het zachtjes). Tergend langzaam ontstond de uitslag; 2044 ha voor. Dat was een applaus waard. Gedeputeerde De Voogd feliciteerde de landinrichtings commissie, die erin was geslaagd in korte tijd een plan te maken; ,,u heeft uw werk goed gedaan en vertrou wen van de streek gekregen". Ik vroeg de mening van de landinrichtingscommissie hierover. Voorzitter Ramondt: „Ja, we hebben wel het gevoel gekregen, dat het ons plan is geworden. We hebben veel inbreng kunnen hebben bij de ambtelijke diensten en veel medewerking ook. Ik heb er steeds op ver trouwd, dat we een meerderheid zouden halen". Wijf fels: „Er was echter wel een groot aantal voorlichtings bijeenkomsten nodig om mensen over de streep te krij gen. Men was erg wantrouwend". Ramondt heeft er alle vertrouwen in, dat de uitvoering ook vlot kan ver lopen. „Over vier jaar moeten we op de nieuwe kavels kunnen zitten", maar ik heb gehoord dat het Kadaster weieens spelbreker kan worden. Daar halen ze steeds maar mensen weg en dan zal het werk moeten wachten". Het blijft een mooie zaak Het is natuurlijk een prachtig resultaat. In 1985 op het voorbereidingsschema, in 1986 de commissie geïnstal leerd, in 1987 inspraak over het plan en in 1988 stem men. Ook de voordelen van deze verkaveling zijn groot: het gaat sneller dan een gewone verkaveling; er wordt bijna geen korting toegepast (0,1 procent); het kost heel weinig. Wat gaat al dat moois kosten? Dat is een vraag die veel landbouwers altijd erg aan spreekt. Volgens de berekeningen van de Landinrichtingsdienst bedraagt de gehele begroting f 3 585 000,—; dat is dus slechts f 1100,— per ha. Een „normale" ver kaveling kost al gauw f 4500,— a f 5000,— per ha. De grondeigenaren zullen samen een bedrag van f 938 000,— moeten ophoesten, maar daar mogen ze wel 26 jaar over doen. Per ha komt dat neer op f 20,— per jaar. Volgens P. Risseeuw, van de ZLM (Zuidelijke Land bouw Maatschappij) kring West Zeeuws-Vlaanderen, is dat al gauw terugverdiend. Naar zijn mening is dit eigenlijk te mooi om waar te zijn, want het kost al meer dan f 20, om een keer met je trekker op en neer naar je land te rijden; als je dan bedenkt, dat er gemiddeld meer dan dertig keer per jaar naar een perceel wordt ge reden, is het wel duidelijk dat door de concentratie van percelen (hoofddoelstelling van deze verkaveling) de kosten zo zijn terugverdiend. Inspraakresultaat Op mijn vraag of er veel door die inspraak aan het plan is veranderd, zegt Ramondt tactisch, dat aan de uitge brachte wensen zoveel mogelijk tegemoet is gekomen. Er is wijziging gebracht in het tracé van een waterloop, de aanduiding „beperkt inrichten" van een deel van de Aardenburgse havenpolder is vervallen en de mogelijk heid tot de aanleg van een wandelpad is toegevoegd aan het plan. Ook worden wat overhoekjes ingeplant ten behoeve van het leefmilieu van de boomkikker. Een natuurdeskundige legt uit wat dit betekent: plaat sen waar de boomkikker kan leven, worden steeds zeldzamer. Er is voor nodig: water en grasland, omge ven met braamstruiken en kruiden. Waar boomkikkers voorkomen, groeien veel plantensoorten en leven tal van andere diersoorten. Het is vooral de natuurvereni- ging „Duumpje", die zich over die boomkikker zorgen maakte. Vooral voor de voortplanting schijnen die een bijzonder milieu nodig te hebben. Het is mij echter niet geheel duidelijk geworden waarom de boomkikkers het „anders doen" dan gewone kikkers. T oedelingsonderzoek Alvorens de commissie „de boer op ging" met het plan, heeft men eerst gedegen onderzocht wat de mogelijk heden waren. Het Kadaster verrichtte een toedelings- onderzoek. W. P. Rentier, 1e technisch medewerker bij het Kadaster, vertelt hoe dit in zijn werk is gegaan. Spanning bij de commissieleden. Een applausje waard. 502 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 14