INTERMEZZO Op-perskoppen uitschuifbare stalen kokers in de vloer van het tunnelelement; dienen ter overbrug ging van de ruimte tussen de vloer en de paalkop. Grouten het onder hoge druk inbrengen van (ce- mentlgrout in de op-perskop, waardoor een vaste verbinding tussen element en paal wordt verkregen. ZBT-grid het Zeeburger-tunnel-assenstelsel, met een correctie voor de kaartprojectie. Akoestische meting ,,onderwater"-techniek, waarbij met be hulp van zenders en ontvangers aan de buispalen een meetnet wordt opgebouwd. In dit net worden uitsluitend afstanden ge meten en berekend (trilateratie). aanpak dan een tunnel die in onderdelen (elementen) wordt afgezonken. Van de Zeeburgertunnel worden drie elementen afge zonken. Het vierde element wordt in het droge ge bouwd, namelijk in het dok, waarin vooraf de drie eer der genoemde elementen zijn gebouwd. De landmeetkundige werkzaamheden voor het bouwen en het afzinken zijn als volgt te omschrijven: 1grondslagmeting ten behoeve van meetlijnen en meetpunten; 2. inmeten van de palen onder water in het bouwdok (extra metingen door onvoorziene omstandigheden); 3. inmeten van 3 x 40 buispalen, die dienen als funde ring voor de tunnelelementen; 4. maatvoering bij de bouw van de tunnelelementen; 5. afzinkmetingen. 1Grondslagmetingen Als verbinding tussen de kringnetten Bijlmermeer en Purmerend is het kringnet Bijlmerend gemeten. Dit net is primair bedoeld voor de grondslag ten behoeve van de asuitzetting van Rijksweg 10 vanaf Rijksweg 1 tot Schellingwoude en daarmee dus ook voor het brug- tunneltracé over het Amsterdam-Rijnkanaal en het Buiten-IJ. Met name aan beide zijden van het Buiten-IJ is het net verder verdicht. De punten zijn verzekerd door ijzeren buizen in beton. In eerste instantie zijn de punten gebruikt voor het uit zetten en inmeten van de boorpunten. Door het sterk wisselende verloop van de bodemgesteldheid werden aan deze werkzaamheden namelijk bijzondere eisen gesteld. Verder is het puntennet gebruikt voor het uitzetten van de tunnelafritten en het bouwdok en later voor de diver se methoden van het inmeten van de buispalen. Ook voor de latere afzinkmetingen zullen deze punten nodig zijn. Het is dus zaak om het puntennet zo moge lijk ongestoord te laten. Tijdens de diverse metingen wordt het net dan ook regelmatig gecontroleerd, waar bij geleidecentrering boven de punten wordt toegepast. De berekening wordt uitgevoerd met het programma „NETVER". len korven, die per raai of per dubbele raai moesten worden afgezonken, en vanzelfsprekend moesten pas sen om de palen. In het begin werd geprobeerd met dobbers de positie van de palen aan te geven. Deze dobbers waren plastic pijpen die aan de palen werden bevestigd; de ligging werd op conventionele wijze be paald met bandmeting. Controlemetingen onder water brachten echter grote verschillen aan het licht, zodat moest worden uitgezien naar een andere methode. Aan de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat werd toen gevraagd die te ontwikkelen. Een lokaal stel sel (het ZBT-grid) werd verkend en gemeten, waarin de raaien in coördinaten bekend werden gemaakt. De coördinaten van de palen konden dan op een aantal manieren worden verkregen: voorwaartse snijding per dobber, directe afstandmeting naar de palen vanuit minimaal drie punten en voorwaartse snijding vanuit vier standplaatsen naar een verticaal gespannen draad. Door stroming van het water en obstakels op de bodem vielen de eerste twee methoden af, zodat de derde methode is uitgevoerd. Hierbij is gebruik gemaakt van twee theodolieten T2 en twee Elta's. De opstelpunten werden aan de wanden gelast en in coördinaten be paald. Hierbij werden de x en de y in het lokale stelsel bepaald, terwijl de z werd bepaald ten opzichte van het NAP. Boven de te meten raai werd een rijdende traverse ge plaatst, waardoor het mogelijk werd om een stalen draad verticaal vanaf de paal op de bodem te spannen. Voor elke meting werd de draad eerst verticaal gespan nen en vervolgens vanuit de vier opstelpunten in ligging bepaald. Voor de coördinaatberekening werd een keuze gemaakt uit de drie meest gunstige snijdingen, waarbij de vierde als controle diende. Voor de bepaling van de z-coördinaat werd de verticale hoek gemeten naar een vast merkteken op de draad. Om enige indruk te krijgen van de omvang van de metingen, wordt nog vermeld dat het hier ging om 12 raaien van 11 palen en 6 raaien van 10, in totaal dus 192 palen. 3. Inmeten van de buispalen Voor de ondersteuning en fundering van de drie tunnel elementen zijn in totaal 120 buispalen en 6 hulppalen geplaatst. In de onderkant van de elementen zijn uit schuifbare bussen (op-perskoppen) aangebracht, die moeten passen op de buispalen. De hulppalen dienen tijdens het afzinken als steunpunten voor de positie bepaling in x, y en hoogte. 2. Meting van de onderwaterpalen Lekkages in de vloer van het bouwdok zorgden niet alleen voor vertraging in de bouw, maar leverden ook extra meetwerk op. Voor het dichten van de lekkages moest namelijk onder water een constructievloer op pa len worden aangebracht. De wapening bestond uit sta- Minilir en Aga. 492 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 4