rubriek 10 wordt ingeval van fotogrammetrie inge
vuld met het fotoschaalgetal gedeeld door 1000, bij
voorbeeld F6;
voor fotogrammetrisch ingewonnen informatie geldt
voor de tekencode (rubriek 12) een andere beteke
nis: 0 1, 2 en 4 is een „goede" interpretatie door
de operator, terwijl bij een „slechte" interpretatie
een 3 wordt ingevuld.
PUNT
DUF
rubriek
posi t ies
type
omschrijving
nr
naam
van-tot
len.
1
CLASSC08
1- 3
3
chr
classificatiecode
2
XC0RPU08
4-12
9
num
X-coördinaat in mm
3
YC0RPU08
13-21
9
num
Y-coördinaat in mm
4
FILLER
22-39
18
chr
spat ies
5
PRECIS08
40-40
1
chr
precisiekenmerk (1 t/m 6, 9)
6
IDEALI08
41-41
1
chr
idealisatiekenmerk (1 t/m 4, 9)
7
BETRUB08
42-42
1
chr
betrouwbaarheidskenmerk (0 t/m 5,9)
8
0PNDAT08
43-48
6
chr
opnamedatum JJMMDD
9
BR0NVE08
49-53
5
chr
bronvermelding
10
TEKSTP08
54-73
20
chr
tekst
DUF-record: PUNT.
PUNT-record
in rubriek 9 wordt bij fotogrammetrische inwinning
het fotoschaalgetal gedeeld door 1000 ingevuld.
SYMBOOL
DUF
rubriek
posi ties
type
omschrijving
nr.
naam
van-tot
len.
1
CLASSC09
1- 3
3
chr
classificatiecode
2
XBESYM09
4-12
9
num
X-coördinaat beginpunt in mm
3
YBESYM09
13-21
9
num
Y-coördinaat beginpunt in mm
4
XENSYM09
22-30
9
num
X-coördinaat richting in mm
5
YENSYM09
31-39
9
num
Y-coördinaat richting in mm
6
SYMTYP09
40-41
2
chr
symbool type (GV/OV/UA/TA/HM/PO/AB)
7
SYMGRT09
42-45
4
chr
symboolgrootte (waarde 1 t/m 6,
rechts aangeslotenjalleen OV en GV)
8
SYMSCH09
46-49
4
chr
schaalgetal (500/1000/2000/"blanc")
DUF-record: SYMBOOL.
S YMBO OL -record
2 t.m. 5 bevatten respectievelijk het aangrijpings
punt (P1van het symbool in het bestand en een
punt voor de richting (P2); zie hiervoor ook tabel 2;
rubriek 6 bevat de symboolcode; deze coden zijn:
GV gesloten verharding;
OV open verharding
WA aanduiding van water
TA talud
HM hoogspanningsmast
PO portaalmast
AB abri
normaal wordt in rubriek 8 volstaan met een
„blanc"; wanneer echter een symbool alleen maar
op één bepaalde schaal mag worden getekend, dan
wordt dat betreffende schaalgetal opgegeven.
TEKST
DUF
rubriek
posi ties
type
omschrijving
nr.
naam
van-tot
len.
1
CLASSC10
1- 3
3
chr
classificatiecode
2
XBEGTE10
4-12
9
num
X-coördinaat beginpunt in mm
3
YBEGTE10
13-21
9
num
Y-coördinaat beginpunt in mm
4
XENDTE10
22-30
9
num
X-coördinaat richting in mm
5
YENDTE10
31-39
9
num
Y-coördinaat richting in mm
6
TEXTYP10
40-41
2
chr
teksttype (VE/VA/HS/SV/FA/CA/SC/
EL/0T
7
TEXGRT10
42-45
4
chr
piotgrootte van de tekst (rechts
aangesloten: vaarden= 18,25,35,50)
8
TEXSCH10
46-49
4
chr
schaalgetal (500/1000/2000/"blanc")
9
TEXSTR10
50-89
40
chr
tekst
DUF-record: TEKST.
NGT GEODESIA 88
TEKST-record
2 t.m. 5 bevatten het aangrijpingspunt van het
tekstelement (linkeronderpunt) en een punt voor de
richting (rechteronderpunt);
rubriek 6 bevat de tekstcode; deze coden zijn:
WE straatnaam
WA naam waterloop
HS huisnummer
SV streeknaam
FA functie-aanduiding
CA cultuuraanduiding
SC schattingsgetal
EL elementnummer
OT overige tekst
hiervan gebruikt de fotogrammetrie alleen CA, FA en
OT;
de waarde van de piotgrootte in rubriek 7 is in tiende
mm.
Externe gegevensuitwisseling
Het Kadaster kent eigenlijk twee vormen van gegevens
uitwisseling met „derden". Dit zijn de levering van digi
tale produkten aan afnemers én het in uitbesteding la
ten verrichten van digitale werkzaamheden door exter
ne instanties ten behoeve van het Kadaster. Daarnaast
heeft het Kadaster formeel gekozen voor het door de
RAVI geaccepteerde SUF2-formaat [4], Het beleid is er
op gericht het SUF2-formaat te hanteren bij digitale
levering aan afnemers. Voor de tweede vorm van gege
vensuitwisseling kan een wat meer genuanceerd stand
punt worden ingenomen. Bij het in uitbesteding geven
van digitaal werk kan in DUF worden uitgewisseld. Eén
en ander is afhankelijk van de mogelijkheden, die de be
treffende externe instantie heeft. Ik denk daarbij bij
voorbeeld aan de te gebruiken apparatuur en program
matuur. Een aantal instanties heeft vergelijkbare appa
ratuur als het Kadaster en tevens zijn vaak ook inter
actief grafische gedeelten van de LKI-software door
hen aangeschaft.
Het „schijnbare" probleem bij uitwisseling in DUF is,
dat het Kadaster zich het recht voorbehoudt deze struc
tuur aan te passen. Dit zal uiteraard zo min mogelijk
plaatsvinden het kadastrale belang is daar ook niet
mee gediend en als het gebeurt, zal ook conversie
programmatuur ter beschikking zijn.
Ten behoeve van de levering van bestanden in SUF2
heeft het Kadaster een conversieprogramma geschre
ven van DUF naar SUF2. Daartoe is vooraf een ont-
werpafspraak gemaakt met betrekking tot de wijze
waarop de gegevens in de DUF-records en rubrieken
worden geconverteerd naar de overeenkomstige SUF2-
(sub)records. Dit heeft geresulteerd in een gefixeerde
keuze voor de invulling van gegevens in het recordfor
maat van SUF 2. Een extern te leveren bestand door
het Kadaster ziet er qua inhoud dus altijd hetzelfde uit.
Een uitvoerige beschrijving staat in [5]. Op fig. 1 is een
grafische presentatie te zien van een voorbeeld van de
omzetting van een element (M01 verzekerd grond-
slagpunt) van DUF naar SUF2. Daaruit kan worden af
geleid op welke wijze de inhoud van DUF-rubrieken
wordt vertaald naar SUF2-(sub)records. In tegenstelling
tot de variabele recordlengte van DUF (maximaal 93
posities) zijn alle recordtypen binnen SUF2 vastgesteld
op 64 posities en alle subrecords daarbinnen op 10 po
sities.
De fysieke externe uitwisseling van gegevens vindt
voorlopig alleen plaats via magneettapes conform de
327