„HET BEDRIJFSLEVEN HEEFT BESLOTEN DAT HET NU MOET GEBEUREN" In Nederland is geen sprake van „beëdigd landmeter" als vrij beroep, maar uiteraard wel van landmeters die in het kader van het uitoefenen van een bedrijf of als werknemer van een bedrijf op de vrije markt opereren. Voor deze landmeters is het van belang om in het bui tenland toegang te hebben tot gekwalificeerd werk. Omgekeerd kan het van belang zijn om in Nederland het landmeetkundige werk te kwalificeren, zodat land meters uit de andere EG-landen moeten bewijzen dat zij voor het uitvoeren van dergelijke werkzaamheden in Nederland voldoende zijn gekwalificeerd. OCDÉ Betreffende de richtlijnen voor de vrije beroepen baseert de Europese Commissie zich op een rapport uit 1984 van de OCDÉ (Organisation de Coopération et de Déve- loppement Économique) over de vrije beroepen en de concurrentieverhoudingen ter zake getiteld Project de récommandation du conseil sur ta politique de la concurrence et les professions libérales". In de wereld van de vrije beroepen wordt dit als een zeer belangrijk rapport gezien. In dit rapport wordt ech ter het beroep van landmeter (ook in de beëdigde vorm) niet gezien als een vrij beroep, maar als een commer cieel beroep. Vooral de landmeters uit België, Frankrijk, Duitsland en Italië zijn hierover zeer verbolgen en nemen hiertegen stelling. Zij voeren aan dat het publiek (de „argeloze klant") er bij landmeetkundig werk niet op mag afgaan, dat de goedkoopste landmeter (uit welk land hij ook komt) ook de beste is. Net zoals bij advocaten en artsen is het eerder de gekwalificeerdheid van de beroepsbeoefenaar, de beroepsregels, waaraan deze zich heeft onderworpen, die het „onwetende" publiek (dat zijn eigen eisen niet kan formuleren) moe ten doen besluiten het vertrouwen aan de landmeter te schenken. Het publiek mag er dan op afgaan, dat deze landmeter naar eer en geweten uitmaakt wat het beste is voor zijn cliënt. Het beroep van beëdigd landmeter is dus geen commer cieel beroep (hoewel de beëdigde landmeters ook op de commerciële markt voor „niet-beëdigde" activiteiten opereren), maar een vrij beroep. Richtlijn géomètre-expert Het gevolg van deze stellingname is, dat er ook een EG- richtlijn voor de „géomètre-expert" moet komen. Aan welke eisen moet een Spaanse landmeter voldoen, wil hij in Frankrijk kadastrale grenzen meten; aan welke eisen moet een Nederlandse landmeter voldoen om in andere EG-landen projecten te verwerven, waarin werk is opgenomen dat als gekwalificeerd is aangemerkt. Het Comité de Liaison wil zich bij het formuleren van een voorstel van een EG-richtlijn baseren op een inven tarisatie van de opleiding van de landmeters in de EG- landen en op een inventarisatie van de overige beroeps kwalificaties. Ten aanzien van de opleidingen wordt het rapport van dr. Allan (RICS) inzake de opleiding van landmeters in de EG-landen (1980) geactualiseerd, o.a. in verband met de uitbreiding van de EG met Spanje, Portugal en Griekenland. In oktober 1988 zal dit geactualiseerde rapport worden aangeboden aan het Comité de Liaison en aan de FIG-conferentie inzake educatie te Madrid. Met dit rapport worden de nieuwste feiten bekend over het opleidingsniveau van de landmeters in de onder scheiden EG-landen. Op basis hiervan kunnen in een EG-richtlijn bepalingen worden opgenomen inzake de opleidingskwalificaties van landmeters. Daarnaast is kennis nodig van de beroepsregels, ethische codes, tuchtregels, concurrentieregels, registratievereisten, aansprakelijkheid, publiciteit, de mate waarin het open baar gezag is gemandateerd e.d. Om de feiten met betrekking tot deze beroepskwalifica ties te achterhalen, is een werkgroep gevormd, be staande uit dr. Schuster (BRD), dr. Allan (GB), prof. Cavero (E) en mr. Bourcy (F). Deze werkgroep zal een inventarisatie presenteren tijdens de eerstvolgende meeting van het Comité de Liaison in oktober 1988. Er zijn al suggesties gedaan om elke landmeter uit te rusten met een soort „professional card", waarin ver meld staat tot welke werkzaamheden de drager gerech tigd is en welke activiteiten hij wel en niet mag ont plooien in de EG-landen. Ook is gesproken over de registratie van gekwalificeerde landmeters bij een Euro pese Kamer voor Landmeters. Lobby Het Comité de Liaison heeft zich aangesloten bij het SEPLIS, het Secrétariat Européen des Professions Libé rales, gevestigd te Brussel. Het SEPLIS verenigt vele nationale organisaties van vrije beroepsbeoefenaren, zoals vanuit Nederland het Contactcentrum Vrije Beroe pen. Het secretariaat daarvan berust bij de Broeder schap van Notarissen, waarmee het NVG-bestuur in middels contacten heeft opgebouwd. Daarnaast zijn vele Comités de Liaison lid van het SEPLIS, zoals die bestaan voor actuarissen, architecten, advocaten, tandartsen, artsen, notarissen, apothekers, dierenart sen, ingenieurs, stedebouwkundigen, enz. De aansluiting bij de SEPLIS is van belang, omdat deze een goede entree heeft bij de Europese Commissie. Via het SEPLIS moet de Europese Commissie het nut gaan inzien van een specifieke EG-richtlijn voor de „géo mètre-expert". Bedrijfsleven Ook het Nederlandse landmeetkundige bedrijfsleven zal zich moeten beraden op „1992". In De Werkgever van 25 februari 1988 staat, dat Staatssecretaris Van Rooy de branche-organisaties gaat bezoeken om samen na te gaan wat de eenwording van de interne markt voor hen gaat betekenen. In het plan van het Nederlands Christe lijk Werkgeversverbond „Europa grenzenloos" staat ook, dat de Nederlandse regering de branches gaat voorlichten, dat er een gegevensbank komt over de voortgang van de eenwording van de interne markt (gestructureerd per branche) en dat er studies komen van de overheid en de branches samen om te zien wel ke marktposities er nu en straks, in Europees perspec tief, kunnen worden ingenomen. Bovendien krijgt het bedrijfsleven te maken met de EG- richtlijn die voorziet in procedures voor de aanbesteding van overheidsopdrachten. Deze richtlijn zal een einde maken aan de tot op heden gangbare praktijk, dat na tionale inschrijvers een voorkeursbehandeling krijgen ten koste van de buitenlandse concurrenten. Naar het NGT GEODESIA 88 343

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 27