nieuwe bedrijven zouden kunnen worden gevestigd.
Zouden, uiteraard, omdat het hier .een eerste selec
tie betreft en er nog een aantal toetsingen (o.a. pla
nologische) moet plaatsvinden.
ten aanzien van het concept-Landschapsplan, zodat
wij kunnen aangeven wat de gevolgen zijn voor de
toedelingsmogelijkheden voor de agrarische bedrij
ven bij uitvoering van dit plan.
het advies met betrekking tot mogelijke grondaan
kopen door BBL. Voorts onderzoeken we of de be
treffende gronden interessant zijn voor de realisering
van het landinrichtingsplan, of ze zijn gelegen in
overvraagde gebieden, enz.
Bijzondere doelstellingen
Naast genoemde doelstellingen zijn er per project enke
le specifieke zaken waar een toedelingsonderzoek de
onderbouwing voor de besluitvorming kan leveren.
Met name in de ruilverkaveling Mergelland is o.a. de
fruitteeltproblematiek aanleiding geweest om een on
derzoek te doen. De beoordeling van de aanvragen is
gebaseerd op de artikelen 70 en 71 van de Landinrich
tingswet voor fruitboomaanplant, een langjarige teelt
welke een duidelijk voorschot neemt op het plan van
toedeling. Dit vraagt enig inzicht in de consequenties
van een mogelijke aanplant.
Ook kan het onderzoek nuttige informatie leveren voor
het opstellen van de richtlijnen van het plan van toe
deling. Te denken valt hierbij o.a. aan randvoorwaarden
en regels voor ruil en toedeling.
De consequenties met betrekking tot het vaststellen
van de begrenzing van relatienotagebieden kunnen
zichtbaar worden gemaakt. Naast een 100% uitruil
baarheid kan een alternatief „niet uitruilbaar" worden
doorgerekend en het systeem geeft een overzicht van
de toedelingsgevolgen voor de bedrijven en de verschil
lende bedrijfstypes.
In de ruilverkaveling Melderslo zijn naast de Relatienota
de gegevens uit het toedelingsonderzoek gebruikt ten
behoeve van de begroting van de kavelaanvaardings-
werken en zijn de door het systeem berekende kenge
tallen verwerkt in de evaluatie (o.a. batenberekening)
en voorlichting.
Ten behoeve van de begroting van het kavelaanvaar-
dingswerk is, met behulp van de uitkomsten uit het
onderzoek, in een drietal proefcomplexen door het
Kadaster een schetsplan vervaardigd. Deze proefcom
plexen (van ongeveer 200 ha) zijn zodanig gekozen, dat
zij representatief zijn voor het ruilverkavelingsblok. De
afdeling Onderzoek van de Landinrichtingsdienst heeft
vervolgens door vergelijking van de bestaande situatie
met de geschetste toedeling, per bedrijf, binnen de
oppervlakte geruilde grond het noodzakelijke kavelaan-
vaardingswerk opgenomen, en door extrapolatie van
deze gegevens een begroting van het kavelwerk opge
maakt voor het gehele blok.
In de aanpassingsinrichting Beek is, naast de in Mel
derslo genoemde aspecten, de wenselijkheid van een
blokuitbreiding onderzocht. De vergelijking van de
resultaten met en zonder blokuitbreiding heeft een on
derbouwing geleverd, op basis waarvan is besloten tot
een beperkte blokuitbreiding. Relaties per bedrijf met
het infrastructurele werk en inzicht in de mogelijkheid
of onmogelijkheid om de nadelige gevolgen van de in
greep te compenseren zowel voor het landschap als
de agrariër zijn uit het onderzoek weer te geven.
NGT GEODESIA 88
Opzet en werkwijze
Basisgegevens
MERGELLAND EN BEEK
Mede gezien de koppelingsmogelijkheid ARAK/INOK
ligt het voor de hand de kadastrale eigendomssituatie,
inclusief de geregistreerde pacht, als basisgegeven
voor het onderzoek te kiezen. In de ruilverkaveling Mer
gelland bijvoorbeeld is dit het geval geweest.
Op het moment van onderzoek in de planvormingsfase
(zoals in Melderslo bij het opstellen van het concept
voorontwerp) beschikken we in het algemeen niet over
een dergelijke administratie. (Zodra de Automatisering
van de Kadastrale Registratie (AKR) is ingevoerd, is de
opzet van een ruilverkavelingsadministratie op eenvou
dige wijze te realiseren red.) Te overwegen is om
deze ten behoeve van het onderzoek alsnog op te
zetten, ware het niet dat in de Limburgse situatie,
waarbij ongeveer 40% van de bedrijfsoppervlakte uit
pachtgronden bestaat, een onderzoek op basis van
eigendomsgegevens alleen geen reëel toedelingspa
troon oplevert.
Aangezien een pachtersregistratie eveneens in deze
fase nog niet heeft plaatsgevonden, dienen de benodig
de gebruiksgegevens elders te worden verzameld.
In een vroegtijdig stadium van de voorbereiding vindt
door het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuis
houding (ICW) een gebruiksinventarisatie plaats. Deze
blijkt, in digitale vorm, eveneens koppelbaar te zijn aan
het INOK-systeem. Aangezien deze gegevens op het
moment van ons onderzoek sterk verouderd zijn (de Cl
van Melderslo was tien jaar oud), is het noodzakelijk
deze met behulp van zgn. meitellingen te actualiseren.
Dit laatste is een zeer tijdrovende bezigheid, waarbij
naast leden van de Landinrichtingscommissie ook plaat
selijke jagers zijn ingeschakeld, niet vanwege hun capa
citeiten op het gebied van schieten maar vanwege hun
bekendheid met het terrein.
In de aanpassingsinrichting Beek hadden we de be
schikking over een ARAK-boekhouding (overigens zon
der pacht). Hier was namelijk in overleg met Provincie,
Rijksluchtvaartdienst en BBL, gekozen voor een vroeg
tijdige opzet van een eigendomsadministratie en wel
om de volgende redenen:
in verband met de tervisielegging van het aan te wij
zen luchtvaartterrein dienden de twee eerstgenoem
de instanties te beschikken over kadastrale gege
vens van dat gebied;
door het zeer intensieve aankoopbeleid van BBL, zo
wel in het luchtvaartterrein als de aansluitende aan
passingsinrichting, diende deze instantie te beschik
ken over een handzame administratie van de ge
noemde gebieden.
Een recente gebruiksinventarisatie (Cl) werd op de
kadastrale plans geprojecteerd, zodat per kadastraal
perceel een eigenaar/gebruiker kon worden aange
geven. Omdat in het onderzoek gebruik wordt gemaakt
van gebruiks- c.q. eigendomskavels, dienen in een vol
gend stadium (na de koppeling) de aaneengesloten
kadastrale percelen met dezelfde eigenaar/gebruiker tot
één kavel te worden samengevoegd.
MELDERSLO
Ten behoeve van het onderzoek werd het blok verder
onderverdeeld in zgn. dorpsbehoren en blokdelen (be
grenzing langs wegen en waterlopen). Als gemiddelde
oppervlakte voor een blokdeel wordt in de kleinschalige
gebieden tot 100 ha maximaal aanbevolen. Bij te grote
263