Het stadsmeierrecht werd echter niet bij zegel en brief gevestigd en verzegeling binnen een jaar vond in de meeste gevallen niet plaats, zodat het stadsmeierrecht volgens het landrecht niet onroerend was. Volgens de verhuurcondities van 1628 werden de gronden verhuurd op jaarmalen, maar in 1657 zijn deze op twaalf jaar vastgesteld. In de meeste gevallen wist men niet eens voor hoeveel jaren de huur was aange gaan, omdat dit later zou worden vastgesteld, wat ech ter nooit is voorgekomen. Het recht is in de loop der tijden onopzegbaar gewor den, dus van een oneindig aantal jaarmalen, zodat dit voldoende is om te besluiten dat het stadsmeierrecht onroerend is. De fout die men met de vestiging van het recht heeft begaan, verandert niets aan het tegenwoor dige recht. Het stadsmeierrecht is zakelijk Verschillende schrijvers hebben zich in de vorige eeuw al beziggehouden met de vraag of het stadsmeierrecht een persoonlijk recht dan wel een zakelijk recht is. Het stadsmeierrecht is ten gevolge van de handelingen van zowel de stad als van de meiers, een vast onopzeg baar en altijddurend recht geworden, terwijl het even eens vatbaar is voor overdracht. Het was eigenlijk de bedoeling van de stad in het begin van de 17e eeuw een persoonlijk recht te vestigen, zo als blijkt uit de verhuurcondities; de meier moest de af gegraven veengrond in cultuur brengen, enz. Het recht heeft zich in de loop der tijden echter ontwikkeld tot een zakelijk recht, omdat de stad een wisselende huur prijs, zoals in de condities van 1628 bedoeld, wilde in stellen. In 1657 kent de stad de meiers een soort pacht toe, dus een recht met een zakelijk karakter. Bovendien wijst het woord „stadsgrond" erop, dat men niet te doen heeft met een terrein, waarvan de stad het onbe perkte eigendom heeft, maar met een terrein dat met een zakelijk recht is bezwaard. Het stadsmeierrecht is vatbaar voor hypotheek Het stadsmeierrecht wordt in de opsomming van rech ten in het Burgerlijk Wetboek (die vatbaar zijn voor hypotheek) niet met name genoemd, zodat men in eer ste instantie zou aannemen dat het stadsmeierrecht niet met hypotheek kan worden belast. Bij een rechtszaak in 1908 werd gezegd, dat het stadsmeierrecht zich tot een zakelijk recht van gebruik heeft ontwikkeld en dan volgens artikel 1210 sub 3 van het Burgerlijk Wetboek vatbaar is voor hypotheek. Men ging ervan uit, dat artikel 1210 van het Burgerlijk Wet boek ook gold voor erfpachten die al tijdens de invoe ring van het Burgerlijk Wetboek bestonden. Het recht van de stadsmeier is echter nooit met het woord erf pacht aangeduid, maar volgens het oude landrecht kan men het recht van de stadsmeier vergelijken met het recht van erfpacht. Verschillen tussen beklemrecht en stadsmeierrecht 1. Stadsmeierrecht is deelbaar. Beklemrecht is niet deelbaar, omdat het verband tussen het huis van de meier en de grond van de eigenaar niet mag worden verbroken. De te betalen huur rust in zijn geheel op het beklemde land, niet op een bepaalde landmaat. De te betalen huurprijs voor het stadsmeierrecht werd per oppervlakte-eenheid berekend. Bij het stadsmeierrecht is het volgens de condities mogelijk om een deel van het recht aan kinderen of NGT GEODESIA 88 --S c h i K.M. f j Overzicht van de ligging van enkele Groningse veengebieden. erfgenamen over te dragen. Voor overdracht aan vreemden moet recognitie (een geschenk) worden betaald en hiervoor is toestemming van de stad nodig. Het recht is van begin af aan deelbaar, omdat anders het in cultuur en in ontwikkeling brengen van de veenkoloniën zou kunnen worden belemmerd. 2. Het recht van huurcerter (andere benaming voor stadsmeierrecht) wordt niet verzegeld. De overeen komsten met de compagnieën maken hierop een uit zondering, omdat deze, evenals de beklemmingen, bij zegel en brief werden gevestigd. 3. De beklemde meier moet iedere zes jaar het land op nieuw inhuren, waarbij hij een geschenk aan de eige naar moet geven. Het aantal jaarmalen is bij het stadsmeierrecht in beginsel op twaalf vastgesteld, maar deze verhuur heeft plaatsgemaakt voor een vaste onopzegbare huur. 4. De stadsmeier is verplicht een huis te bouwen op het door hem gehuurde land en hij is verplicht de woeste afgegraven veengronden in cultuur te bren gen. De beklemde meier bezat meestal een huis en de grond was meestal vette klei. 5. Bij overdracht en vererving van beklemrecht betaalt de meier aan de eigenaar een jaar huur of een even redig gedeelte daarvan. Ook bij huwelijk betaalt men voor het laten inboeken van de echtgenote hetzelfde bedrag. De stadsmeier moet alleen maar bij over dracht aan derden een gedeelte van de koopsom aan 497

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 9