuit de „die nende taak" zoals die in 1963 was beschreven, heeft de landmeetkundige dienst zich ontwikkeld tot één van de grootste landmeetkundige bureaus in Nederland met NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 24