Classificatie en gegevensuitwisseling bij het Kadaster ver omhoog of omlaag het moet worden verplaatst tot het op de gewenste plek/hoogte staat. Je kunt je na tuurlijk afvragen of landmeten op deze manier nog wel leuk is. Fantasie? Misschien, maar niet helemaal. Vast staat in ieder geval, dat er veel gaat veranderen. Misschien kun nen we in de toekomst spreken over het „Nieuw Nor maal Amsterdams Rijks Driehoeks Peil". Literatuur Baarda, W., S-transformations and criterion matrices, 5e druk. Uit gave van de Rijkscommissie voor Geodesie. Delft, 1973. Beusekom, W. A. van. Bijzondere hoogtemerken van het (N)AP. NGT Geodesia, september 1987. Damme, J. H. ten, Waterpassen in ontwikkeling. NGT Geodesia, januari 1988. Inleiding Bij mijn voordracht tijdens het afgelopen NGL-congres heb ik toegezegd een en ander met betrekking tot de kadastrale classificatie van objecten en het uitwisse lingsformaat DUF nader in een artikel uit te werken [1], Ik wil nu trachten deze belofte gestand te doen. De ontwikkeling en landelijke invoering van het kada strale LKI-systeem naderen momenteel hun voltooiing. Dit betekent, dat alle subsystemen operationeel zijn. Het Kadaster onderkent echter heel duidelijk het feit, dat het gaat om een eerste versie, namelijk LKI-1.0. We spreken dan ook van een effectief systeem, dat nog niet op alle onderdelen efficiënt is. Het beleid bij het Kadaster is erop gericht om in de komende jaren, wat betreft de verdere ontwikkeling op dit gebied, een tweeledige koers te volgen. Enerzijds wordt het huidige systeem op kleinere onderdelen geoptimaliseerd (men denke bijvoorbeeld aan LKI-versie 1.1), terwijl ander zijds meer fundamenteel onderzoek zal plaatsvinden, waarbij de daaruit voortvloeiende, meer omvangrijke, ontwikkelingen moeten leiden tot een LKI-versie 2.0. Ik wil hier echter niet te veel op vooruitlopen, maar me beperken tot het onderwerp van dit artikel. Achtereen volgens wil ik het hebben over de stand van zaken met betrekking tot de actuele classificatietabel en het DUF- formaat, welke bij het Kadaster in gebruik zijn. Daarmee zijn tevens de in een vorig artikel gepubliceerde tabellen [2] niet meer van toepassing. Voorts wordt de rol van de zgn. selectiecode uit de doeken gedaan en kort inge- 322 Murre, L. M., Hervereffening van de tweede, derde en vierde nauwkeurigheidswaterpassing en vergelijking van de resultaten. Afstudeerscriptie Afdeling der Geodesie van de TH Delft. Delft, 1985. Noomen, P., Analyse van secundaire waterpassingen. Rapport MDTN-R-8709 Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Delft, 1987. Pas, J. A. te, Een enquête over het NAP-peilmerkennet. NGT Geo desia, april 1988. Rummel, R., Geodetisch gebruik van traagheidsnavigatie en van het Global Positioning System. NGT Geodesia, januari 1987. Een halve eeuw Meetkundige Dienst. Rijkswaterstaatserie no. 35. Den Haag, 1981 Drie eeuwen Normaal Amsterdams Peil, 2e druk. Rijkswaterstaat serie no. 48. Den Haag, 1987. Willigen, G. W. van, De berekening van de gravimetrische geoïde van Nederland. Afstudeerscriptie Afdeling der Geodesie van de TH Delft. Delft, 1985. Willigen, G. W. van, De gravimetrische geoïde van Nederland. NGT Geodesia, juli/augustus 1986. Weele, P. I. van der, De geschiedenis van het NAP. Uitgave van de Rijkscommissie voor Geodesie. Delft, 1971. gaan op de gehanteerde symbolen en de conversiepro- blematiek van bestanden (DUF naar SUF2). Classificatie Alle gegevenselementen binnen de LKI-bestanden zijn naar aard en verschijningsvorm geclassificeerd. Deze classificatiecode is als attribuut gekoppeld aan elk kar- tografisch element. Het aantal en de naamgeving van de diverse klassen zijn opgesteld rekening houdend met het BOCO-rapport „Classificatie van topografische ele menten" [3], Dit rapport wordt momenteel onder auspi ciën van het Kadaster uitgegeven. De classificaties zijn zodanig gekozen, dat wordt voldaan aan de voorwaar de dat alle kadastrale toepassingen kunnen worden ge realiseerd. Dit houdt tevens in, dat naast de classificatie van objecten in het terrein (geometrische informatie) ook andere gegevens van een kaart (semantische infor matie zoals bijvoorbeeld symbolen en teksten) in het bestand moeten worden onderscheiden. Deze laatste groep komt niet voor in het BOCO-rapport. Een volledi ge 1 1-relatie tussen de kadastrale classificatietabel en de BOCO-lijst is niet mogelijk gebleken. In enkele geval len komt het voor, dat per LKI-klasse meerdere BOCO- coderingen bestaan; dit geldt echter omgekeerd ook. Momenteel wordt „single-coding" toegepast; dit bete kent, dat per kartografisch element slechts één classifi catiecode kan worden gekoppeld. Wil men een element meerdere malen classificeren, bijvoorbeeld een gevel van een gebouw welke tevens kadastrale grens is, dan NGT GEODESIA 88 door G. M. van Osch, coördinator geautomatiseerde systemen bi] de directie Land meetkunde en Kartografie van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers te Apeldoorn. SUMMARY Classification and external dataexchange of the cadastre This article deals with the changes and improvements of the classification of cadastral and topographi cal objects. Also the use of symbols and text objects is discussed. Furthermore one can find a specified overview of the cadastral cartographic dataexchange format (DUF) in relation to external datatransport.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 6