+*-
fln t e n n e
T r an sduc r
e c eive r
Fig. 8. Vooraanzicht instrumenten.
Geometrie
De geometrie van de meting kan nu worden bepaald.
Alle grootheden zijn variabel, alsmede de afstand tus
sen positiebepalingen, de afstand tussen echolodingen
en de koers (fig. 9).
afstanc
-H-
Pos i t i e fix
Raai lengte_
Fig. 9. Vaar- en lodingsschema.
Beoordeling meetopzet
Precisie waarnemingen
De precisie van de enkele waarneming wordt beschre
ven door een 95%-betrouwbaarheidsgebied (stan
daardellips) voor de positie en een verwachte stan
daardafwijking voor de dieptemeting. Hierbij wordt aan
genomen, dat er geen grove fouten optreden.
In het geval van hyperbolische of range-range plaatsbe
paling worden precisiegebieden aangegeven. De ligging
van de stations kan zo worden beoordeeld.
Betrouwbaarheid waarnemingen
In het algemeen is bij echolodingen geen sprake van
overtalligheden. Foutendetectie is dan ook zeer proble
matisch. Een tweede positiesysteem en/of een positie
filter kan enige mate van controle geven op de positie
[3],
Kennis vooraf omtrent de vorm van de bodem levert
een „overtalligheid": via de gedachtengang van collo
catie levert dit een bepaalde toetsbaarheid. De mate
van toetsbaarheid is dan, naast de meetopzet, afhanke
lijk van de bodemvorm. Een volledige beschrijving van
de gevolgde gedachtengang valt buiten de opzet van dit
artikel. Vermeld zij nog, dat de gebruikte toetsings
methode een combinatie is van de B-methode van toet
sing [1] en de collocatie. Aangegeven wordt welke af
wijkingen in de waarnemingen men (bij het gekozen
model) nog als fout kan beschouwen.
Datacontrol: analyse, verwerking, presentatie
Na het simuleren van de waarnemingen conform de in
gevoerde parameters kunnen de meetresultaten wor
den getoetst tegen willekeurig in te voeren bodem
modellen. Bovendien kunnen zowel de positie als de
dieptewaarnemingen worden gefilterd. Bij de positie
waarnemingen wordt daarbij gebruik gemaakt van
Kalmanfiltering, bij de dieptewaarnemingen van een
lopend gemiddelde. Filtervariabelen zijn instelbaar.
Fig. 10. Datapresentatie en analyse.
Uit zowel ruwe data als getoetste c.q. gefilterde data
kunnen een dieptelijnenkaart en een willekeurig gesi
tueerde dwarsdoorsnede worden gepresenteerd (fig.
10). Dit gebeurt ook voor de werkelijke (gesimuleerde)
bodem, zodat vergelijken mogelijk is.
Een getalsmatige beoordeling van de al dan niet be
werkte data kan worden verkregen door presentatie
van gemiddelde fout, standaardafwijking en maximale
fout van:
de gemeten/bewerkte positie en diepten;
de daaruit berekende profielen;
de daaruit berekende topografie (dieptelijnenkaart).
De effecten van een (verkeerde) filterkeuze en bodem
model kunnen zo worden beoordeeld.
Ontwikkelingen
Mogelijke ontwikkelingen kunnen worden onderschei
den in verschillende groepen:
1Uitbreiding van de mogelijkheden van SOW. In eer
ste instantie wordt hier gedacht aan het toevoegen
van systemen als sonar en het invoeren van een ver
anderende bodem.
2. Het gebruik van SOW als instructie/voorlichtings
systeem.
3. Het gebruik van SOW als uitgangspunt voor het op
zetten van een beheerssysteem, waarbij (voor een
bepaald gebied) de actuele bodemvorm met bepaal
de kwaliteit kan worden weergegeven. Gedachten
in deze richting bevinden zich momenteel in een pril
stadium. Gezien de toepassingsmogelijkheden van
een dergelijk systeem lijkt een haalbaarheidsonder
zoek in die richting aanbevelenswaardig.
Literatuur
1. Baarda, W., A testing procedure for Use in Geodetic Net
works. Ned. Geod. Comm., Publ. on Geodesy, New Series,
Vol. 5. Delft, 1968.
2. Bremen, E. van, PAL-rapport t.a.v. modelstudie inzinkingspara
meters RWS-lodingsvaartuigen. Meetkundige Dienst RWS.
Delft, juni 1986.
3. Hasenack, E., Precisie en betrouwbaarheid van een Kalman
filter. Afstudeerscriptie TH Delft, augustus 1986.
4. Nanninga, M., Onderzoek naar de nauwkeurigheid van lodin
gen. Meetkundige Dienst RWS. Delft, 1985.
5. Jong, G. de, en J. C. de Munck, Onderwaterakoestiek. Labora
torium voor Geodesie. TH Delft, 1982.
6. Munck, J. C. de, Radioplaatsbepaling. Laboratorium voor Geo
desie. TH Delft, 1982.
452
NGT GEODESIA 88