wordt dat element tweemaal opgeslagen. Een aantal klassen zegt iets over de aard van het element zelf, zo als „muur" (T01), terwijl andere klassen weergeven wat zich aan één kant van het element bevindt (schei ding tussen oppervlakken), zoals „kant gesloten ver harding" (VOD- Men maakt in dit laatste geval steeds de afweging naar welk van de twee oppervlakken wordt geclassificeerd. De prioriteit ligt door de plaats in de classificatietabel al enigszins vast; bijvoorbeeld bij een scheiding tussen „gesloten verharding" (VOD en „onverhard" (V06) lijkt het nogal voor de hand te liggen het als V01 in het bestand op te nemen. Wil men toch beide kenmerken vastleggen, dan dient het element tweemaal te worden opgeslagen. De huidige versie van de kadastrale classificatietabel is weergegeven in tabel 1Een aantal verschillen ten aan zien van de in 1986 gepubliceerde tabel en wat speci fieke informatie worden hierna opgesomd: B-groep (bebouwing): deze is uitgebreid met een aantal nieuwe klassen, onder andere ten behoeve van de fotogrammetrische inwinning. Een voorgevel wordt gebruikt wanneer geen volledig gebouw is in gewonnen. Bij de diverse dakranden kan men aan geven of het betreffende element wel of niet recht hoekig is gemaakt. G-groep (grens): deze groep is onveranderd. De ruil verkavelingsklassen vormen een apart geval; ze worden binnen LKI eigenlijk niet zelfstandig toege past. M-groep (grondslag): hieruit is „maatvoering" ver dwenen en een restklasse toegevoegd. Van elemen ten uit deze groep worden zo mogelijk twee paar coördinaten opgenomen, namelijk de plaatsings coördinaten in het LKI-bestand en de eventueel aan wezige terrestrisch bepaalde coördinaten. Hiertus sen kan verschil zitten, omdat aan het LKI-bestand de randvoorwaarde is gesteld, dat de informatie van een „grafische" kwaliteit mag zijn. Een eis om de geometrische informatie een terrestrische kwaliteit te laten bezitten, is voorshands nog veel te kostbaar. De opname van beide coördinaten maakt het moge lijk in de toekomst deze punten te gebruiken als aan- sluitpunten bij het ineens transformeren van grote gedeelten van het bestand naar een betere kwaliteit. De klasse „natuurlijk grondslagpunt" is gecreëerd om scherp te bepalen punten in de harde topografie als grondslag te kunnen definiëren en te gebruiken. Deze punten worden rechtstreeks vanuit of door middel van verdichting van de kringnetpunten ter restrisch bepaald en dienen als oriëntering bij bijhou- dingsmetingen. N-groep (grond): deze groep is in zijn geheel uit de tabel verwijderd. De reden hiervoor is, dat ten on rechte de suggestie werd gewekt, dat het mogelijk was om informatie met betrekking tot topografische oppervlakte-elementen te genereren. Het is binnen LKI niet de bedoeling om op geautomatiseerde wijze bijvoorbeeld de hoeveelheid „grasland" in hectare te berekenen, zoals wel is gerealiseerd voor de kada strale percelen. Q-groep (topografisch object): hier is sprake van een forse reorganisatie mede als gevolg van wensen vanuit de fotogrammetrie in relatie tot externe in stanties. S-groep (symbool): naast de toevoeging van enkele klassen zijn de symbolische „kadastrale grens"- voorstellingen verdwenen; deze worden nu met hun juiste classificatie in de G-groep en een aparte teken code gerealiseerd. Deze groep bevat uitsluitend zo genaamde ,,meerpunts"-symbolen, welke met meerdere punten worden ingewonnen en met twee plaatsingspunten in het bestand worden opgesla gen. De klasse „hoogspanningsmast" komt zelfs tweemaal voor: als tweepuntssymbool (S07) en als lijnobject (LOD- T-groep (terreinafscheiding): aan deze groep is al leen een restklasse toegevoegd. V-groep (verharding): de interpretatie van deze ele menten is aangepast; het is nu „kant" verharding. Tevens is „kant op- en inrit" toegevoegd. W-groep (water): ook hierbij gaat het om „kant" water en is de groep uitgebreid. Z-groep (tekst): door de toevoeging van de klasse „cultuuraanduiding" is tegemoet gekomen aan het probleem van het wegvallen van de N-groep. Met een dergelijk tekstelement kan men het cultuurge- bruik van het grondoppervlak vastleggen, bijvoor beeld WLD (weiland). In tabel 1 wordt in kolommen achtereenvolgens mel ding gemaakt van de LKI-code, een korte omschrijving, de overeenkomstige codering uit het BOCO-rapport, de elementsoort ofwel het recordtype, de default-waarden van de selectiecoden en de inwinnings- en aardcodering uit het bestaande kadastrale Systeem Detailmeting '76. Met name de inwinningscode in deze laatste kolom is inhoudelijk aangepast. Dit komt, omdat het binnen LKI ook toe te passen Systeem Detailmeting '76 is vergroot wat betreft het aantal mogelijke classificaties voor de gegevensinwinning in het terrein. Selectiecode Het doel van deze code is om in het bestand per gege- vensobject aan te geven op welk kaartprodukt het moet worden afgebeeld. De belangrijkste kaartprodukten zijn de kadastrale kaart en de GBKN, met de respectieve lijke coderingen B en G. We kunnen hiermee dus een verdere selectie binnen een classificatiecode mogelijk maken. Een aantal topografische elementen behoort soms op een kadastrale kaart te worden afgebeeld. Wanneer nu bijvoorbeeld een „raster" (T05) wel dient te worden geselecteerd, wordt dit kenbaar gemaakt door er naast een G (GBKN) tevens de selectiecode B aan te koppelen. In het bestand wordt deze selectiecode niet apart opge slagen, maar versleuteld met de laatste twee posities van de classificatiecode. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de overige ASCII-tekens omdat in de opslagstruc tuur van LKI geen rekening was gehouden met deze se lectiecode. In het genoemde voorbeeld betekent dit, dat de klasse T05 samen met de selectiecode B G wordt opgenomen als „TOs". Deze versleuteling kan worden gemaakt of opgeheven met een eenvoudig conversie programma. In tabel 1 is een zogenaamde default-koppeling te zien van selectiecoden aan de classificaties. Deze keuze is gebaseerd op de momenteel gemiddeld te onderkennen specificatie van de inhoud van een kadastrale kaart en GBKN-blad. Het voordeel hiervan is, dat als deze default-waarde klopt, men verder geen interactieve handeling behoeft te verrichten. Uiteraard kan men te allen tijde deze codering interactief wijzigen. NGT GEODESIA 88 323

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 7