Statiefoto te Oisztyn. en de tot observatorium omgebouwde watertoren waar nauwkeurig de klokjes worden bijgesteld. Leuk! Aan het eind van de middag deden we inkopen in de Pewex, de zogenaamde dollarshops, omdat de behoefte aan westerse genotmiddelen (Carlsberg, Camel) ons te machtig werd. Twee studenten, Robert en Dorota, nodigden ons uit voor een barbeque in hun houten jachthuisje aan het Omulew-meer. Buiten werd een waar feestmaal aange richt, compleet met worst, wodka, vers geplukte aard beien en onze negervriend Suraharto. Aangelokt door het feestgedruis kwamen plots horden Poolse jongeren uit een belendend huisje de stemming verhogen. Afwis selend (en naar bleek soms gezamenlijk) werden Hol landse en Poolse volksdeuntjes ingezet. Dit internatio nale gezang vonden wij zo waardevol, dat we besloten dit op te nemen met behulp van de ghetto-blaster. De gezelligheid leidde tot een uitnodiging voor de zaterdag daarop, om een bezoek te brengen aan de jongeren uit het andere huisje. In Polen hebben ze daarvoor blijkbaar geen buurtwelzijnscoördinator nodig. Skansen-museum in Olsztynek Uitslapen was er ditmaal niet bij. Gelukkig werden we door onze charmante studente Barbara gewekt. Van daag stond een bezoek aan het Skansen-museum in Olsztynek op het programma. Vlak ten zuidwesten daarvan vond op 15 juli 1410 de slag bij Grünwald plaats, waar de ridders van de Duitse Orde door de Polen, Litouwers en Tataren met lansen, zwaarden en knotsen verpletterend werden verslagen. De ridders noemden het de slag bij Tannenberg (Duitse naam voor Stebark), de plaats waar de Polen hun hoofdkwartier hadden. De Tataren die enkele jaren daarvoor de Polen lastig vielen, waren een grote steun op deze dag. Al treiterend lokten zij de ridders het bos in, alwaar de helft werd doodgeknuppeld. De Polen, die meenden dat de Tataren op de vlucht sloegen, waren buitengewoon verrast toen rond een uur of acht 's avonds de Tataren na een omtrekkende beweging de ridders in de rug aan vielen. Juist vandaag werd deze dag herdacht. Het Skansen-museum, een openluchtmuseum, toonde Frombork Frauenburg, een kathedraal op een terp. 386 ons de Poolse architectuur uit vervlogen dagen. On danks de regen verzorgden oude pittoreske mannen en vrouwen historische muziekklanken. Onze Poolse bege leiders waren stomverbaasd, toen wij een half uur ston den te kijken naar de versnellingsbak van een oude windmolen. Het late middageten werd genuttigd in een visrestaurant in Olsztynek, waar prachtige forellen wer den geserveerd. Frombork*) Na een haastig ontbijt vertrokken we naar Frombork, liggend aan de Zalew Wislany (Friescher Haf) in het noorden van Polen. Frombork is de zetel van het regio nale bisdom en de plaats waar Mikolaj Kopernic kapit telheer was. Vanuit één van de verdedigingstorens deed hij observaties. Deze leidden tot zijn heliocentri sche theorie; deze is vervat in het werk de „Revolutio- nibus orbium coelestium" (De omloop van de hemel lichamen), hetgeen schielijk op de index werd ge plaatst. De kathedraal van Frombork, door de Russen verwoest in 1945, is na de oorlog door Poolse padvin ders gerestaureerd en is thans onder meer een bede vaartsoord voor de huidige scouts. Het bijwonen van een orgelconcert in de kathedraal door een Vlaamse organist bezorgde ons gelukkig nog een zondags gevoel (Nyckele: „Jammer dat er geen goede gereformeerde kerken in Polen zijn"). Na beraad bleek de Russische grens een niet te versma den reisdoel. Zo gezegd, zo gedaan. Terwijl we de Rus sische grens bij Braniewo naderden, kregen we weer het koude-oorlog-gevoel, hetgeen we met het James Bond thema „From Russia with love" trachtten te tem peren. Een klim over het hek en een foto van de onbe waakte grens leverden onze Poolse begeleidster Barba ra dusdanige hartkloppingen dat we, gecombineerd met vrees voor audiovisuele vastlegging, terstond het haze- pad kozen. Terug in Oisztyn bezochten we disco/dancing Nadzja- rem. Goeoed! Lezing van prof. dr. Gajderowitz over Poolse net werken Vandaag werd er eens een keer géén veldslag her dacht. In de vroege morgen vergastte prof. dr. Gajdero witz ons op onderstaand college over het waterpasnet van de Poolse Volksrepubliek: De wijze waarop de netwerken van triangulatie en wa terpassing in Polen tot stand zijn gekomen, wijkt sterk af van die in Nederland. Dit komt vooral doordat Poien een jong land is en doordat het drie geheel niet bij elkaar passende infrastructuren erfde van de Oostenrijkers, de Russen en de Pruisen. Het waterpasnet van Polen kent twee orden. Het eerste orde net is voor het eerst gemeten in de jaren 7 953 - 1955. De totaal gewaterpaste afstand was toen 4500 km. Elke 1,4 km werden bouten aangebracht. De stan daardafwijking van dit netwerk bedraagt 1,1 mm/km. Deze waterpassing is uitgevoerd met conventionele in strumenten. In 1974 is nogmaals een waterpassing uitgevoerd, maar nu met een automatisch instrument, te weten de Zeiss Ni 001. In 1974 werd een afstand van 10 500 km gewaterpast met een gemiddelde afstand van 1,0 km tussen de bouten en een standaardafwijking van 1,0 mm/km. Een belangrijk verschil met het Nederlandse hoogte systeem is dat de hoogten niet zijn uitgedrukt ten op- NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 14