upwelling material bron voor de geofysicus, speciaal in relatie tot het onder zoek naar het aandrijvende mechanisme van de platen- tektoniek. Naar de interpretatie van het zwaartekrachts- veld ten behoeve van platentektonische doeleinden gaat momenteel onze belangstelling uit. Tot nu toe is het model van de platentektoniek, waarvan Wegeners hypothese van de Continentale Drift als voorlo per dient te worden beschouwd, ondanks aanvankelijke terughoudendheid, het meest succesvolle in de geo- wetenschappelijke historie. Dat algemene acceptatie zo lang op zich liet wachten en eerst de laatste kwart eeuw een feit werd, is voornamelijk het gevolg van de uitzon derlijke traagheid waarmee het fenomeen zich voltrekt. Ontstaan van een hypothese Wat zich langzaam beweegt kunnen wij 't minste waar nemen en hoe meer tijd er nodig is om de verandering van een zaak vast te stellen hoe vaststaander wij ons die zaak voorstellenzo schreef Dante Alighieri in 1305. Van het bestaan van Amerika had hij geen weet en van conti nentale verschuivingen nog minder. Zijn verhandeling ging dan ook niet over platentektoniek maar over taal, met name het ontstaan van dialecten. Zodra Amerika was ontdekt en de kusten van de Nieuwe Wereld waren verkend, moest het wel opvallen dat de contouren van Zuid-Amerika lijken op die van Afrika, zo als een fotonegatief lijkt op een fotopositief. Destijds con cludeerden enkele geleerden daaruit al dat beide conti nenten ooit één geheel hadden gevormd. Zo lanceerde Francis Bacon (1561 -1626) in zijn tweedelig werk Novum Organon Scientiarium het idee van een continentale ver schuiving. Ook in moralistisch getinte boekwerken bleef het thema niet onbesproken. In 1668 publiceerde de Fransman P. Placet een boek met de titel: La Corruption du Grand et du Petit Monde, oü il est montré que devant Ie Déluge, l'Amérique n'était point séparée des Autres Parties du Monde, ofwel: de verdorvenheid van de grote en kleine lieden, waarin wordt getoond dat vóór de zond vloed Amerika niet gescheiden was van de overige delen van de wereld. Rond de eeuwwisseling werden de stemmen, die de hori zontale verplaatsing van continenten verdedigden, steeds talrijker. Het was uiteindelijk de Duitse meteoro loog Alfred Wegener (1880-1930) die met zijn boek Die Entstehung der Kontinente und Ozeane door de geologi sche gelederen een diep en niet minder emotioneel spoor trok van felle voor- en tegenstanders. Maar kracht van autoriteit kreeg de theorie aanvankelijk niet. De gezag hebbende geleerden hielden uitsluitend verticale be wegingen verantwoordelijk voor tektonische verschijnse len. „Wij volstaan met te vermelden dat het aantal overtuigde voorstanders onder geologen gering is, al staan de meesten niet zo afwijzend meer als twintig jaar geleden", zo noteerden de geologen Van der Vlerk en Kuenen nog in 1967. Het wekt op het eerste gezicht verbazing dat, lang voor dat de geologie als wetenschap tot ontwikkeling kwam, er al geleerden waren, die wezen op grote horizontale ver schuivingen van de continenten, maar dat deze inzichten tot voor 25 jaar geen enkele invloed hebben gehad op de modelbouw aangaande de geologische geschiedenis van de aarde. Zo verwonderlijk is dat echter niet. De model bouw vond uitsluitend plaats op grond van continentale metingen. De oceanen, 70% van het aardoppervlak, waren een tabula rasa. 30° W 25 W JIIIIIIIIL 305W 25 W normal Fig. 2. Remanent magnetisme op de oceaanbodem, weerszijdig, parallel en symmetrisch ten opzichte van de ruggen. Remanent mag netisme berust op het verschijnsel dat ferromagnetische stoffen na verdwijning van het magneetveld gemagnetiseerd blijven. Is het opgestegen mantelmateriaal afgekoeld tot beneden de curietempe- ratuur, dan nemen de deeltjes de richting aan van het aardmagneet- veld. Daar de richting hiervan, om onbekende redenen, met een periode van één tot enkele miljoenen jaren omdraait, ontstaan even wijdige stroken van magnetische anomalieën. De tijdstippen van veldomkering zijn bekend. Daardoor kan de ouderdom van de litho sfeer nabij mid-oceanische ruggen uit meting van de magnetische anomalieën worden bepaald. De verticale verschuivingsmodellen konden de verschijn selen heel goed verklaren. Weliswaar moesten hier en daar wat kunstgrepen worden toegepast, bijvoorbeeld de introductie van landbruggen om de grote gelijkenis tus sen flora en fauna van ver verwijderde continenten te ver klaren, maar daartegenover stond, dat de continentale drift geen andere wetenschappelijke status kon worden toegekend dan die van hypothese. Met de systematische exploratie van de oceanen in de jaren vijftig en zestig werden ook veel van haar geologi sche geheimen blootgelegd. Echoloodpeilingen legden een opzienbarende en aaneengesloten reliëfstructuur bloot van hoge bergen en diepe troggen. Magnetische waarnemingen toonden een regelmatig patroon van mag netische anomalieën evenwijdig en weerszijdig van de oceanische ruggen (fig. 2). Zwaartekrachtsmetingen op zee gaven lokale massaverdelingen prijs. Een wereld wijde oplossing van het zwaartekrachtsveld, bepaald uit het volgen van satellieten in hun baan, gaf, hoewel van lage spectrale graad en orde, een opmerkelijke overeen- 564 NGT GEODESIA 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 20