inrichtingsrente moeten betalen. Alles wat geldt voor grondeigenaren, geldt in het kader van de herverkave ling ook voor stadsmeiers, voor zover hun gronden dus binnen een herverkavelingsblok liggen. Daarom zal later bij hen ook een tweede schatting plaatshebben om na te gaan in hoeverre waardeveranderingen zijn opge treden, wanneer de grond opnieuw is verdeeld. Het re sultaat van deze tweede schatting wordt ook vermeld op de lijst van geldelijke regelingen. Alleen de rechts personen onder de stadsmeiers die buiten een herverka velingsblok vallen, krijgen te maken met de schatting van de verkoopwaarde van het stadsmeierrecht. Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen betalen herin richtingsrente, maar alleen voor het „kopen" van de volle eigendom van de gronden. Ze stonden ook op de lijst van geldelijke regelingen. Financiële gevolgen voor de stad Groningen Door de opheffing van de stadsmeierrechten verliest de stad jaarlijks een niet onbelangrijke bron van inkomsten. Deze inkomsten bestaan uit de huren en pachten, het overgangsrecht en de overtekeningsgelden. Deze in komsten zullen wegvallen, wanneer de stadsrechten zijn opgeheven, hetgeen moet worden gecompenseerd. De stad Groningen wordt schadeloos gesteld voor het verlies van de blote eigendom van de stadsgronden, doordat zij van de Staat de gekapitaliseerde waarde ontvangt van de inkomsten uit de stadsmeierrechten. Voor het berekenen van de gekapitaliseerde waarde is het noodzakelijk een rentevoet vast te stellen. De vast stelling van de rentevoet is opgedragen aan de Minister van Binnenlandse Zaken in overleg met de Minister van Financiën. Financiële gevolgen voor de stadsmeier Het Rijk krijgt uit de opheffing van de stadsmeierrech ten ook inkomsten. De Herinrichtingswet gaat uit van een door de stadsmeiers te betalen herinrichtingsrente als betaling voor het feit dat zij eigenaar worden van de stadsgrond. Bij de vaststelling van het bedrag dat de stadsmeiers moeten betalen, speelt ook het psycholo gisch effect van de voorgestelde maatregel mee en be hoeven economische overwegingen niet uitsluitend be slissend te zijn. De stadsmeiers raken immers bevrijd van inmenging van de stad en ze zullen heer en meester in eigen huis worden, hetgeen volgens de herinrich tingswet wel een offer waard is. Dit offer is de herin richtingsrente. In het concept-ontwerp Herinrichtingswet ging men bij de bepaling van de herinrichtingsrente uit van de drie verplichtingen die de stadsmeier tegenover de stad heeft en die gaan vervallen. De stadsmeier behoeft niet langer huur of pacht te betalen, ook behoeft hij geen rekening meer te houden met het overgangsrecht bij verkoop van het onroerend goed aan derden. In de derde plaats vervalt het overtekeningsrecht. Op deze drie wegvallende regels werd de herinrichtingsrente ge baseerd; ze zou bedragen: het twintigvoud van de jaarlijkse huur of pacht; éénmaal het verschuldigde overgangsrecht (20e of 30e penning); éénmaal het overtekeningsgeld. Voor een bedrijf van 20 ha in Nieuwe-Pekela zou dit be tekenen: 1. 20 x f 5,-/ha f 100,-. 2. Bij overdracht is men in Pekela 5% van de verkoop verschuldigd. Bij een grondprijs van f 30 000,—/ha zou dit betekenen: 20 x f 1500,— f 30 000, 3. Overtekeningsrecht: f 3,15/ha: 20 x f 3,15 f 63,-. Te zamen is dit f 30 163,— aan herinrichtingsrente. Bij de behandeling van de Herinrichtingswet in de Tweede Kamer is de herinrichtingsrente voor de stads meiers echter gewijzigd. Dank zij de vele bezwaren tegen de hoogte van deze afkoopsom is de herinrich tingsrente veranderd in het vijftigvoud van de jaarlijkse huur of pacht voor natuurlijke personen. Voor rechtspersonen bedraagt het te betalen bedrag voor de stadsgrond nu de contante waarde van het overgangsrecht, dat op de eerstvolgende vaste verval dag (eens in de 25 jaar) na de dag van overschrijving van de akte van toedeling aan de stad Groningen zou moeten worden betaald. Het stadsmeierrecht zal zijn vervallen op het ogenblik dat de akte van toedeling officieel wordt overgeschre ven en in de kadastrale registers de nieuwe eigendoms rechten derhalve zijn geregistreerd. Dit tijdstip kan per deelgebied verschillen. Slotbeschouwing De stad Groningen heeft, door in de 17e eeuw grote stukken veen te kopen en te verpachten volgens be paalde voorwaarden, de ontwikkeling van een onher bergzaam gebied tot een gebied met een goede land bouwgrond en infrastructuur zeer gunstig beïnvloed. Het is vanzelfsprekend, dat de stad hiervoor een belo ning moet ontvangen. Het is nu echter ruim 300 jaar geleden dat de stad begon met de vervening in het ge bied, door veen in pacht uit te geven aan de stads meiers. De in de 17e eeuw opgestelde voorwaarden voor verhuring zijn nu, 300 jaar later, nog steeds van kracht. Eén van de belangrijkste voorwaarden waaronder werd verhuurd, was dat bij overdracht van het stadsrecht op een nieuwe pachter 5 of 3^3% van de waarde van grond huis aan de stad moest worden geschonken. In de 300 jaar die nu achter ons liggen, heeft menige overdracht plaatsgevonden. Er zijn zelfs bedrijven, die al zo vaak van eigenaar zijn verwisseld, waarbij steeds 5% van de verkoopsom aan de stad moest worden overgedragen, dat de afgedragen som groter is dan de waarde die het vastgoed nu vertegenwoordigt. De stad Groningen heeft op deze manier in de voor gaande eeuwen dus een ontzettend groot bedrag uit de stadsrechten kunnen incasseren. In de komende decen nia is men van plan via de Herinrichtingswet het eigen domsrecht van de stadsgronden van de stad af te kopen. De stadsmeiers zullen dus het blote eigendom van de stadsgrond ontvangen. Het offer dat hiervoor moet worden opgebracht, is voor een natuurlijk per soon het vijftigvoud van de jaarlijkse huur en voor een rechtspersoon éénmaal het overgangsrecht. Het is een zeer billijke regeling in vergelijking met de regeling in het concept-ontwerp Herinrichtingswet. De stijging van de mobiliteit van de stadsgrond in 1978 werd misschien ook veroorzaakt, doordat men nog niet afwist van de gewijzigde afkoopregeling. Het is echter wel opmerkelijk, dat de stadsmeiers momenteel nog steeds een koper voor hun stadsmeierrecht kunnen vin den. Naast de hoge prijs die men voor het stadsmeier recht moet betalen (even hoog als voor vrije grond), moet de koper ook nog steeds het overgangsrecht be talen aan de stad Groningen. Thans is een begin ge maakt om aan deze ongewenste toestand een einde te maken. 500 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 12