teitsbibliotheek te Leiden, het Geografisch Instituut van de Rijks
universiteit Utrecht, enkele Utrechtse en Gelderse waterschaps
archieven, gemeentearchieven, de Koninklijke Bibliotheken te
Brussel en Madrid en enkele andere archieven.
Een historisch onderzoek naar de achtergrond van deze kaarten
heeft een aantal onbekende feiten aan het licht gebracht. Ook kon
van een aantal kaarten de tot nu toe onbekende reden tot vervaar
diging worden opgespoord en van enkele anonieme kaarten kon
de maker worden aangewezen. Deze onderzoeken hebben ook ge
leid tot de samenstelling van een boek, waarin aan de hand van
een aantal hoofdstukken enkele geschiedkundig van belang zijnde
onderwerpen worden beschreven. Tevens worden onder 690
nummers de belangrijkste gegevens van meer dan 1200 gevonden
kaarten vermeld: hun titel, voor zover bekend de maker, het
jaar van vervaardiging, plaats van bewaring en enkele andere
gegevens. In de meeste gevallen wordt bij elke kaart een min of
meer uitgebreide toelichting gegeven.
Het eerste exemplaar van het boek is op 4 juni 1988 aangeboden
aan de Commissaris van de Koningin van de Provincie Utrecht. Te
gelijkertijd werd de grote kaartententoonstelling geopend.
Op deze tentoonstelling is een keuze te zien van ruim drie eeuwen
kartografie van de Gelderse Vallei. De selectie werd gemaakt uit
de verzamelingen van het merendeel van de bovengenoemde
archieven, aangevuld met materiaal uit particulier bezit.
Bij de keuze van de geëxposeerde kaarten is speciaal gelet op de
historische lijn en het onderlinge verband tussen de kaarten van
éénzelfde maker, welke in verschillende archieven worden be
waard. Voor het eerst sinds hun vervaardiging zullen dan weer
kaarten van bekende landmeters zoals de 17e eeuwse land
meter Nicoiaas van Geelkercken en de vroeg 18e eeuwse Justus
van Broeckhuijsen die door het lot van de geschiedenis werden
verspreid, gedurende enkele weken naast elkaar te bestuderen
zijn. Het betreft hier voor het overgrote deel manuscriptkaarten,
dat wil zeggen handgetekende kaarten, waarvan slechts één
exemplaar bestaat. Van de uiterst kostbare 16e eeuwse kaarten,
tussen 1550 en 1590 gemaakt in opdracht van Karei V en Philips
II en thans bewaard in Brussel en Madrid, is foto- en diamateriaal
aanwezig.
BRAVENBOER SCHEERS VIERDE FEEST
Ingenieursbureau Bravenboer Scheers Spijkenisse BV vierde 6
mei 1988 feest om diverse redenen:
het nieuwe kantoor aan de Gorsstraat in Spijkenisse is die dag
officieel in gebruik genomen. Mr. R. P. M. de Bok, voorzitter
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam
en Beneden-Maas verrichtte de officiële openingshandeling;
de groei van het aantal medewerk(st)ers en opdrachten zet
door en kan met het veel grotere kantooroppervlak (een ver
drievoudiging) goed gestalte krijgen;
met de aanstelling als directeur van ir. C. M. P. A. van Dam
eind vorig jaar is een begin gemaakt met de aanvulling van het
dienstenpakket: werktuigbouwkundige adviezen voor de in
dustrie;
onlangs is een grote opdracht verkregen in het buitenland.
Bravenboer Scheers is van oorsprong een bedrijf uit Terneuzen
met thans vestigingen in Zelzate (België), Middelburg, Almere en
Spijkenisse. Het huidige personeelsbestand bedraagt in totaal 300
medewerk(st)ers. Als raadgevend ingenieursbureau wordt het be
drijf ingeschakeld voor technisch advies op een breed terrein en bij
het ontwikkelen en realiseren van plannen voor uitbreidingen, ver
bouwingen, nieuwbouw en aanpassingen. Op automatiseringsge
bied heeft B&S engineerings- en landmeetkundige pakketten ont
wikkeld en op de markt gebracht. De voornaamste opdrachtgevers
zijn (semi-)overheden, aannemers, architecten, projectontwikke
laars en industriële bedrijven.
„DE VOC IN DE KAART GEKEKEN"
Zoals reeds beknopt aangekondigd in het meinummer, is tot en
met 21 augustus 1988 in het Zuiderzeemuseum een tentoonstel
ling te zien over het reilen en zeilen van de kaartenkamers van de
meest roemruchte Nederlandse handelsmaatschappij uit de Gou
den Eeuw, de Verenigde Oostindische Compagnie. ,,De VOC in de
kaart gekeken, kartografie en navigatie van de Verenigde Oostindi
sche Compagnie, 1602- 1799", zoals de titel voluit luidt, toont
de ontwikkeling van twee eeuwen VOC aan de hand van haar
kaarten: van zeemacht op zoek naar handelsmogelijkheden tot
koloniserende landmacht. Meer dan 250 zelden of nooit getoonde
bruiklenen uit de belangrijkste Nederlandse collecties op dit gebied
maken van deze tentoonstelling een uniek gebeuren.
