meting rechtstreeks ten opzichte van de ondergrondse merken kunnen worden uitgevoerd. Bovendien zal spra ke zijn van een toenemende integratie tussen het RD- en het NAP-stelsel. Het is misschien zelfs mogelijk, dat deze twee stelsels worden samengevoegd tot een drie dimensionaal stelsel, waarvan de bijhouding door één instantie wordt uitgevoerd. Gesponserd door het Kadaster en de Meetkundige Dienst is onlangs door de Faculteit der Geodesie van de TU Delft gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden van zo'n driedimen sionaal basisstelsel. Daarbij kunnen de ondergrondse merken van het NAP uitstekend worden gebruikt als basispunten, ook voor het bepalen van X en Y, aange zien de ondergrondse merken gemakkelijk bereikbaar zijn (de meeste ondergrondse merken zijn geplaatst langs doorgaande wegen), en anders dan bij de eerste orde RD-punten kan men een GPS-antenne centreren boven een ondergronds merk. Het is mogelijk, dat in de toekomst ook andere instanties dan de Meetkundige Dienst toegang krijgen tot deze ondergrondse merken voor het uitvoeren van GPS-metingen. Zeker in gebie den waar niet intensief wordt gewaterpast, kan op deze manier kostenbesparend worden gewerkt. Andere ontwikkelingen Ook andere typen instrumenten worden ontwikkeld. Met de huidige stand van de technologie is het mogelijk volledig zelfstandig registrerende waterpasinstrumen ten te bouwen. Daarbij moet vooral worden gedacht aan de toepassing van de CCD-technologie (elektroni sche camera's) met computerverwerking, waardoor het mogelijk wordt zonder menselijke tussenkomst de hoogte op een baak af te lezen en op te slaan. Dat zou betekenen, dat een waarnemer het instrument alleen nog maar op de baak hoeft te richten, waarna het wa terpasinstrument volledig zelfstandig de meting uitvoert. LH 3*. 33 3.83 4.33 4.83 5. 33 5.83 5.33 6.83 De geoïde van Nederland ten opzichte van de ellipsoïde van Bessel [Van Willigen, 19851. Het meetschip Niveau" voor hydrostatische waterpassing. Voor metingen over langere afstanden (zoals de in standhouding van het NAP) zal dit instrument niet kun nen concurreren met GPS. Voor waterpassingen over korte afstanden en in gebieden waar GPS niet kan wor den gebruikt, zal het instrument zich zeker een markt weten te veroveren en leiden tot snellere en meer be trouwbare waterpassingen. Ook op het gebied van gegevensverwerking en gege vensverstrekking staat de technologie niet stil. Zoals velen hebben kunnen zien op het NGL-congres in 1987, wordt geëxperimenteerd met de verstrekking van NAP- gegevens via een viditel-systeem. De ontwikkelingen leiden ertoe dat de verstrekking van de gegevens niet meer via een „papieren weg" zal plaatsvinden, maar via een „elektronische weg". Voordelen hiervan zijn de veel grotere flexibiliteit en de lagere kosten. Via de „elektronische weg" zal het mogelijk worden de NAP- gegevens via een willekeurige telefoon digitaal op te vragen en rechtstreeks in een computer te laden. Daar door wordt het mogelijk de uitgevoerde metingen ter plekke te controleren op fouten en direct voorlopige resultaten te produceren. Conclusie Waartoe al deze ontwikkelingen leiden? Misschien dat we ooit nog eens het „ideale" instrument zullen heb ben van merk X. Een klein, licht kastje (makkelijk draag baar), dat je plaatst op de punten waarvan de ligging moet worden bepaald. Bij het indrukken van de grote rode knop op de bovenkant wordt de positie gere gistreerd in het interne geheugen. Tevens registreert het instrument wat is gemeten door middel van „voice input", bijvoorbeeld „rand weg". Na de meting wordt het instrument aangesloten op de computer, worden alle gegevens verwerkt en wordt een kaart (inclusief hoogtelijnen) getekend. Gebruiken we het kastje voor uitzetwerk, dan geeft het aan in welke richting of hoe- NGT GEODESIA 88 321

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 5