SOW: Voorverkenning bij waterbodemmonitoring dianen (kustlijnen) van een ziek lichaam (ED50) zijn ge stoken ten einde een verbeterde orgaanfunctie (meer homogeen referentiestelsel) en daardoor meer energie (mijnbouw!) ofwel levensvreugde (uniformiteit in trans formaties) te verkrijgen. Hoewel ook deze vergelijking mank gaat, vormt zij wel de kern van het probleem en geeft vrij ruim vertaald de doelstelling van de bijeen komst in augustus weer. Aan het eind van de bijeenkomst werd aan de deelne mers een drietal opties meegegeven, waarmee men de transformatie van ED5C1 naar ED87 zou kunnen realise ren. In grote lijnen komen de mogelijkheden neer op het volgende: a. men past een gemiddelde verschuiving toe voor het werken in de Noordzee, aangevuld met lokale c.q. regionaal vast te stellen verschillen in een aantal kustposities; b. men stelt ED50 equivalent aan ED87 en „vervangt" eenvoudig de toevoeging „50" door „87", één en ander alleen voor praktische offshore toepassingen; c. men ontwikkelt een polynoom voor de gehele Noordzee voor een ook geodetisch gezien meest elegante oplossing welke middels computer programma's door een ieder op dezelfde manier kan worden toegepast. Het zal duidelijk zijn dat nationaal overleg nodig is om tot algemeen acceptabele oplossingen te komen, waar na de einduitkomst door de landen rondom de Noord zee formeel dient te worden geaccepteerd. Na het over leg in het voorjaar van 1989 wordt verwacht, dat een transformatiemethodiek kan worden gepresenteerd. Literatuur 1Report of the Proceedings of the Fifth International Hydrograp- hic Conference. Monaco, 1947. 2. Report of the Proceedings of the Sixth International Hydro- graphic Conference. Monaco, 1 952. 3. Linden, J. A. van der, Over RD, ED en IVGS; het verband tus sen de coördinaatsystemen op de Nederlandse topografische kaarten. NGT Geodesia, oktober 1 985. 4. Brouwer, F. J. J. en J. van Buren, Het RD-net in Europees ver band. NGT Geodesia, oktober 1985. 5. Ordnance Survey, Report of an Investigation into the Use of Doppler Satellite Positioning to provide Co-ordinates on the European Datum 1950 in the Area of the North Sea. Professio nal Paper, New Series no. 30. Southampton, 1981. 6. Jones, H. E. en D. H. Gray, Offshore Legal Surveys-Datums and Charts. CISM Journal, Vol. 42, no. 1. Spring 1988. 7. Bakkelid, S. en S. Rekkedal, Analyses of the Positioning Pro blems in the North Sea. Marine Geodesy, Vol. 6, no. 2, 1983. 8. Gein, W. A. van, R. Nicolai en M. C. van der Graaf, Offshore Positioning on the Dutch Continental Shelf in the North Sea. Inventory of Available Data. Period 1968- 1979. April 1980. 9. Opstal, L. H. van, De zeekaart in bits en bytes. NTT De Zee, Jaargang 16, decembernummer. door ir. E. van Bremen, hoofd onderafdeling Onderzoek en Advies van de hoofdafdeling Mariene en Terrestri- sche Geodesie en ir. E. Hasenack, freelance onderzoeker, beiden bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswater staat te Delft. SUMMARY SOW, a program for seabottom monitoring As a supporting tool for the research on quality control of water bottom measurements, a simulation program has been developed, handling the specific case of echosoundings. Various measure ment designs can be tested by simulating and evaluating measu rements. Bottom, echosounder/transducer, positioning system, current, water quality etc. are optional. After simulating the measurements the quality of the single measurements, the profiles and the topo graphy are evaluated and a contour map is presented. This map can be compared with the „true" map. The effects of datahandling by means of filtering and collocation can be evaluated. Inleiding Al geruime tijd bestaat bij diverse instanties met betrek king tot onderwaterwaarnemingen de behoefte inzicht te verkrijgen in: a. de kwaliteit van waterbodemvastleggingen; door objectieve kwaliteitsparameters toe te kennen aan de resultaten, kunnen richtlijnen worden verkregen voor het gebruik daarvan; b. de factoren die de kwaliteit van de bodemvastleg ging bepalen; dit is van belang bij het ontwerpen van optimale meetnetten. Als hulpmiddel voor de oplossing van deze problemen wordt door de Meetkundige Dienst een simulatiepro gramma ontwikkeld, waarin het gehele proces van onderwaterwaarnemingen wordt nagebootst. De ge- dachtengang is hierbij gebaseerd op het onderscheid van meetprocessen in de volgende fasen (fig. 1): 1. Gekwantificeerde meetdoelstelling. 2. Meetontwerp. 3. Meetontwerp testen (doelstelling haalbaar?) verbe teren. 4. Meting. 5. Data testing handling. 6. Berekening. Het programma SOW (Simulatie Onderwater Waar nemingen) beslaat de fasen 2 t.m. 6. Indien de gebruiker een gekwantificeerde meetdoelstel ling heeft geformuleerd, kan deze met het programma bepalen of de door hem gekozen meetopzet zou vol doen. Allereerst wordt nu een beschrijving gegeven van de mogelijkheden van het systeem. Tot slot worden mogelijke uitbreidingen en toepassingen besproken. Programmastructuur In het programma SOW wordt het proces van meetont werp, -analyse, datacontrol en -verwerking nagebootst. NGT GEODESIA 88 449

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 13