PERCEEL
DUF
rubriek
posities
type
omschrijving
nr.
naam
van-tot
len.
1
CLASSC03
1- 3
3
chr
classificatiecode
2
XPLC0003
4-12
9
num
perceelscoördinaat (X) in mm
3
YPLC0003
13-21
9
num
perceelscoördinaat (Y) in mm
4
XC0RPN03
22-30
9
num
plaatsingspunt (X) in mm
5
YC0RPN03
31-39
9
num
plaatsingspunt (Y) in mm
6
PERCNR03
40-50
11
chr
kadastraal perceelnummeraanduiding
1
VASGES03
51-60
10
num
vastgestelde grootte in ca
8
BIJBNR03
61-69
9
chr
bij bladnummer (GGG SS NNNN)
DUF-record: PERCEEL
PERCEEL-record
4 en 5 geven de werkelijke plaats van het perceel
nummer in het bestand aan; dit hoeft niet gelijk te
zijn aan de perceelscoördinaat van de rubrieken 2 en
3. Indien beide coördinaatparen gelijk zijn aan elkaar,
staat het nummer ook werkelijk in het perceel en
wordt bij de uittekening van een kaart het nummer
evenwijdig aan de onderkant geplaatst. Wanneer de
rubrieken 2 en 3 eindigen op een 0 (mm) en niet ge
lijk zijn aan de plaatsingspunten van het nummer,
dan fungeert de lijn tussen 4,5 en 2,3 als richting
voor het tekenen van het perceelnummer. Indien de
rubrieken 2 en 3 eindigen op 5 (mm), dan is er spra
ke van een perceelnummer dat niet in het perceel
kan worden geplaatst en is rubriek 4,5 de werkelijke
plaats van het nummer;
rubriek 6 is de kadastrale aanduiding ,,GGG SS
NNNNNN" zonder interpuncties, waarbij het S- en
N-gedeelte altijd rechts worden aangesloten en lege
posities met „blancs" worden opgevuld. De ge
meentecode is overeenkomstig de codering uit het
systeem KAD30 (voorbeeld BAT__A1213).
GRONDSLAG
DUF
rubriek
posities
type
omschrijving
nr.
naam
van-tot
len.
1
CLASSC04
1- 3
3
chr
classi ficatiecode
2
XC0RGP04
4-12
9
num
grafische coördinaat (X) in mm
3
YC0RGP04
13-21
9
num
grafische coördinaat (Y) in mm
4
XC00NR04
22-30
9
num
terrestrische coördinaat (X) in mm
5
YC00NR04
31-39
9
num
terrestrische coördinaat (Y) in mm
6
PRECIS04
40-40
1
chr
precisiekenmerk (1 t/m 6, 9)
7
IDEALI04
41-41
1
chr
idealisatiekenmerk (1 t/m 4, 9)
8
BETRWB04
42-42
1
chr
betrouvbaarheidskenmerk (0 t/m 5,9)
9
0PNDAT04
43-48
6
chr
opnamedatum JJMMDD
10
PUNTGP04
49-54
6
chr
puntnummer (rechts aangesloten)
11
TKNC0D04
55-55
1
num
tekencode (0 t/m 4)
12
UYZINV04
56-56
1
chr
wijze van inwinning (T,D,F)
13
VYVANV04
57-57
1
chr
wijze van verzekering (1 t/m 9)
14
GEMC0D04
58-60
3
chr
gemeentecode (KAD30)
15
TEKSTP04
61-80
20
chr
tekst
DUF-record: GRONDSLAG.
GRONDSLAG-record
2 t.m. 5 geven aan, dat per grondslagpunt twee pa
ren coördinaten kunnen worden meegegeven. Het
eerste paar is altijd aanwezig en legt de fysieke
plaats van het grondslagpunt in het bestand vast; de
kwaliteit kan grafisch of terrestrisch zijn. Het twee
de paar kèn alleen worden ingevuld, indien een goe
de terrestrische grondslagbepaling heeft plaatsge
vonden. Wanneer sprake is van de klasse M03
„meetlijn", vindt u hier het begin- en eindpunt van
deze meetlijn;
met de rubriek 11 wordt een tekencode opgegeven
ten behoeve van een vaste plaats van het tekenen
van het grondslagpuntnummer bij het punt; de bete
kenis van de cijfers is: 0 (géén puntnummer plaat
sen), 1 (puntnummer rechtsboven), 2 (rechtsonder),
3 (linksonder) en 4 (linksboven).
GRENS
DUF
rubriek
posities
type
omschrijving
nr
naam
van-tot
len.
