dere, kan ook een willekeurig echolood worden gedefi nieerd. De eigenschappen van dat echolood kunnen dan worden ingevoerd. Belangrijke parameters zijn: frequentie (bepaalt de verti cale resolutie en indringdiepte), bundelbreedte (horizon tale resolutie), zijlobben, kalibratiekwaliteit (transducer diepte, geluidssnelheid) en bereik (min/max). Bij de kwaliteitsanalyse en het simuleren van de waarnemin gen wordt rekening gehouden met deze parameters (fig. 4). Ten einde een indruk te krijgen van de mogelijkheden van een scanning echolood kan men een echolood defi niëren waarbij, naast de bovengenoemde parameters, de maximale hoek van het echolood en de precisie van de richtingsbepaling van het echolood kunnen worden ingevoerd. PLAATSBEPALING Gekozen kan worden tussen x, y waarnemingen (geen specificatie meetmethode), range-range en hyperboli sche plaatsbepaling (fig. 5 en 6). In de laatste gevallen dient men de plaats van de stations in te voeren. e ra 'ave, Fig. 6. Hyperbolische plaatsbepaling. SCHEEPSPARAMETERS Voor de relatieve positie van het echolood kunnen zo wel de ligging ten opzichte van de antenne van het plaatsbepalingssysteem als de afstand transducer- receiver worden ingevoerd. Ten gevolge van de snelheid van het schip ten opzichte van het water, zal het schip inzinken (squat) (fig. 7 en 8). Deze squat hangt onder andere af van de water diepte, de vorm van het schip en de diepgang. Uit metingen is een empirische formule afgeleid [2], die bruikbaar is indien bepaalde vaarinstructies in acht wor den genomen. De vorm en de snelheid van het schip kunnen door de gebruiker worden ingevoerd. De versnellingen die het schip kan ondervinden in hori zontale richting, kunnen worden ingevoerd. Bij een on juiste afschatting hiervan bij het gebruik van een posi tiefilter kunnen (grote) fouten ontstaan [3]. Voor de verticale bewegingen van het schip is de golf hoogte van belang. Er wordt aangenomen, dat het schip bewegingen in verticale richting ondergaat van maximaal de halve golfhoogte [4]De golfhoogte kan worden ingevoerd. Tevens kan men de slingering/slag zij van het schip definiëren (fig. 4) in amplitude en perio de (fig. 4). Fig. 7. Squat en plaatsing instrumenten. Zeeopperv1ak Get i j Fig. 4. Schematische voorstelling echoloding. Fig. 5. Range-range plaatsbepaling. NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 15