personalia stichting NGL nauwkeurigheid van de meting door de Lasertrak- apparatuur (10 cm per 500 m). Vergelijking met gewaterpaste raaien geeft een maximaal verschil van 3 a 4 cm. Bij vergelijking van een peiling in heen- en teruggang blijkt, dat de lijnen in bovenaanzicht en dwarsprofiel elkaar nagenoeg overlappen. Als gevolg van grote schommeling bij zwaardere weersomstandigheden krijgt men een onnauwkeu righeid in de diepteregistratie die afhankelijk is van slagzij en geregistreerde diepte (bundelhoek echo lood 4°). Slagzij Theoretische Gemeten 20° (extreem) diepte M diepte M 0.5 0.53 1.0 1.06 2.0 2.12 5.0 5.32 10.0 10.64 15.0 15.96 Hieruit blijkt al, dat weersgesteldheid, diepte van het te peilen gebied en gewenste nauwkeurigheid met elkaar samenhangen. Samenvatting opgedane ervaringen Tijdens de diverse proefmetingen is naar voren geko men, dat de bruikbaarheid van de diverse onderdelen van het Seabee-meetsysteem nauw samenhangt met de volgende zaken: De gesteldheid van het te loden gebied. a. Gebiedseisen" in verband met radiobestuurbaar bootje: afwezigheid van wier of dichte begroeiing in het water (waterplanten, algen, enz.); raaien met een maximale lengte van 600 m; redelijk beschut in verband met verlies aan nauwkeurigheid als gevolg van rollen en stam pen (hangt nauw samen met de diepte van het op te nemen gebied). Vuistregel: open water max. 2 Beaufort beschut gebied max. 5 Beaufort b. Gebiedseisenin verband met gebruik Laser tra k: redelijk open en overzichtelijk gebied; bij opna me van een bochtig kanaal met heel veel be groeiing zal men de Lasertrak vaak moeten verplaatsen, hetgeen de produktie niet bevor dert; op afstand positiebepaling door een auto op 50 m (max. 100 m) afstand van de Lasertrak te plaatsen (in verband met lengte snoer) met vrij zicht tussen plaats Lasertrak en auto met verwerkingseenheid (in verband met teleme- trie). c. Gebiedseisen" in verband met gebruik hoog frequent echolood: niet te gebruiken voor het aantonen van een zeer dunne sliblaag. Het Seabee-bootje is uit gerust met een hoogfrequent echolood (500 kHz). MDL bestudeert de mogelijkheid tot plaatsen van een laagfrequent echolood (30 kHz). Vereiste peilnauwkeurigheid. Opgegeven nauwkeu righeid door MDL en door het onderzoek bevestigd, is 0.5% van het bereik met een resolutie van 0.01 m. In cijfers wordt dit: Diepte Nauwkeurigheid theoretisch 5.0 m 0.025 m 10.0 m 0.05 m 1 5.0 m 0.075 m 20.0 m 0.1 m Koppeling van de Deso 20 (echosounder) van de bij de MD gebruikte peilvlet in plaats van de Seabee aan de rest van het systeem is tot nu toe niet gelukt. Conclusie Het systeem biedt een snelle Va van de normale pro cedure) en mensvriendelijke opname van het onder waterprofiel in ondiepe gebieden. Het geheel is zeker in zetbaar in de tot nu toe door de peilvlet van de MD ge meten gebieden. Door een onvolledige opgave van de zijde van de TU Delft is het bericht over de benoeming van prof. Teunissen onjuist gepubli ceerd. Met excuses aan betrokkene volgt hieronder het aange paste bericht. Op 1 september 1988 is dr. ir. P. J. G. Teunissen (30) benoemd tot gewoon hoogleraar in de Mathematische Geodesie en Land meetkunde aan de Technische Universiteit Delft, Faculteit der Geodesie. Prof. Teunissen studeerde van 1975 tot 1980 geodesie aan de TH Delft. In 1980 studeerde hij cum laude af in de mathematische geodesie. Na zijn studie geodesie was hij visiting scientist aan de Universiteit van Stuttgart. In 1985 promoveerde prof. Teunissen in Delft cum laude op het proefschrift: The Geometry of Geodetic Inverse Linear Mapping and Non-Linear Adjustment. In datzelfde jaar ontving hij het Constantyn en Christiaan Huygens Stipendium van de Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO). In 1986 ontving prof. Teunissen de Steven Hoogendijk Prijs van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte voor zijn wetenschappelijke bijdragen aan de geodesie. Hiervoor ontving hij eveneens in 1987 de Brigadier Guy Bomford Prijs van de International Association of Geodesy. Tot zijn benoeming in Delft werkte hij als post doctoral fellow aan de Universiteit van Calgary te Canada op het gebied van de traagheidsnavigatie en GPS. Prof. Teunissen heeft meer dan dertig wetenschappelijke publika- ties in de mathematische en fysische geodesie op zijn naam staan. NGL RAYONBIJEENKOMST TE UTRECHT Onderwerp: Omgaan met precisies binnen digitale bestanden". (Zie ook het bericht op p. 400 van het septembernummer.) Inleiders zullen achtereenvolgens zijn: prof. dr. ir. P. J. G. Teunis sen (TU Delft), ir. J. de Boer (gemeente Amsterdam) en ir. A. V. Hoekstra (Kadaster). De bijeenkomst wordt gehouden op 1 november 1988 in het Jaar beurscongrescentrum. Ontvangst met koffie vanaf 19.00 uur. De inleidingen beginnen om 19.30 uur. N.B. De aanvangstijden zijn vroeger dan gebruikelijk bij de Utrecht se rayonbijeenkomsten. 458 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 22