1
CLASSC06
1- 3
3
chr
classificatiecode
2
XL0GRA06
4-12
9
num
kleinste X in mm
3
YL0GRA06
13-21
9
num
kleinste Y in mm
4
XHIGRA06
22-30
9
num
grootste X in mm
5
YHIGRA06
31-39
9
num
grootste Y in mm
6
PRECIS06
40-40
1
chr
precisiekenmerk (1 t/m 6, 9)
7
IDEALI06
41-41
1
chr
idealisatiekenmerk (1 t/m 4, 9)
8
BETRVB06
42-42
1
chr
betrouwbaarheidskenmerk (0 t/m 5,9)
9
0PNDAT06
43-48
6
chr
opnamedatum JJMMDD
10
BR0NVE06
49-53
5
chr
bronvermelding
11
STRS0006
54-54
1
chr
stringsoort (0 lijnstring
1 cirkelboog 3 ptn)
12
LYNC0D06
55-55
1
chr
tekencode 0 t/m 4
13
LDIKTE06
56-56
1
chr
lijndikte NIET GEBRUIKEN
14
WYZINV06
57-57
1
chr
wijze van inwinning (T, D of F)
15
PNUMLI06
58-68
11
chr
perceelnrlinks (GGG SS NNNNNN)
16
PNUMRE06
69-79
11
chr
perceelnrrechts (GGG SS NNNNNN)
volgrecord GRENS
DUF
1
CLASSC06
1-3
3
chr
waarde 999
2
XC00GR06
4-12
9
num
X-coördinaat
3
YC00GR06
13-21
9
num
Y-coördinaat
Identiek aan rubrieken (2-3) zijn (4-5)(7-8)(9-10) en (11-12),met
in totaal 5 punten per volgrecord.
DUF-record: GRENS.
GRENS-record
2 t.m. 5 vormen de range van een element, bere
kend uit de coördinaten van de volgrecords;
in rubriek 12 wordt de tekencode benut als „lijn-
soort":
0: (volle lijn) normaal lijntype;
1(streeplijn-lang) lijn boven en onder maaiveld,
bijvoorbeeld viaduct of overbouw;
2: (streeplijn-kort) fictieve kadastrale grenzen of
onzichtbare objecten vanuit de lucht;
3: (stippellijn) vaag (fotogrammetrie);
4: (streep-puntlijn) kadastrale sectiegrens;
de rubrieken 15 en 16 worden gevuld conform de
rubriek PERCNR03 van het recordtype „perceel";
er zijn minimaal 1 en maximaal 10 volgrecords per
hoofdrecord, zodat in totaal 50 punten per element
kunnen worden opgeslagen.
LYNSTRING
DUF
rubriek
posi ties
type
omschrijving
nr.
naam
van-tot
len.
1
CLASSC07
1- 3
3
chr
classificatiecode
2
XLOLRA07
4-12
9
num
kleinste X in mm
3
YL0LRA07
13-21
9
num
kleinste Y in mm
4
XHILRA07
22-30
9
num
grootste X in mm
5
YHILRA07
31-39
9
num
grootste Y in mm
6
PRECIS07
40-40
1
chr
precisiekenmerk (1 t/m 6, 9)
7
IDEALI07
41-41
1
chr
idealisatiekenmerk (1 t/m 4, 9)
8
BETRWB07
42-42
1
chr
betrouwbaarheidskenmerk (0 t/m 5,9)
9
0PNDAT07
43-48
6
chr
opnamedatum JJMMDD
10
BR0NVE07
49-53
5
chr
bronvermelding
11
STRS0007
54-54
1
chr
stringsoort (0 lijnstring
1 cirkelboog 3 ptn)
12
LYNC0D07
55-55
1
chr
tekencode 0 t/m 4
13
LDIKTE07
56-56
1
chr
lijndikte NIET GEBRUIKEN
14
WYZINV07
57-57
1
chr
wijze van inwinning (T, D of F)
volgrecord LYNSTRING DUF
1
CLASSC07
1-3
3
chr
waarde 999
2
XC00GR07
4-12
9
num
X-coördinaat
3
YC00GR07
13-21
9
num
Y-coördinaat
Identiek aan rubrieken (2-3) zijn (4-5)(7-8)(9-10) en (11-12),met
in totaal 5 punten per volgrecord
DUF-record: LIJNSTRING.
LIJNSTRING-record
bij „lijnstring" zijn de opmerkingen van het record
type „grens" eveneens van toepassing;
326
NGT GEODESIA 88