„De VOC in de kaart gekeken" maakt deel uit van een serie ten
toonstellingen in steden waar eens een „Kamer" van de VOC was
gevestigd. Elke „Kamer" had zijn eigen bewindhebbers, bouwde
eigen schepen, rustte ze uit voor de reis naar de Oost en zorgde
vervolgens voor de verkoop van de lading van de retourschepen.
Eén van de zaken die wél centraal werd geregeld door het hoofd
bestuur van de Compagnie, was de verstrekking van kaarten en
navigatiemiddelen aan de Oostindiëvaarders. Hoe deze kant van
het VOC-bedrijf, de kartografie en de navigatie, zich in twee eeu
wen ontwikkelde, is het onderwerp van de tentoonstelling.
Na een korte algemene inleiding over de VOC in Nederland wordt
aandacht besteed aan de invloed van de Compagnie op de stad
Enkhuizen. Vervolgens krijgt de bezoeker een impressie van het
wereldbeeld rond 1600, onder meer door een aardglobe van Jodo-
cus Hondius en Adriaan Veen uit 1613.
De hoofdtentoonstelling bestaat uit twee delen. In het eerste deel
wordt de aandacht gevestigd op de ontwikkeling, de produktie en
het gebruik van kaarten en navigatiemiddelen die nodig waren
voor de reis naar de Oost. Het tweede deel is gericht op Azië: de
produktie van kaarten voor de interaziatische vaart, ontdekkings
reizen en als laatste de landkartografie.
Het kaartenmakersbedrijf van de VOC had twee centra: Amster
dam en Batavia. De Kamer Amsterdam had een officiële kaarten
maker in dienst, die alle schepen die naar de Oost vertrokken,
moest voorzien van een vaste set kaarten. Na de reis werden die
weer ingeleverd met op- en aanmerkingen van de schipper. Zo kon
de kaartenmaker de kaarten steeds bijwerken.
Tot 1753 werden al deze kaarten zo'n dertig per reis per schip
met de hand gemaakt. Ze konden dan gemakkelijk worden bij
gesteld en de Compagnie trachtte op deze manier ai te grote ver
spreiding van de kaarten bedrijfsgegevens! tegen te gaan.
Een aantal van deze gebruikte kaarten met uitgezette koers er
op aangegeven evenals bijgehouden scheepsjournalen, is op
de tentoonstelling te zien.
Van de navigatie-instrumenten werd ook een vaste set meege
geven, die na terugkomst weer terug moest naar de Compagnie.
Instrumenten, prenten en leerboeken illustreren dit deel van de ex
positie.
Aangekomen in de Oost krijgt de bezoeker een indruk van het
monopoliegebied aan de hand van de in opdracht van de VOC ge
maakte overzichts- en detailkaarten. Schilderijen, aquarellen en
archiefstukken vullen dit beeld aan. Uit de doeken wordt gedaan
hoe in Batavia de „kaartenmakerswinkel" functioneerde. Deze
winkel voorzag de schepen van de nodige kaarten en zette ver
kenningstochten op touw.
In het laatste deel van de tentoonstelling, de landkartografie,
wordt duidelijk hoe de ontwikkeling van de Compagnie zich weer
spiegelt in haar kaarten: hoe vaster zij voet aan wal kreeg, hoe ge
detailleerder en zakelijker haar kaarten werden. Als veroveraar,
kolonisator en belastinginner maakte de Compagnie vele land
kaarten.
De tentoonstelling is te bezichtigen in „Het Peperhuis", dat als
voormalig pakhuis van de VOC een uitstekend decor vormt. „Het
Peperhuis" maakt deel uit van het Binnenmuseum van het Zuider
zeemuseum, Wierdijk 18 te Enkhuizen.
PHBO-CURSUS VASTGOEDINFORMATIE DEEL I EN II
In september 1988 zal opnieuw worden gestart met de cursus
Vastgoedinformatie deel I. Deze avondcursus wordt op dinsdag
avond gegeven in één der lokalen van de Hogeschool Utrecht, sec
tor Bouwnijverheid, Vondellaan 2 te Utrecht.
De cursus is bedoeld voor iedereen die in zijn werk te maken heeft
met vastgoedinformatie. Het niveau ligt op dat van het hbo-
onderwijs. De cursus omvat een theoretisch inleidend gedeelte en
een op de praktijk gericht deel en duurt ongeveer vijftien avonden
verspreid over een (cursus)jaar.
Deel II van de cursus sluit aan op deel I. Gedurende een tiental
avonden zal door verschillende inleiders aandacht worden gege-
286
NGT GEODESIA 88