kwalifikatie- gebruiks
gegevens
gegevens
adres
aanduiding
coördinaat
aanduiding
perceel
aanduiding
financieel-
economische
gegevens over de
rechtstoestand
gegevens
Fig. 3. Structuur woonverblijvenregistratie.
de pakketten putten namelijk niet uit dezelfde informa
tiebank. Wil men bijvoorbeeld de naam van de gebrui
ker wijzigen, dan kan dat in dBASE gebeuren. Daarna
moet wel worden gezorgd voor aanpassing van de ge
bruikersnaam in het attribuut in AutoCAD. Omgekeerd
geldt uiteraard hetzelfde. Dit kan interactief of soft
warematig als batch worden opgelost.
In verband met de hardwareconfiguratie (er is niet vol
doende RAM-geheugen aanwezig 2 MB om
beide pakketten „simultaan" in het geheugen te laden,
op de micro's die tot onze beschikking staan gedurende
dit onderzoek) en de toegemeten tijd voor het onder
zoek (er is zeer veel tijd nodig om een volledig geoutil
leerde woningcartotheek op te zetten) zijn een paar be
perkende maatregelen geformuleerd:
alleen principes worden onderzocht en getoond;
op mogelijke wensen van gebruikers wordt niet in
gegaan.
Om de principes zo duidelijk mogelijk naar voren te
laten komen en geen extra inhoudelijke of software
matige complicaties te verkrijgen, zijn de volgende in
houdelijke randvoorwaarden geformuleerd.
Iedere woning heeft slechts:
1 volgnummer;
1 adres;
1 eigenaar;
1 gebruiker;
1 coördinatenpaar;
1 kadastrale aanduiding.
Verder geldt:
er bestaat een 1 op 1-relatie in de inter- en intra-
database gegevens;
de mutaties geschieden per 1 woning tegelijk.
In de praktijk zullen dit soort (fraaie) situaties bij
woningcartotheken zelden voorkomen. Veelal zal een
woning één volgnummer en één coördinatenpaar heb
ben. De andere gegevens kunnen echter een 1 op n-
relatie hebben ten aanzien van de woning. Een woning
kan bijvoorbeeld meerdere eigenaren of gebruikers heb
ben en op twee of meer percelen zijn gebouwd. Dan
wordt nog niet eens gesproken over een flat of over een
gebouw dat meerdere functies in zich heeft, in horizon
taal of verticaal vlak gezien. Dit kan moeilijkheden ople
veren, waarover nog terdege dient te worden nage
dacht. Dit doet echter geen afbreuk aan het onderzoek
dat wij hebben uitgevoerd. Voor meer eenvoudige ob
jecten als bomen of iets dergelijks is dit wel degelijk
toereikend, daar de betekenis van die objecten duidelijk
is.
Het voordeel van de woningcartotheek is, dat het de
veelzijdigheid van de koppeling toont, ondanks de ge
stelde beperkingen.
In het algemeen komen vier principieel verschillende
basisoperaties voor in de gegevensbehandeling:
1Informeren: het kennisnemen van gegevens die be
werkt of onbewerkt aan de gebruiker worden gepre
senteerd.
2. Toevoegen: het uitbreiden van een reeds aanwezig
bestand met gegevens.
3. Verwijderen: het vernietigen van gegevens in een
desbetreffend bestand.
4. Wijzigen: het veranderen (updaten, enz.) van be
staande gegevens van een bestand.
Deze vier operaties zijn in het koppelingsonderzoek
meegenomen als zijnde zeer belangrijk en essentieel, en
vormen daarom de uitgangspunten.
Toepassingen
Ons inziens is het de beste oplossing (werkend met
AutoCAD 2.5 en dBASE III Plus) dat een grafisch
systeem ontstaat met sterke administratieve mogelijk
heden. De voordelen zijn duidelijk. Er ontstaat een geïn
tegreerd geheel van grafische en administratieve moge
lijkheden in digitale kaarten op de PC ten behoeve van
diverse beheerssystemen. AutoCAD neemt de grafi
sche mogelijkheden voor zijn rekening, terwijl dBASE
de administratieve kanten aanpakt.
Beide pakketten hebben hun eigen specifieke taak in dit
geheel, waarvoor ze ooit ontworpen zijn; de één als
tekenpakket en de ander als databankpakket. Dat beide
pakketten goed met elkaar kunnen communiceren, is
aangetoond in ons proefontwerp voor een woning
cartotheek.
Uiteraard is deze configuratie niet alleen voor een wo
ningcartotheek toepasbaar. Het kan voor diverse be
heerstaken worden gebruikt, zoals groenbeheer, weg-
beheer, woningenbeheer, straatmeubilair (straatverlich
ting, bomen, verkeersborden); in principe alles waarbij
naast administratieve informatie een grafische presen
tatie in de vorm van een grootschalige topografische
kaart als ondergrond wordt vereist of is gewenst.
Conclusies en aanbevelingen
a. Bij kleine gemeenten 50 000) is behoefte aan
geautomatiseerde gegevensverwerking, in het bij
zonder ten aanzien van vastgoedregistraties.
b. Bij deze gemeenten is niet veel geld voorhanden, in
vergelijking met de grotere gemeenten.
c. Men wil wachten tot de centrale overheid regels
geeft, opdat men daarop kan aansluiten.
d. Enkele gemeenten hebben reeds zelf een inventari
satie gemaakt van wat in de gemeente aanwezig is
aan geregistreerde informatie.
e. Het begin van een vastgoedregistratie is, dat er
meestal eerst een administratieve automatisering
ontstaat (bijvoorbeeld bevolkingsregister) en afzon
derlijk daarvan een grafische (bijvoorbeeld topogra
fische kaart).
376
NGT GEODESIA 88